Vonk, Cornelia Diderika (1901-1988)

 
English | Nederlands

VONK, Cornelia Diderika (geb. Amsterdam 28-4-1901 – gest. Rheden 31-1-1988), revuester, cabaretière. Dochter van Johannes Vonk, pakhuisknecht en toneelmeester, en Jacoba Morriën. Cornelia Vonk trouwde op 28-6-1933 in Amsterdam met Willem Cornelis Kan (1911-1983), cabaretier. Dit huwelijk bleef kinderloos. 

Cornelia (Corry) Vonk, geboren in de Amsterdamse Vrolikstraat, groeide op als zevende in een gezin met elf kinderen. Om zijn grote gezin te kunnen onderhouden werkte haar vader naast zijn reguliere baan in de avonduren als toneelmeester bij theater Carré. Desondanks had de familie Vonk het niet breed, herinnerde Corry zich later: ‘Bij ons moest iedere cent driemaal worden omgedraaid en als m’n vader dan op het punt stond hem uit te geven, dan zei m’n moeder dat ze geen kosten wilde maken’ (Corry en ik, 16). Ook voor school was er weinig geld. Corry’s educatie was dan ook van korte duur: vijf jaar lagere school.

Op haar twaalfde belandde Corry min of meer toevallig aan het toneel, toen Nap de la Mar zijn toneelmeester vroeg om een kind voor een figurantenrol bij zijn toneelgezelschap. Corry speelde naar tevredenheid de rol van ‘koningskind’, waarna meer werk volgde. Ze bleek niet alleen geestig en ad rem, maar vanwege haar kleine gestalte ook heel geschikt voor ‘kwajongensrollen’ als Pietje Bell, Dik Trom, of Jopie Slim. In de jaren twintig en dertig groeide Vonk uit tot een veelgevraagd theaterster. Ze trad op in operettes, kindervoorstellingen en revues en trok volgens één criticus de aandacht door haar ‘markant, zuiver spel’ (Het Vaderland, 1-10-1931). Vonk werkte voor de groten in de Nederlandse theaterwereld, onder wie Meyer Hamel, Louis Davids en Eduard Verkade.

Huwelijk

In 1933 trad Corry Vonk, die inmiddels vrij grote bekendheid had, in het huwelijk met de veel onbekendere acteur Wim Kan. Hij was tien jaar jonger dan zij. De twee hadden elkaar ontmoet tijdens een bal masqué in de Amsterdamse kunstenaarssociëteit De Kring, waar Vonk als geisha en Kan als pierrot verkleed ging. Het was een onwaarschijnlijk paar: de melancholische ministerszoon en de uitbundige revuester. Maar Vonk en Kan hadden een zeer geslaagd huwelijk, dat tot Kans dood in 1983 zou standhouden. ‘We zijn niet alleen echtgenoten, we zijn compagnons en collega’s. Dat is een hechte band,’ zei Vonk ooit over hun relatie (Vrij Nederland, 1961).

Haar huwelijk met Kan betekende voor Vonk een verschuiving in haar ambities. Ze wilde samen met hem cabaret maken, in een vast gezelschap. Dat bleek lastig te verwezenlijken en het echtpaar sloot zich daarom voor korte periodes aan bij kleine cabaretgroepen. In 1934 speelden Vonk en Kan bijvoorbeeld bij De Lachhoek van Henri Wallig en een jaar later bij De Blokkendoos, met onder anderen Fientje de la Mar en Jan van Ees. Bij deze gezelschappen trad Corry op de voorgrond en was Kan op de achtergrond actief als tekst- en liedjesschrijver. Die opzet bleek succesrijk. Zo schreef een recensent in 1935: ‘Corry Vonk heeft zich vooral in het geestige repertoire van haar echtgenoot ontwikkeld tot een van onze allereerste en allerbeste komische krachten’ (gecit. Leidsch Dagblad, 2-2-1988).

Op 15 augustus 1936 kwam Vonks droom uit: het ABC-Cabaret hield zijn allereerste voorstelling in het Amsterdamse Leidsepleintheater. Naast Kan, die verantwoordelijk was voor de tekst en de liedjes, waren bij ‘ABC’ ook de bekende acteurs Tilly Périn-Bouwmeester en Cor Hermus betrokken, alsmede de pianisten Han Beuker en Wouter Denijs. Maar de publiekstrekker van het ABC-Cabaret was Corry Vonk. ‘Ondanks haar kleine gestalte is zij een artieste van uitzonderlijk formaat’, schreef een criticus over haar optredens (gecit. Het Binnenhof, 18-4-1981). Het gezelschap werd al snel populair. In 1937 ontving het zelfs een uitnodiging om bij het huwelijk van prins Bernard en prinses Juliana op te treden, maar die uitnodiging werd uit politieke overwegingen op het nippertje ingetrokken.

In Indië

In november 1939 vertrok het ABC-Cabaret voor een tournee naar Nederlands-Indië. Honderd dagen uit en thuis heette het programma dat Kan voor de gelegenheid had geschreven. Maar vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa konden de artiesten niet terug naar Nederland. De mannelijke cabaretleden werden onder de wapenen geroepen, de vrouwen bleven achter op Java. Eind 1942 werd Vonk in Bandoeng geïnterneerd in het vrouwenkamp Tjihapit. Daar kwam haar onverwoestbare optimisme haar goed van pas. Zo organiseerde ze cabaretvoorstellingen – onder meer met materiaal van Kan dat zij in een rugzak bij zich droeg – en werkte ze als verpleegster in de ziekenbarakken. Ze zag haar echtgenoot, die als krijgsgevangene te werk was gesteld in Birma, pas na drie jaar en acht maanden weer terug.

Hoewel hun oorlogservaringen grote indruk op Kan en Vonk hadden gemaakt, gingen zij na terugkeer in Nederland, op 1 maart 1946, direct over tot de orde van de dag. Al een paar maanden later trad het ABC-Cabaret weer op. Talloze acteurs en cabaretiers, onder wie Wieteke van Dort, Ton van Duinhoven en Margriet de Groot, maakten in de jaren die volgden hun professionele debuut bij het gezelschap. De nieuwe leden hadden veel steun aan Vonk, die zich ontpopte als een moederfiguur. ‘Zonder Corry zou er waarschijnlijk geen ABC cabaret meer zijn,’ zei Van Duinhoven in 1949. ‘Want al is Wim veel praktischer dan je aanvankelijk denkt, hij kan ook moe en vaag zijn en dan komt de stuwkracht van Corry bijzonder goed van pas’ (gecit. Haarlems Dagblad, 27-4-1971).

Na de roem

Op artistiek gebied begon Corry’s invloed op het ABC-Cabaret in de jaren vijftig af te nemen. Zo besloot ze afscheid te nemen van de ‘kwajongensrollen’ die haar vóór de oorlog zoveel succes hadden gebracht: ‘Ik dacht, ik moet ophouden voordat het publiek het zegt. Ik zei tegen mijn Willem: ik wil geen kinderrollen meer’ (Vrij Nederland, 19-8-1961). Tegelijkertijd begon haar echtgenoot juist aan artistieke invloed te winnen. Zijn solo-optredens, die na de pauze plaatsvonden, werden steeds populairder. Haar laatste grote succes behaalde Vonk in 1966, met een parodie op de Oranjefans die de verloving van prinses Beatrix en Claus von Amsberg vierden. Het nummer ‘Met me vlaggetje, me hoedje en me toeter’ werd een grote hit.

In 1970 werd het ABC-Cabaret opgeheven en was Vonks rol op de planken definitief uitgespeeld. Voortaan zat ze tijdens de optredens van Kan in de coulissen, waar ze sjaals en mutsen breide voor de voltallige Nederlandse cabaretwereld. Toch kon Kan niet zonder haar raad. ‘Ik ben opgebouwd uit ontelbare stukjes twijfel, door Corry bijeengehouden’, zou hij over haar zeggen (gecit. NRC Handelsblad, 2-2-1988). Iedere voorstelling legde hij aan haar voor, en na iedere voorstelling haalde hij haar op het podium. Dat Vonks kritiek van waarde was geweest, bleek bij Kans laatste oudejaarsconference in 1982. Kort daarvoor was Vonk getroffen door een beroerte, waardoor het programma zonder haar opmerkingen op de planken gebracht werd. Het was een teleurstellende avond.

Kans onverwachte dood in september 1983 betekende voor Vonk een groot verlies. ‘Ik weet dat hij dood is’,  zei ze na zijn overlijden. ‘Maar ergens binnen is er toch die hoop. Als de telefoon gaat denk ik, dat is vast Wim’ (De Telegraaf, 31-12-1983). De laatste jaren van haar leven bracht ze in zwakke gezondheid en eenzaamheid door in een sober huis in de bossen bij Rheden. Daar overleed Corry Vonk eind januari 1988. Ondanks haar lange carrière als onafhankelijke revuester, herdacht de Nederlandse pers Corry Vonk na haar dood vooral als ‘de vrouw achter Wim Kan’.

Naslagwerken

Honig (incl. repertoirelijst).

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: persoonskaart Cornelia Diderika Vonk.
  • Theater Instituut Nederland, Amsterdam: documentatiemap Vonk.

Literatuur

  • Corry Vonk en Wim Kan, Honderd dagen uit en thuis (Amsterdam 1963; 1ste dr. 1946).
  • Wim Kan, Corry en ik (Amsterdam 1984; 1ste dr. 1953).
  • Wim Ibo, En nu de moraal van dit lied. Overzicht van 75 jaar Nederlands cabaret (Amsterdam 1970).
  • Wim Ibo, 40 jaar Wim Kan met Corry aan zijn zijde (Amsterdam 1976).
  • Nadet Somers en Frans Schreuder, Gestrand in Indië. Muziek en cabaret in gevangenschap (Zutphen 2005).
  • Interviews o.a. door Bibeb in Vrij Nederland, 19-8-1961; in Haagsche Courant 28-4-1966; in Brabants Dagblad, 27-4-1971; door Henk van der Meyden in Nieuws van de Dag, 22-6-1974; in Libelle 5-5-1978; door Leo Thuring in Het Binnenhof, 18-4-1981; door Ruud Kuyper, in Algemeen Dagblad, 18-8-1981, en door Hans Vogel in Het Parool, 31-12-1984.
  • Necrologieën op 2-2-1988 in o.a. de Volkskrant; De Gelderlander; Het Parool; door Jacques d’Ancona in Leidsch Dagblad; door Hanny van der Harst in Trouw; door Henk van Gelder in NRC Handelsblad; door Ruud Kuyper in Algemeen Dagblad, en door Henk van der Meyden in De Telegraaf.

Illustratie

Met verloofde Wim Kan, ANP, 1931 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).

Auteur: Liesbeth Sparks

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 899

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.