Delden, Elsebe van (1371-1458)

 
English | Nederlands

DELDEN, Elsebe van, vooral bekend als Elsebe Hasenbroecks (geb. Oldenzaal? 1371 – gest. Diepenveen 4/5-10-1458), procuratrix van het klooster Diepenveen. Dochter van Werner van Delden en Geertruid van Denen. Elsebe van Delden trouwde rond 1387 met Roelof Hasenbroecks (gest. voor 1397). Uit dit huwelijk werden 2 dochters en 1 zoon geboren.

De ‘vita’ van Elsebe Hasenbroecks is opgenomen in het zusterboek van het in 1408 gestichte Diepenveen, het eerste vrouwenklooster van de Moderne Devotie. Het zusterboek bevat de levensverhalen van de eerste twaalf zusters. Elsebe was volgens haar ‘vita’ het jongste kind van zeer rijke ouders. Op jeugdige leeftijd trouwde zij met Roelof Hasenbroecks. Na zijn vroege dood bleef Elsebe achter met drie kleine kinderen. Toen Elsebes broer Johan intrad in het klooster Munnikhuizen bij Arnhem, begon Elsebe steeds meer te verlangen naar het kloosterleven. Op zijn advies zocht zij contact met Zwedera van Rechteren, die samen met Jutte van Ahaus naast het Meester-Geertshuis in Deventer woonde. Na het overlijden van haar beide dochtertjes trok Elsebe met haar zoontje bij hen in.

De vrouwen waren zeer enthousiast toen rector Johannes Brinckerinck in 1400 zijn plannen voor een klooster in Diepenveen ontvouwde. Nog voor Elsebe zeker wist of ze zou mogen intreden, schonk ze ‘een groot deel ongeteld geld om dat klooster mee te timmeren’. Brinckerinck maakte haar duidelijk dat zij zich hiermee geen plaatsje kon kopen, maar niettemin zorgde hij ervoor dat haar zoontje ergens werd ondergebracht, zodat Elsebe kon toetreden tot het klooster.

Elsebe werd ingekleed toen ze 36 jaar was. Zij kreeg de zorg voor de financiële zaken toegewezen. De samenwerking met priorin Salome Sticken en subpriorin Katharina van Naaldwijk was volgens het zusterboek voorbeeldig. Ook wordt vermeld dat zij tijdens de mis engelen op het altaar zag, en dus ‘de gratie der schouwing’ genoot. Elsebe vervulde 33 jaar lang de functie van procuratrix. Nog als 86-jarige, blind en doof, was zij dag en nacht aanwezig bij het koorgebed, de voorlezingen in de refter en bij het wekelijkse schuldkapittel. Elsebe Hasenbroecks overleed op 4 of 5 oktober 1458.

Naslagwerken

Carasso-Kok; NNBW.

Handschriften

  • KB Brussel, Handschriften: 8849-8859, Handschrift B, fol. 87v-108v [Latijnse vertaling van de ‘vita’].
  • Stads- en Athenaeumbibliotheek, Deventer, Handschriften: Suppl. 198 (101 E 26), fol. 87v-108v.
  • Historisch Centrum Overijssel, Zwolle: Collectie van Rhemen, inv. nr. 1, handschrift D, fol. 107a-107d.

Literatuur

  • Van den doechden der vuriger ende stichti­ger susteren van Diepen Veen (‘Handschrift D’). Eerste gedeelte - De tekst van het handschrift, D.A. Brinkerink ed. (Leiden 1904) 203-222.
  • W.J. Kühler, Johannes Brinckerinck en zijn klooster te Diepenveen (Rotterdam 1908; 2de dr. 1914).
  • Johanna W.A. Naber, Vrouwenleven in prae-reformatietijd, bezegeld door den marteldood van Wendelmoet Claesdochter (Den Haag 1927) 45-49.
  • Wybren Scheepsma, Deemoed en devotie. De koorvrouwen van Windesheim en hun geschriften (Amsterdam 1997) [bevat een uitgebreide literatuuropgave].
  • Anne Bollmann, Frauenleben und Frauenliteratur in der Devotio moderna. Volkssprachige Schwesternbücher in literarhistorischer Perspektive (z.p. 2004).

Auteur: Dimphéna Groffen

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.