Flandrina van Oranje (1579-1640)

 
English | Nederlands

FLANDRINA prinses van ORANJE (geb. Antwerpen 18-8-1579 gest. Sainte Croix, bij Poitiers 16-4-1640), abdis. Dochter van Willem prins van Oranje (1533-1584) en Charlotte de Bourbon (1547-1582).

Charlotte Flandrina werd in 1579 geboren in Antwerpen als vierde dochter uit het huwelijk van Willem van Oranje en zijn derde vrouw, Charlotte de Bourbon. Zij werd op 18 oktober gedoopt en ontving daarbij als petekind van de Staten van Vlaanderen – naar wie ze was genoemd – een jaargeld van tweeduizend gulden. Als enige van de zes dochters van Charlotte de Bourbon ontbreekt Flandrina in de portretreeks die de Antwerpse schilder Daniel van den Queeborn tussen 1580 en 1582 van het gezin van Willem van Oranje maakte. Enigszins mismaakt bij haar geboorte, had zij haar hele leven een zwakke gezondheid: ze was klein van gestalte en nogal doof. Flandrina was nog geen drie jaar oud toen haar moeder in mei 1582 overleed. In september van dat jaar werd zij aan de familie Bourbon-Montpensier in Frankrijk afgestaan, mogelijk als gebaar van verzoening tussen beide families. Daar kreeg zij volgens de gemaakte afspraken aanvankelijk een protestantse opvoeding. Na de dood van Willem van Oranje trachtte zijn weduwe, Louise de Coligny, tevergeefs Flandrina toegewezen te krijgen.

Flandrina groeide op onder hoede van haar katholieke tante Jeanne van Bourbon, abdis van de kloosters Jouarre en Ste. Croix (Poitiers). In deze kloosters bracht de Oranjeprinses haar jeugd door en werd zij door haar tante voorbereid op het kloosterleven, zeer tegen de wil van de Oranjes. Zo schreef haar halfzus Louise Juliana aan haar oom verontwaardigd over de druk die op Flandrina zou worden uitgeoefend om de kloostergeloften af te leggen: ‘Wat u mij liet weten over mijn zusters Catharina en Flandrina die opgevoed worden in een religie die strijdig is met de onze, verzeker ik u dat dit mij oneindig verdriet doet’ (Louise Juliana aan Jan van Nassau, 3-1-1595). Ondanks het verzet van haar familie legde Flandrina op 15 november 1595 de kloostergeloften af. Daarbij kreeg zij de naam Charlotte, maar zij bleef haar brieven ondertekenen met Flandrina.

Abdis

Flandrina werd priorin van het Benedictijner klooster Ste. Croix en werd op 25 juli 1605 door de bisschop van Poitiers als opvolgster van haar tante tot abdis gewijd. Haar zuster Charlotte Brabantina was daarbij aanwezig. Onder haar bestuur steeg het aantal nonnen van dertig tot negentig (Van Ditzhuyzen, 102). Tot haar dood hield Flandrina de leiding van het klooster, dat zij reorganiseerde en waar zij de kloostertucht herstelde. Als abdis zette zij zich vooral in voor een sobere levensstijl en het beoefenen van barmhartigheid.

Flandrina had een goede band met haar in Frankrijk wonende zusters Elisabeth en Charlotte Brabantina, die haar regelmatig bezochten. Haar pogingen om hen tot het katholicisme te bekeren verstoorde hun verstandhouding niet; uit hun correspondentie spreekt een hartelijke toon. Ook met haar stiefmoeder en Frederik Hendrik hield Flandrina contact. Haar halfbroer bezocht haar in 1598 en schonk haar bij die gelegenheid zestien paneeltjes met voorstellingen uit het leven van de heilige Radegondis, de patrones van Flandrina’s klooster. Flandrina heeft invloed gehad op haar neven Henri de La Tremoille en Frederik Maurits de La Tour d'Auvergne, die eveneens tot het katholicisme zouden overgaan. Ook zou zij een rol gespeeld hebben bij de overstap tot het katholicisme van de Hademartak van de Nassaus. Flandrina van Oranje overleed op 16 april 1640 na een ernstige ziekte, op zestigjarige leeftijd. Haar leven heeft grotendeels in het teken gestaan van haar toewijding aan het katholieke geloof en haar kloosterplichten.

Naslagwerken

Dek Nassau; Van Ditzhuyzen; NNBW; Oranje van A tot Z.

Archivalia

Koninklijk Huisarchief, Den Haag: Archief Willem I van Oranje-Nassau. Archief Frederik Hendrik van Nassau.

Literatuur

  • Johanna W.A. Naber, Prinsessen van Oranje en hare dochters in Frankrijk (Haarlem 1901).
  • N. Japikse, ‘De huwelijken van de dochters van prins Willem’, in: Idem, De geschiedenis van het huis Oranje Nassau (Den Haag 1937) 145-154.
  • E. van Beusekom red., Moeders uit ons vorstenhuis (Amsterdam 1938) 59-71.
  • J.C. van der Does, Prinsessen uit het huis van Oranje (Putten 1938) 97.
  • P. Scherft, Het sterfhuis van Willem van Oranje (Leiden 1966) 39-46.
  • Jacqueline Doorn, De prijs van het bloed 1584-1625. De kinderen van Willem van Oranje, hun rol en hun lot (Zaltbommel 1984).
  • P. Marchegay, Soixante-cinq lettres de Flandrine de Nassau, abbesse de Sainte-Croix Poitiers, à sa soeur Charlotte-Brabantine de Nassau, duchesse de Roche-Baritaud (z.p. 1872).
  • Jean Luc Tulot, ‘Le monde des La Tremoille dans le premier XVIIe siècle’ [Correspondentie van o.a. de Nassau-Bourbon prinsessen]. URL: http://pagesperso-orange.fr [laatst geraadpleegd: november 2009].

Illustratie

[In bestelling]

Auteur: Matty Klatter

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 193

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.