Fornenbergh, Johanna Maria van (1651-1728)

 
English | Nederlands

FORNENBERGH, Johanna Maria van (ged. Altona, bij Hamburg 9-11-1651 – gest. Den Haag 12-4-1728), toneelspeelster. Dochter van Jan Baptist van Fornenbergh (1624-1697), theaterdirecteur en toneelspeler, en Helena Heusen (ca. 1622-1680), toneelspeelster. Johanna van Fornenbergh ging op 14-11-1665 in Hamburg in ondertrouw met Gillis Nozeman (1627-1682), toneelspeler en toneelschrijver. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 9 zoons geboren, van wie de dochter en 3 zoons jong overleden.

Johanna van Fornenbergh werd geboren in Hamburg tijdens een buitenlandse tournee van haar ouders, het toneelspelersechtpaar Jan Baptist van Fornenbergh en Helena Heus(en). Op 9 november 1651 werd ze in Altona, bij Hamburg, gedoopt in de Deutsch-Reformierte Gemeinde. De vele jong gestorvenen niet meegerekend had Johanna vier broers, Johan (1648/55-na 1697), Reynier (1657-voor 1684), Cornelis (1659-1684) en Alexander (1661-1697), en drie zusters: Susanna, Dorothea en Cornelia. De vier zusters stonden waarschijnlijk al heel jong op de planken en allemaal werden ze toneelspeelster bij de troep van hun vader.

Tournee en huwelijk

In 1665 ging Johanna van Fornenbergh, samen met haar waarschijnlijk jongere zusje Dorothea en haar broers Johan en Reynier, mee op de tournee van haar vaders toneelgezelschap die de volgende twee jaar langs de vorstenhoven van Sleeswijk-Holstein, Denemarken en Zweden zou voeren. Ze was net veertien jaar oud toen ze aan het begin van deze tournee, op 14 november 1665, in Hamburg in ondertrouw ging met de 38-jarige acteur en weduwnaar Gillis Nozeman, compagnon van haar vader. Een Hamburgse notaris regelde de inschrijving van het huwelijk in Amsterdam en Den Haag. De verbintenis had vermoedelijk ook een zakelijke kant: door dit huwelijk zouden de toneelbezittingen van het gezelschap – kostuums, decors, rekwisieten – in de familie kunnen blijven.

Het jaar daarop traden de ‘Nederlandske Comedianter’ van Jan Baptist van Fornenbergh voor een jaar in dienst van het Zweedse hof van koningin-regentes Hedwig Eleonora en haar tienjarige zoon, koning Karel XI. Die eervolle aanstelling had de troep te danken aan de goede reputatie die ze aan de hoven had opgebouwd, aan haar veelzijdige repertoire en kundige spelers en speelsters (Albach, 103). Vrijwel zeker maakte Johanna van Fornenbergh deel uit van het gezelschap dat op 22 februari 1667 het nieuwe hoftheater in Stockholm inwijdde met een voorstelling in het Nederlands van het gelegenheidsstuk Stockholms Parnas ofte Inwijdingh van de Konincklijke Schouwburg, gevolgd door het treurspel Het huwelijk van Orondates en Statira.

Over het acteertalent van Johanna van Fornenbergh is weinig bekend, maar in 1704 wordt ze in de voorrede tot De wanhebbelijke liefde – weliswaar bijna veertig jaar na dato – genoemd als ‘toen [nl. in 1665] reeds ene voorname toneelspeelster’ (gecit. Kossmann, Das niederländische Faustspiel, 116). Dat was dus ten tijde van haar huwelijk, toen ze nog heel jong was.

Na haar terugkeer in het vaderland beviel Johanna van Fornenbergh van haar eerste kind, dat op 23 oktober 1667 in de Haagse Kloosterkerk Helena werd gedoopt, naar Johanna’s moeder. Dit meisje stierf jong. Hierna volgden nog negen zoons: Johannes, in 1669 in Hamburg geboren, Carel (1674), Gabriël (1677), Matthijs (1679), Gillis (1680) en Gerrit (1682), terwijl drie andere op zeer jonge leeftijd stierven. Tot dit kinderrijke gezin hoorde ook Maria Nozeman, een dochter uit het eerdere huwelijk van Gillis Nozeman met de toneelspeelster Ariana van den Bergh. Deze stiefdochter van Johanna trouwde in 1682 met Jan Baptist van Fornenbergh, Johanna’s vader. Zo waren Johanna van Fornenbergh en de slechts tien maanden jongere Maria Nozeman niet alleen stiefmoeder en stiefdochter, maar werden ze door dit huwelijk ook elkaars schoonzusters.

Deze verknoopte familierelaties leidden na de dood van Gillis Nozeman in 1682 tot een gecompliceerde erfeniskwestie. Nozeman, die geen testament had gemaakt, liet een behoorlijk kapitaal na: behalve twee huizen ook een collectie toneelkostuums en decors. Na aftrek van de schulden bedroeg de erfenis 8850 gulden. Johanna van Fornenberg en Maria Nozeman vochten de nalatenschapskwestie uit tot aan het Hof van Holland, maar uiteindelijk werd het geschil in der minne geschikt (Kossmann, Das niederländische Faustspiel, 125).

Einde van de toneelcarrière

In april 1683, nog geen jaar na de dood van haar man, zwoer Johanna van Fornenbergh haar toneelcarrière af door ten overstaan van de gereformeerde kerkenraad in Den Haag haar berouw te betuigen ‘van haar voorgaande komediespelen’ (Akten kerkenraad). Eerder al hadden haar zusters Dorothea en Cornelia en haar vader zich evenzo van het toneel afgekeerd. Voorzover bekend is Johanna na haar bekering inderdaad niet meer opgetreden. Met haar zes zoons verhuisde ze naar Amsterdam. Twee van hen, Johannes (Jan) en Gerrit, gingen ook aan het toneel, en Johannes trouwde in 1690 met de toneelspeelster Anna van Rijndorp. Johanna van Fornenbergh overleed op 12 april 1728 in Den Haag, 76 jaar oud.

Archivalia

  • Staatsarchiv Hamburg: Doopboek Deutsch-Reformierte Gemeinde, band V Bb 4A.
  • Haags Gemeentearchief: DTB, Trouwen, p. 57 [otr. 15-11-1665, bij attest van Hamburg]. Toegang 203 (Akten kerkenraad), inv. nr. 4, p. 211 (d.d. 2-4-1683).
  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Trouwen 487, p. 517 [otr. 14-11-1665, op akte van notaris Brucmans, Hamburg].
  • Nationaal Archief, Den Haag: Archief Hof van Holland, film nrs. 01066-01067, oktober 1698, stuk 111 (Geëxtendeerde sententies. Procesakten Maria Nozeman contra Johanna van Fornenbergh d.d. 8-10-1698).
  • Zie ook Kossmann, Das niederländische Faustspiel; Albach, Langs kermissen en hoven.

Literatuur

  • E.F. Kossmann, Das niederländische Faustspiel des siebzehnten Jahrhunderts (Den Haag 1910) 107, 115-116.
  • E.F. Kossmann, Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel in de 17e en 18e eeuw (Den Haag 1915) 1, 4, 6, 9.
  • Ben Albach, Langs kermissen en hoven. Ontstaan en kroniek van een Nederlands toneelgezelschap in de 17de eeuw (Zutphen 1977) 98, 102, 131, 132, 151, 153, 164 n. 83, 169 n. 151 en n. 159.

Auteur: Malou Nozeman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 362

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.