Fornenbergh, Susanna van (ca. 1645-na 1697)

 
English | Nederlands

FORNENBERGH, Susanna van (geb. ca. 1645 – gest. na 1697), toneelspeelster. Dochter van Jan Baptist van Fornenbergh (1624-1697), theaterdirecteur en toneelspeler, en Helena Heusen (ca. 1621-1680), toneelspeelster. Susanna van Fornenbergh trouwde (1) begin 1663 in Gent met Willem Ripperda (1638-1665); (2) op 1-6-1670 met Augustinus Henricx Ludeman, koopman uit Hamburg. Huwelijk (1), op 23-4-1663 nietig verklaard, bleef voor zover bekend kinderloos; uit (2) werd 1 dochter geboren.

Susanna van Fornenbergh was de oudste dochter van Jan Baptist van Fornenbergh, toneelspeler en leider van een reizende troep, en de toneelspeelster Helena Heusen. Waar en wanneer precies zij werd geboren is onbekend, waarschijnlijk terwijl haar ouders ergens op tournee waren. De vele jong gestorvenen niet meegerekend had Susanna vier broers, Johan (1648/55-na 1697), Reynier (1657-voor 1684), Cornelis (1659-1684) en Alexander (1661-1697), en drie zusters: Johanna, Dorothea en Cornelia. Vermoedelijk maakte Susanna al op jonge leeftijd deel uit van het gezelschap van haar vader, die in 1660 aan de Denneweg de eerste Haagse schouwburg stichtte.

In 1661 speelde Van Fornenberghs gezelschap tijdens de kermis in Delft. Ook Susanna trad op en bij die gelegenheid werd een Dordtse student, de latere dichter Coenraad Droste, verliefd op haar. Een jaar later, toen het gezelschap optrad in Dordrecht, ontving hij ‘van haar wedermin veel tekenen’, aldus Droste in zijn memoires (Overblijfsels, 17). Daarin memoreert hij haar ook als ‘een schoon en aardig dier’ en beschrijft hij hoe ‘kalver-liefde’ hem dagelijks naar de Haagse schouwburg dreef. De affaire liep echter op niets uit.

Susanna’s volgende minnaar was de 24-jarige Overijsselse jonkheer Willem Ripperda. Hij schaakte begin 1663 de nog minderjarige toneelspeelster en samen gingen ze naar Gent, waar ze trouwden. De bruidegom bleek echter een bigamist te zijn: hij was al getrouwd met een Française die in Parijs woonde met hun zoontje. Er volgde een rechtszaak voor het Hof van Holland, dat het huwelijk al in april nietig verklaarde (Albach, 90). Susanna van Fornenbergh is hoogstens een paar maanden uit Den Haag weg geweest. Twee jaar later werd Ripperda, vlak voordat hij weer zou trouwen, door soldaten vermoord.

In augustus 1665 begon de troep van Van Fornenbergh aan een buitenlandse tournee. De hele familie ging mee behalve Susanna die waarschijnlijk thuis bleef om op haar jongste zus, Cornelia, en haar twee jongste broers, Cornelis en Alexander, te passen. Pas in 1667 keerde de troep terug naar de Nederlanden.

Susanna van Fornenbergh was ongeveer 25 jaar oud toen zij in 1670 trouwde met Augustin Hindricks Ludeman, een koopman uit Hamburg. Susanna’s vader leende het paar duizenden guldens (Albach, 136). In Hamburg liet het echtpaar twee jaar later – op 29 december 1672 – een dochtertje Anna Helena dopen. Susanna’s moeder, Helena Heusen, was daarbij aanwezig. Voor zover bekend is Susanna van Fornenbergh na haar huwelijk niet meer opgetreden. Later verhuisden zij en haar man naar het Duitse Kassel, waar haar broer Johan muntmeester was van de landgraaf van Hessen-Kassel.

In 1697, na het overlijden van haar vader, kwam Susanna van Fornenbergh naar Den Haag in verband met afwikkeling van de erfenis, waarin zes kinderen Van Fornenburgh deelden. Op 10 april 1697 droeg zij mede namens haar man haar aandeel in het huis aan de Denneweg met de daarachterliggende schouwburg en het achterhuis over aan haar broer Johan. Het is onbekend waar en wanneer Susanna van Fornenbergh is overleden.

Archivalia

Haags Gemeentearchief: toegang 372 (Notarieel Archief), inv. nr. 991 (not. J.W. Coopse) [overdracht Susanna’s aandeel in huis en schouwburg]; inv. nr. 992 (not. Dansioo) [prelegaat van Jan Baptist van Fornenbergh aan o.a. zijn dochter Susanna, huisvrouw van Ludeman].

Literatuur

  • Coenraed Droste, Overblyfsels van geheugchenis, R. Fruin ed. (Leiden 1879) deel 1, 17-19.
  • E.F. Kossmann, Das niederländische Faustspiel des siebzehnten Jahrhunderts (Den Haag 1910) 107, 119.
  • E.F. Kossmann, Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel in de 17e en 18e eeuw (Den Haag 1915) 1, 3.
  • H. Hardenberg, ‘Jan Baptist en zijn dochters’, in: Idem, Halen … zakken. Verhalen over artiesten en toneelleven van vroeger (Den Haag 1967) 11-25.
  • Ben Albach, Langs kermissen en hoven. Ontstaan en kroniek van een Nederlands toneelgezelschap in de 17de eeuw (Zutphen 1977) 89-90, 98, 116, 164 n. 83.
  • Leo Adriaenssen, ‘Brabantse bastaarden. Verboden vruchten uit ontucht, overspel, incest en incontinentie in Noord-Brabant, 1400-1800’, De Brabantse Leeuw 50 (2001) nr. 3, 129-192, aldaar 170-171 [over Willem Ripperda].

Auteur: Malou Nozeman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 335

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.