© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Eva Moraal, Gottschalk, Marie Karoline Elisabeth, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Gottschalk [24/11/2016]
GOTTSCHALK, Marie Karoline Elisabeth (geb. Mönchengladbach, Duitsland 28-10-1912 – gest. Amstelveen 14-9-1989), historisch geografe. Dochter van Heinrich Gottschalk (?-vóór 1944), textielarbeider, en Maria Paulina Hubertina Lyon (1877-na 1944). Elisabeth Gottschalk bleef ongehuwd.
Elisabeth Gottschalk werd geboren in een katholiek textielarbeidersgezin in het Duitse Mönchengladbach. Het is niet duidelijk of ze daar ook opgroeide of in Limburg – arbeiders in deze grensregio stoorden zich niet aan landsgrenzen: ze woonden daar waar werk was. Gottschalk volgde onderwijs in verschillende internaten, waar ze onder meer haar lo-akte haalde, en vond een baan in Margraten. Tot ongeveer haar 23ste woonde zij in het klooster van de Ursulinen in Weert (Langstraat 20), daarna in Veghel. In 1938 werd ze tot Nederlander genaturaliseerd.
Zeeuws-Vlaanderen
In 1941 behaalde Gottschalk haar mo-akte aardrijkskunde en ging ze lesgeven op een middelbare school in Helmond. Een jaar later vertrok ze naar het Zeeuws-Vlaamse Oostburg, waar ze van 1942-1949 lesgaf op het Koningin Wilhelmina-Lyceum. Al in de oorlog begon ze met wetenschappelijk onderzoek naar de historische geografie van Zeeuws-Vlaanderen. Omdat ze vanwege de oorlog geen bodemkundig veldwerk kon verrichten, moest zij zich beperken tot een archief- en literatuurstudie. Op basis van deze ervaring zou Gottschalk haar leven lang het gebruik van historische bronnen bij geografisch onderzoek bepleiten. Omdat haar eerste onderzoeksresultaten in de oorlog verloren zijn gegaan, begon zij na de bevrijding opnieuw.
In 1949 begon Gottschalk aan een universitaire studie sociale geografie in Utrecht – ze ging wonen aan de Oude Gracht (nr. 377). Na het behalen van haar doctoraal (1952) vond ze werk in het voortgezet onderwijs en woonruimte in Rotterdam. Hiernaast begon ze met haar promotieonderzoek naar de historische geografie van Zeeuws-Vlaanderen. In 1955 promoveerde ze bij de hoogleraar A.C. de Vooys cum laude op het eerste deel van Historische Geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen. In 1958 publiceerde ze deel twee en nog datzelfde jaar werd ze wetenschappelijk medewerkster in Utrecht. In 1962 volgde een benoeming tot lector in de historische geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze vestigde zich definitief in de nieuwbouwwijk Buitenveldert (Slangenburg 25).
Kustgebieden en overstromingen
Gottschalk specialiseerde zich in de ontwikkeling van de Nederlandse kustgebieden en werd een autoriteit op het gebied van overstromingen. Ze schreef enkele invloedrijke werken, zoals haar magnum opus Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland (drie delen, 1971-1977). Een rode draad in Gottschalks werk is de weerlegging van de destijds dominante stelling dat de bewoonbaarheid van het Hollands en Vlaams kustgebied de afgelopen millennia bepaald werd door wisselingen in de stormvloedfrequentie. Gottschalk toonde aan dat er meer factoren in het spel waren: dankzij haar onderzoek spreekt men tegenwoordig van de dynamiek van regionale kustprocessen, waarbij zowel stormvloeden als veranderingen in de zeespiegelstand een rol speelden. Ook maakte Gottschalk korte metten met een hele reeks aan ‘historische’ overstromingen, zoals de vermeende verwoesting van het Friese eiland Griend in 1287-1288, en toonde zij aan dat veel overstromingen lokaler waren dan gedacht.
In 1971 richtte Gottschalk een stichting op ter bevordering van de beoefening van de historische geografie – de Dr. A.A. Beekmanstichting, genoemd naar een van de grondleggers van de moderne (historische) geografie. Na haar emeritaat in 1977 voltooide zij nog een wetenschappelijke verhandeling over de historische geografie van Oost Zeeuws-Vlaanderen. Op haar zeventigste stopte Gottschalk met haar onderzoek. Ze koos voor een teruggetrokken leven met veel tijd voor haar hobby’s – muziek en letterkunde – en ging iedere zondag trouw naar de mis. Ze is haar leven lang vrijgezel gebleven; soms trok ze op met kinderen van bekenden, maar tot de meeste van haar voormalige collega’s bewaarde ze nog altijd ‘een vormelijke distantie’ (Heslinga, 79). Elisabeth Gottschalk stierf in Amstelveen op 14 september 1989.
Betekenis
Elisabeth Gottschalk heeft als geograaf recht willen doen aan de natuurlijke processen maar deze tegelijkertijd als historicus geplaatst binnen de politieke, bestuurlijke en economische context van het toenmalige tijdsgewricht. Volgens oud-collega Guus Borger heeft zij daarmee een eigen stempel gedrukt op de beoefening van de historische geografie in Nederland. Daarbij wilde Gottschalk zoveel mogelijk de bronnen zelf laten spreken. Voor haar was het doel van de historische geografie het achterhalen van de ontstaansgeschiedenis van het landschap; een mogelijk maatschappelijk nut van de opgedane kennis was voor haar irrelevant. Gottschalks standaardwerken werden door vakgenoten en critici lovend ontvangen en vonden ook buiten de kring van de historische geografie aftrek (Leeuwarder Courant, 21-8-1971 en 10-12-1977). Bij haar afscheid in 1977 prees de Utrechtse Rijksarchivaris M.P. van Buijtenen Gottschak haar met de Latijnse woorden ‘viriliter in re, muliebriter in modo’: manmoedig had ze zich als vrouw staande weten te houden in de mannenwereld van de geografie (Geografisch Tijdschrift 11, 1977, 321).
Archivalia
Stadsarchief Amsterdam: archiefkaart.
Publicaties
- Historische geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen, deel 1, Tot de Sint-Elisabethsvloed van 1404 (Assen 1955) [dissertatie]; deel 2, Van het begin der 15e eeuw tot de inundaties tijdens de tachtigjarige oorlog (Assen 1958; heruitgave Dieren 1983).
- Historische geografie in theorie en praktijk (Assen 1964).
- Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, deel 1, De periode vóór 1400 (Assen 1971; deel 2, De periode 1400-1600 (Assen 1975); Deel 3, De periode 1600-1700 (Assen/Amsterdam 1977).
- Transgressies en occupatiegeschiedenis in de kustgebieden van Nederland en België. Colloquium Gent 5-7 september 1978 (Gent 1980).
- De Vier Ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen. Een historisch-geografisch onderzoek betreffende Oost Zeeuws-Vlaanderen c.a. (Assen 1984).
Literatuur
- D.P. Blok e.a., red., Laag-Nederland. Historisch-geografische bijdragen betreffende Laag-Nederland ten afscheid aangeboden aan dr. M.K. Elisabeth Gottschalk (Amsterdam 1977).
- H.P.H. Jansen, ‘M.K.E. Gottschalk, Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland, II de periode 1400-1600’, BMGN 91(1976) 111-113.
- Cees L. Verkerk, ‘Laag-Nederland. Historisch-geografische bijdragen betreffende Laag-Nederland ten afscheid aangeboden aan dr. M. K. Elisabeth Gottschalk’, BMGN 95 (1980) 135-136.
- M.W. Heslinga, ‘In memoriam Elisabeth Gottschalk (1912-1989)’, Historisch-Geografisch Tijdschrift 8 (1990) 77-79.
- M.P. de Bruin, herz. Peter Sijnke (2011), ‘Maria Karoline Elisabeth Gottschalk’ in A. Teunis red., Encyclopedie van Zeeland, 3 delen (Middelburg 1982-1984), ‘Dr. M.K.E. Gottschalk, 1912-1989’, in Album Academicum, hoogleraren en gepromoveerden van 1632 tot heden [URL http://www.albumacademicum.uva.nl/cgi/b/bib/bib-idx?type=simple;lang=nl;c=ap;rgn1=entirerecord;q1=gottschalk;x=0;y=0;cc=ap;view=reslist;sort=achternaam;fmt=long;page=reslist;start=2;size=1; geraadpleegd 31-10-2016].
- Encyclopedie van Zeeland [URL https://encyclopedievanzeeland.nl/Maria_Karoline_Elisabeth_Gottschalk; geraadpleegd 31-10-2016].
Illustratie
Elisabeth Gottschalk, door onbekende fotograaf, 1964 (Bijzondere Collecties, Universiteit van Amsterdam).
Auteur: Eva Moraal (met dank aan Guus Borger).
laatst gewijzigd: 24/11/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.