Grebber, Catharina de (1495/1496-na 1515)

 
English | Nederlands

GREBBER, Catharina de (geb. Leiden 1495/1496 – gest. na 1515), op dertienjarige leeftijd geschaakt. Dochter van Pieter Claesz. de Grebber, schepen, en Alyt van Tetrode. Catharina de Grebber trouwde in 1509 met jonker Gerrit van Raaphorst (gest-1524). Voorzover bekend bleef dit huwelijk kinderloos.

Catharina de Grebber werd geboren in Leiden. Haar vader Pieter Claesz. de Grebber stamde uit een rijke regentenfamilie en was vele jaren schepen van Leiden. Catharina's moeder Alyt van Tetrode was een dochter van Jan Willemsz. van Tetrode, een welgestelde brouwer die ook werkzaam was in de lakennijverheid en zitting had in de veertigraad van Leiden. Catharina en haar ouders woonden op het Leidse ‘bon’ ’t Wolhuis: de stadswijk tussen Breestraat, Pieterskerkchoorsteeg, Langebrug en de Steenschuur.

De Wassenaarse maagdenroof

Op 21 september 1509 werd Catharina de Grebber geschaakt door Gerrit van Raaphorst, die daarbij werd geholpen door handlangers. Ze was toen pas dertien jaar oud. De leeftijd van Gerrit is niet bekend. De ouders van Catharina brachten de zaak voor het Hof van Holland, die Van Raaphorst op 1 maart 1510 veroordeelde tot verbanning uit Holland, Zeeland en Friesland en verbeurdverklaring van zijn goederen. Zijn kompanen kregen dezelfde straf. De schaking is goed gedocumenteerd dankzij het verzoek dat de dader in juni 1512 aan het Hof van Holland deed om teruggave van zijn geconfisqueerde goederen en opheffing van zijn verbanning. Het duurde drie jaar voordat het Hof van Holland tot een uitspraak kwam. In de Sententie gegeven op het interinement van brieven van pardon, noopende d'ontschaking van seecker jonge-dochter gedaen by Gerrit van Raephorst die het Hof in juni 1515 uitsprak, zijn de verklaringen van hem en van de vader van Catharina de Grebber nauwkeurig opgetekend.

Op vrijdagmorgen 21 september 1509 reden Pieter de Grebber en Alyt van Tetrode met hun dertienjarige dochter Catharina vanuit Leiden naar de kerk in Wassenaar. Ter hoogte van het huis Raaphorst – tegenwoordig onderdeel van landgoed De Horsten – stond de edelman Gerrit van Raaphorst hen met vier gewapende handlangers op te wachten. Met gespannen boog klommen zij op de wagen en schaakten zij Catharina: zij namen haar met geweld ‘uit de schoot van haar vader’. Catharina en haar ouders schreeuwden om hulp, maar Gerrit wist met Catharina te ontkomen naar Sassenheim, waar een andere handlanger hen met een schuit overzette naar Leimuiden. In de parochiekerk van Leimuiden trouwden Gerrit en Catharina in tegenwoordigheid van vele ‘notabelen en luiden van de curie’ – een datum wordt niet genoemd. Het huwelijk werd een paar dagen later opnieuw bevestigd in de Utrechtse Buurkerk. Uit de Sententie blijkt dat Catharina en Gerrit zich na de schaking onder meer ophielden in Culemborg, een bekende vrijplaats voor voortvluchtigen. Na ongeveer vijf maanden keerde Catharina terug naar haar ouders in Leiden.

Tot zover waren beide partijen het eens over de gang van zaken, maar over de verdere details lopen hun meningen uiteen. Gerrit beweerde dat Catharina uit eigen vrije wil met hem getrouwd was. Zij ging naar haar ouders om ‘pais en vree’ te maken en om hen te overreden, af te zien van een proces. De ouders van Catharina beweerden het tegendeel. Volgens hen was Catharina in Leimuiden door Gerrit verkracht, maar was haar schreeuwen – een doorslaggevend bewijs in het voordeel van het meisje – niet gehoord omdat de vrienden van Gerrit zoveel lawaai maakten. Catharina was naar haar ouders teruggekeerd omdat Gerrit haar slecht behandelde. Hij dwong haar binnenshuis te blijven en ze had zo weinig kleding dat ze niet eens een doek had om haar hoofd te bedekken. In de periode dat Catharina weer bij haar ouders in Leiden woonde, stond hij dagelijks voor hun deur en bedreigde hij de ouders met de dood. Volgens Pieter de Grebber wilde Catharina wel bij haar ouders blijven, maar probeerde Gerrit van Raaphorst haar te verleiden met een paar ‘trippen’ (muiltjes met houten zolen). Met succes, want ze was prompt met de bezorger ervan meegegaan naar Gerrit.

De raadslieden van het Hof van Holland kwamen op 15 juli 1515 tot een vonnis. De verbanning en de verbeurdverklaring van goederen werden opgeheven, maar de verkrachting van Catharina werd alsnog bestraft. Als boetedoening moesten Gerrit en zijn helpers blootshoofds en in linnen kleed, met een brandende kaars in de hand zowel het Hof als de beledigde ouders van Catharina om vergiffenis smeken. Op deze wijze werd er zowel voor de wereldlijke als voor de kerkelijke macht boete gedaan. Gerrit van Raaphorst moest bovendien in de kerk van Wassenaar een glasraam laten plaatsen met het opschrift: ‘Dit glas is alhier doen maken uit condemnatie [:veroordeling] van den Hove van Hollant, bij Gerrit van Raaphorst in beteringe van de vrouwen-schaak bij hem gedaan’. Dat glas heeft hij inderdaad laten maken, maar bij de Beeldenstorm van 1566 is het vernield.

Onduidelijk is of Catharina definitief naar Gerrit van Raaphorst terug is gegaan. Met hem liep het slecht af. In 1522 raakte hij in Woerden verzeild in een ruzie waarbij een dode viel. Op 24 december 1524 werd hij daarom veroordeeld en in Den Haag op het Groene Zoodje onthoofd. Het is niet bekend of Catharina toen nog leefde. Evenmin is bekend of er uit hun huwelijk kinderen zijn geboren.

Reputatie

De schaking van Catharina de Grebber genoot in de tijd zelf al de nodige bekendheid, onder andere dankzij het feit dat de Sententie van 1515 direct in druk verscheen. Het verhaal moet ook sterk tot de verbeelding hebben gesproken. Zo bestond er een lied over de zaak dat rond 1640 werd gepubliceerd in Het oudt Haerlems liedeboek (70). Het lied verhaalt hoe de De Grebbers op weg naar de kerk worden tegengehouden door Gerrit van Raaphorst, die Catharina beschuldigt van het jagen op zijn konijnen: ze zouden onder de zitplank van de bok verstopt zijn. Vader de Grebber wordt boos, zet Catharina van zijn schoot om te laten zien dat ze niets verbergen. Gerrit ziet zijn kans schoon en grijpt Catharina van de wagen. In triomf rijdt hij met haar weg en roept: ‘’t Was mij niet om hazen of konijnen te doen/ Ik heb het wild al dat ik zocht’.

In de literatuur is lange tijd de nadruk gelegd op de onschuld en de jeugd van de dertienjarige Catharina. Volgens Gerrit Kalff kan het lied hebben gediend ter ondersteuning bij het beroep dat Van Raaphorst in 1512 had aangespannen bij het Hof van Holland. Hij meent dat Pieter de Grebber inbreuk had gemaakt op het jachtrecht van Van Raaphorst en dat dit de aanleiding was voor de schaking van Catharina, die er dus geheel buiten stond. Volgens Herman Brinkman is het lied al kort na de schaking geschreven (60). Hij leidt dit af uit het ontbreken van feitelijke informatie in de processtukken. Brinkman stelt eveneens dat Catharina’s ouders zich drukker maakten om haar welzijn dan om haar jonge leeftijd. In zijn column in het Elektronisch Tijdschrift voor de Neerlandistiek schrijft Willem Kuiper dat Brinkman zich te veel met vader De Grebber identificeert en te weinig met Gerrit van Raaphorst en Catharina. Een dertienjarig meisje was voor middeleeuwse begrippen niet te jong om te trouwen. Catharina is op zijn minst met voorkennis en haar instemming door Gerrit geschaakt, aldus Kuiper. Het lied spitst zich toe op de listige manier waarop Gerrit van Raaphorst Pieter de Grebber in de luren legt. Catharina wordt van het jagen op zijn konijnen beticht, Pieter de Grebber laat daarop zijn dochter los en Gerrit gaat er met zijn ‘konijntje’ vandoor. Hij heeft haar letterlijk ‘uit de schoot van haar vader’ weggenomen.

Naslagwerken

Van der Aa; Kok.

Archivalia

Nationaal Archief, Den Haag: toegang 3.03.01.01 (Archief van het Hof van Holland, 1428-1811), inv. nr. 5675 (Naam- en zaakindices op de criminele sententies); inv. nr. 5648 (Registers van criminele zaken of criminele boeken).

Literatuur

  • Sententie gegeven op het interinement van brieven van pardon, noopende d'ontschakinge van seecker jonge-dochter, gedaen by Gerrit van Raephorst (ged. 15 july 1515). Gedruckt na de copy d'anno 1515. Knuttel Pflt. 9 en Pflt. 8960.
  • Het oudt-Haerlems liedeboek, inhoudende veele historiale ende amoureuse liedekens: oock taefel, bruyloft ende scheydt-liedekens (Haarlem [ca. 1640]) 70.
  • Lieuwe van Aitzema, Saken van staet en oorlogh, deel 5, 44ste boek (Den Haag 1670) 158-160.
  • Simon van Leeuwen, Batavia illustrata, ofte Verhandelinge vanden oorspronk, voortgank, zeden, eere, staat en godtsdienst van oud Batavien, mitsgaders van den adel en regeringe van Hollandt (Den Haag 1685) 1054-1058.
  • G. Kalff, Het lied in de Middeleeuwen (Leiden 1884; herdr. Arnhem 1966) 136-138.
  • C.A. van Sypesteyn, ‘Eene schaking door Gerrit van Raaphorst’, in: Idem, Holland in vroegere tijden: merkwaardige personen en schetsen uit het maatschappelijk leven (Den Haag 1888) 239-248.
  • U.J. Heerma van Voss, Defloratie en onderzoek naar het vaderschap in het oud-vaderlandsch recht (Amsterdam 1889) 18-37.
  • P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad, deel 2 (Den Haag 1912) 192.
  • G. Kalff, ‘Uit de geschiedenis der Nederlandsche vrouw’, Vragen des Tijds (1916) 205.
  • H.J. Honders, Uit de historie van de Dorpskerk te Wassenaar (Den Haag 1937) 21-25.
  • B.W.E. Veurman, ‘Er was een kind, zo klein een kind ...’, Rekenschap 12 (1965) 82-94.
  • B.W.E. Veurman, ‘Over oude balladen in de zeventiende eeuw’, Neerlands Volksleven 26 (1976) 65-93.
  • H.F.K. van Nierop, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (Dieren 1984) 99-105.
  • H. Brinkman, Dichten uit liefde. Literatuur in Leiden aan het einde van de Middeleeuwen (Hilversum 1997) 59-62.
  • W.T.J.M. Kuiper, ‘Onder de Groene Linde’, column nr. 33, Elektronisch Tijdschrift voor Neerlandistiek (1997) [www.neder-l.nl].
Illustratie

Vers 4 en 5 [regels 16-25] van de volksballade ‘Van Gerrit van Raephorst’ uit Het oudt-Haerlems liedeboek. (Foto: Marja Volbeda).

Auteur: Marja Volbeda

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 81

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.