Henríquez, Isabella (ca. 1610-1680/1683)

 
English | Nederlands

HENRÍQUEZ, Isabella, ook bekend als Isabel Enríquez (geb. ca. 1610 – gest. tussen 1680 en 1683), dichteres. Zij bleef voor zover bekend ongehuwd.

Achtergrond

Isabella Henríquez geldt samen met Isabel Correa als een van de weinige joodse dichteressen die vóór 1800 in de Noordelijke Nederlanden actief waren. Van haar familieachtergrond is niets bekend. Vanwege haar achternaam wordt ze wel in verband gebracht met de cryptojoodse Spaanse toneelschrijver Antonio Enríquez Gómez.

Tot circa 1635 woonde Isabella Henríquez in Madrid. Zij behoorde tot de ‘conversos’ of ‘nieuwe christenen’, joden die zich na de verbanningsedicten van Spanje (1492) en Portugal (1497) hadden bekeerd tot het christendom om hun land niet te hoeven verlaten. Op deze groep rustte de verdenking dat zij in het geheim hun oude geloof nog aanhingen, een reden waarom zij door de Inquisitie werden vervolgd. Isabella Henríquez genoot echter aanzien in de literaire kringen van Madrid. Zo moet zij in verbinding hebben gestaan met de joods-Portugese dichter Isaac (vóór zijn overgang tot het jodendom Fernando) Cardoso, die zijn werk Panegyrico y excelencias del color verde (Madrid 1634/5) aan haar opdroeg. Een lofzang op de auteur Miguel de Silveira is opgenomen in diens Partenope Ovante. Beide werken zijn niet meer beschikbaar, maar de band met Cardoso en Silveira wijst er mogelijk op dat Isabella Henríquez behoorde tot een groep Portugese conversos aan het hof van de Spaanse koning Filips III (reg. 1598-1621) en zijn opvolger Filips IV (reg. 1621-1665).

Omstreeks 1634 moet Isabella Henríquez zijn aangekomen in Amsterdam, waar zij zich aansloot bij de joods-Portugese gemeente. Ze werd actief in de literaire kringen van deze sefardische gemeenschap, die een zeer bloeiend literair leven kende. Ook Cardoso vestigde zich in de Republiek, zoals blijkt uit een brief die hij haar in 1668 schreef.

In 1684 werd Isabella Henríquez genoemd door Miguel de Barrios (na zijn overgang tot het jodendom Daniel Levi) in zijn Relación de los poetas y escritores españoles de la nación Judayca Amsterdama. Hij beschrijft Henríquez als ‘beroemd in de Academias in Madrid vanwege haar zeldzame scherpzinnigheid.’ Hij sprak over haar in de verleden tijd, waaruit afgeleid kan worden dat Henríquez inmiddels was overleden. Na 1684 worden er geen verwijzingen naar Isabella Henríquez meer aangetroffen. Er wordt verondersteld dat zij in Amsterdam is gestorven, maar hiervoor zijn geen bewijzen.

Werk

Het enige overgeleverde werk van Isabella Henríquez is een tienregelig Spaans gedicht, een décima, opgedragen aan de rabbijn Isaac Aboab, naar aanleiding van de aanwezigheid van een uitzonderlijk groot ei in zijn huis. Henríquez schreef dit gedicht in 1636 of Amsterdam: ‘Este asombro, este portento,/ Que engañosa fantasia/ Basilisco o Aspid cría/ Yerro es del entendimiento:/ Pues si bien se mira atento,/ La divina Providencia/ Premiando está tu eloquencia/ En este Monstruo que ves,/ Lo grande tu virtud es,/ Y la corona tu ciencia.’ (‘Deze vervreemding, deze verwondering/ wat een bedrieglijke fantasie/ Basilisk of adderjong/ dat het verstand te boven gaat/ Maar als je goed kijkt/ heeft de goddelijke voorzienigheid/ jouw welsprekendheid beloond/ met het monster dat je ziet/ zo groot is jouw deugd/ bekroond door je kennis.’)

Barrios meldt dat Isabella Henríques dit gedicht zou hebben nagelaten 'entre sus obras poéticas' (onder haar poetische werken). Hieruit heeft men afgeleid dat er een heel manuscript was van Isabella Henríquez, maar dat is nooit gevonden.

Het hoge aanzien van dichteres Isabelle Henríques blijkt uit het feit dat de reeds genoemde Isaac Fernando Cardoso in 1634/5 zijn werk over de kleur groen aan haar opdroeg, en dat Miguel de Barrios twee gedichten aan haar wijdde. In 1679 droeg Barrios een décima aan haar op waarin hij haar schoonheid omschreef. Dit tienregelig gedicht werd herdrukt in zijn Bello monte de Helicona (1686). Omdat zij toen al rond de zeventig moet zijn geweest, veronderstelt Fernando Díaz Esteban dat we misschien te maken hebben met een andere Isabel Henríquez. Het is niet duidelijk in welk jaar Barrios het andere gedicht aan haar opdroeg. In dit gedicht is sprake van een amulet voor een neefje, dat aangestaard wordt door het boze oog en de opdracht luidt: 'A la misma señora pidiendola una higa de azabache contra el aojo' (aan dezelfde dame, haar vragend om een gitzwart amulet tegen het boze oog). Hieruit maakt Meyer Kayserling op dat Isabella Henríquez mogelijk amuletten verstrekte.

Naslagwerken

Jewish Encyclopedia; NNBW.

Literatuur

  • M. de Barrios, Relación de los poetas y escritores españoles de la nación judayca Amsterdama (1684).
  • M. Kayserling, Sephardim: romanischen poesien der Juden in Spanien. Ein Beitrag zur Literatur und Geschichte der Spanish-portugiesischen Juden (Leipzig 1859; heruitg. Hildesheim 1971).
  • M. Kayserling, Biblioteca Española-Portugueza-Judaica (Straatsburg 1890; heruitg. met aanvullingen New York 1971).
  • F. Díaz Esteban, La poetisa entre los literatos. El ejemplo de Isabel Henríquez entre los judaizantes del siglo XVII, in: M. Bosse e.a. red., La creatividad feminina en el mundo barroco hispánico. María de Zayas - Isabel Rebeca Correa - Sor Juana Inés de la Cruz 2 (Kassel 1999) 419-438.

Auteur: Liesbeth Geevers

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.