Hermans, Adrienne Cécile Marie (1931-2007)

 
English | Nederlands

HERMANS, Adrienne Cécile Marie, vooral bekend als Adrienne van Melle-Hermans (geb. Den Haag 25-4-1931 – gest. Amsterdam 23-8-2007), vredesactiviste. Dochter van Johan Charles Joseph Winand Hermans (1885-1954), advocaat-generaal, en Henriette Wilhelmina Maria Schräder (1892-1947). Adrienne Hermans trouwde op 24-6-1967 in Leiden met Jacobus Pieter van Melle (geb. 1936), arts. Uit dit huwelijk, op 8-8-1991 ontbonden, werd 1 dochter geboren.

Adrienne Hermans werd in Den Haag geboren als vijfde kind in een welgesteld, rooms-katholiek gezin met drie jongens en vier meisjes. Ze groeide op in Zwollerkerspel bij Zwolle en in Arnhem, waar haar vader werkte als officier van justitie en (vanaf 1936) procureur-generaal bij het gerechtshof. Adrienne was dertien toen ze in september 1944 de Slag om Arnhem meemaakte. Het gezin werd daarna geëvacueerd; terwijl haar broers en zussen bij familie werden geplaatst, kwam zij terecht bij onbekenden waar ze zich niet welkom voelde. Toen Adrienne zestien was, overleed haar moeder aan tuberculose. Haar vader hertrouwde met zijn huishoudster, een vrouw met wie ze niet kon opschieten. Waarschijnlijk daarom werd Adrienne naar het O.L. Vrouw ter Eem Lyceum gestuurd, een meisjesinternaat in Amersfoort, waar ze het gymnasium afmaakte. Haar ervaringen daar bezorgden haar een afkeer van het katholicisme, waardoor ze zich nog meer een buitenbeentje voelde in het gezin. Vanaf haar jonge jaren was Adrienne lid van de padvinderij. Ze werd akela en hielp met de organisatie van massale jamborees.

Vredeswerk

Na haar eindexamen ging Hermans psychologie studeren in Leiden, maar ze moest de studie staken omdat ze door een verkeersongeluk een schedelbasisfractuur opliep. Ze kreeg aan de universiteit een baan als assistente van de – hervormde – kerkelijk hoogleraar Albert J. Rasker, die haar onder zijn hoede nam. Hermans werd halverwege de jaren zestig secretaris van de Christelijke Vredes Conferentie (CVC) Nederland, nam deel aan vrouwenconferenties en organiseerde reizen naar kerken in Oost-Europa. Ze voerde ook het secretariaat van de Praagse Vredesconferentie, die de contacten tussen oost en west wilde verbeteren, en bestudeerde Marx en het communisme – activiteiten die tijdens de Koude Oorlog verdacht werden gevonden.

In 1967 trouwde Adrienne Hermans met Co van Melle, een arts die ze bij een congres over het zendingswerk had leren kennen. Ze vonden elkaar in hun afkeer van onrecht, hun maatschappelijke betrokkenheid en zorg om de wereld. Vanwege zijn werk verhuisde het echtpaar naar Amsterdam, waar Adrienne van Melle-Hermans aanvankelijk slecht kon aarden. In 1970 zorgde ze dat ze een paar weken terug in Leiden was om in die stad te kunnen bevallen van dochter Nienke.

In 1979 was Van Melle-Hermans een van de oprichtsters van de Nederlandse tak van Women for Peace. Gestart na een Hiroshima-herdenking in Den Haag als protest tegen kernwapens, groeide Vrouwen voor Vrede (VVV) uit tot een brede feministische vredesbeweging, met aandacht voor onder meer vrouwenrechten en vluchtelingenproblematiek. Van Melle-Hermans leidde de Werkgroep Internationale Contacten en nam deel aan de Wereld Vrouwenconferenties van de Verenigde Naties in Kopenhagen (1980), Nairobi (1985) en Beijing (1995). In 1983 organiseerde ze de Nederlandse deelname aan de manifestatie Samen Tegen Atoom Raketten in Brussel. Ze liet onder andere 33.641 handtekeningkaarten van tegenstanders bij de NAVO bezorgen en regelde de treinreis voor vierduizend Nederlandse vredesvrouwen – daarbij kwamen haar ervaringen bij de padvinderij goed van pas.

Straaljagers, verkrachtingen en racisme

Van Melle-Hermans stopte al haar energie in haar werk – ze had een hekel aan vrije dagen en vakanties, en vond het lastig alledaagse contacten te onderhouden. Met haar man leefde ze intussen in onmin. Hij beschadigde in de nieuwjaarsnacht van 1988 op 1989 met een bijl straaljagers op de militaire luchtmachtbasis Woensdrecht, als protest tegen de voorgenomen levering van bommenwerpers aan Turkije. Van Melle-Hermans, die van niets wist en in geweldloosheid geloofde, werd erop aangekeken. Haar man kreeg een gevangenisstraf en bleef achter zijn actie staan. Het huwelijk werd in 1991 ontbonden.

In datzelfde jaar 1991 startte van Melle-Hermans een campagne tegen verkrachting van vrouwen en meisjes in voormalig Joegoslavië – mede daardoor wordt verkrachting in oorlogstijd tegenwoordig als oorlogsmisdaad gezien. Met VVV steunde ze deze regio ook tijdens de landelijke inzamelingsactie in 1993, waarna in 1994 in Bosnië een therapiecentrum werd opgericht voor getraumatiseerde vrouwen, en met de initiatiefgroep Stop de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië (1999).

Voor Van Melle-Hermans was rechtvaardigheid essentieel voor echte vrede. Ze bestreed racisme en probeerde mensen met verschillende achtergronden en religies dichter bij elkaar te brengen, niet alleen wereldwijd, maar ook in haar eigen woonomgeving. Ze was voorzitter van het wijkopbouworgaan van haar buurt ’t Overtoomse Veld en organiseerde bijeenkomsten voor buurtbewoners. Tot na haar zeventigste zat ze nog in de geschillencommissie van de Scouting.

Toen ze 72 jaar was, werd bij Adrienne van Melle-Hermans alvleesklierkanker geconstateerd, waarna een vier jaar durend gevecht begon, met chemokuren en talloze ziekenhuisopnames. Ze bleef zoveel mogelijk werken, wilde afmaken wat ze in gang had gezet en probeerde thuis al haar archieven te ordenen. Alleen haar dochter met gezin en Ania, een Poolse die ze had geholpen en als een tweede dochter beschouwde, liet ze nog toe in haar huis vol papieren. Adrienne van Melle-Hermans stierf op 23 augustus 2007 in Amsterdam. Ze werd 76 jaar.

Reputatie

In 1999 werd Adrienne van Melle-Hermans door VVV uitgeroepen tot Vredesvrouw van het jaar. In 2004 ontving zij van de Stichting voor Actieve Geweldloosheid de Gandhi Vredesduif, een prijs voor mensen die zich hebben ingezet voor geweldloosheid, en in 2005 was ze een van de vijf Nederlandse vrouwen die door PeaceWomen Across the Globe werden voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. Onder het motto ‘1000 Women for the Nobel Peace Prize 2005’ wilden zij erkenning voor het wereldwijde werk van vrouwen voor vrede – de nominatie werd niet overgenomen door de Nobelprijscommissie. Na haar dood typeerde Mies Brouwer van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties Adrienne van Melle-Hermans als ‘een vredesactiviste in hart en nieren’.

 

Archivalia

CBG, Den Haag: persoonskaart.

Publicaties

Adrienne van Melle-Hermans, ‘Het Joegoslavië-tribunaal: aandacht voor seksueel geweld’, Zijwind, eigen vrouwenwijs geloven 10 (1995) nr. 4, 18-19.

Zie verder: catalogus Atria, Amsterdam.

Literatuur

Illustratie

Adrienne van Melle-Hermans (r) en Sienie Strikwerda tijdens een persconferentie, door Marcel Antonisse, 1981 (Nationaal Archief / Fotocollectie Anefo).

Auteur: Monique van de Griendt

laatst gewijzigd: 01/02/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.