Hofmans, Margaretha (1894-1968)

 
English | Nederlands

HOFMANS, Margaretha (geb. Amsterdam 23-6-1894 – gest. Amsterdam 16-11-1968), gebedsgenezeres. Dochter van Fredrik Hermanus Hofmans (1869-1930), los werkman, en Hermania Penner (1867-1929). Margaretha Hofmans bleef ongehuwd.

Als oudste van vier kinderen in een Amsterdams arbeidersgezin moest Greet Hofmans vroeg uit werken om een beroepsopleiding voor haar broer en zusjes mogelijk te maken. Ze werd dienstbode en werkte later op een confectieatelier. Toen haar moeder in 1914 verlamd raakte, nam ze de huishouding op zich. Moeder en dochter deelden hun belangstelling voor muziek en dichtkunst, maar ook voor de theosofie. Na de dood van haar ouders werd de theosofie steeds belangrijker voor Greet Hofmans. Een stukgelopen verloving en de vroege dood van haar lievelingszusje in 1936 maakten haar nog introverter dan ze al was. Tijdens de Duitse bezetting ging ze in het verzet. Ze was actief in de voedselvoorziening en spande zich vooral in voor joodse onderduikers.

Medium

In de oorlogsjaren kwam Greet Hofmans onder de invloed van de occultist en spiritist J.W. Kaiser, die haar ‘aanleg voor het hogere’ hielp ontwikkelen. Begin 1946 meende ze de stem te horen van een ‘Meester’ die haar tot zijn werktuig wilde maken ter heling van de lijdende mensheid. Het was M.J.J. Exler, de in 1939 overleden homoseksuele vriend van Kaiser, en zelf een bekend occultist. Hofmans stond geheel voor hem open en Kaiser ging haar beschouwen als de geestelijk erfgenaam van Exler. Hij bracht haar in contact met de redactie van het blad Cosmisch Licht, gevestigd in een villa te Hattem. Daar werd ze in de weekeinden als medium het middelpunt van een kring welgestelde spiritisten. In 1947 gaf ze haar baan op en verhuisde naar Hattem, waar ze – net als Exler voor haar – als gast mocht inwonen op het landgoed Molencaten van W.J. baron van Heeckeren. Vanaf deze tijd begon Hofmans naam te maken als paranormaal genezeres. Vooral mensen met psychosomatische klachten voelden zich door haar rustgevende optreden geholpen. De gespreksgroepen die ze in Hattem organiseerde, trokken gegoede toehoorders van heinde en ver. Ze begon nu ook elders in het land lezingen te geven.

A.R.Z. graaf van Rechteren Limpurg uit Dalfsen, een van Hofmans’ cliënten en vertrouweling van prins Bernhard, heeft haar vermoedelijk geïntroduceerd bij de koninklijke familie. De Oranjes hadden vanouds een zekere belangstelling voor het paranormale en een hang naar het mystieke. De als ongeneeslijk gediagnosticeerde oogafwijking van de in februari 1947 geboren prinses Marijke (later: Christina) deed de vraag rijzen of ‘juffrouw Hofmans’ hier wellicht uitkomst kon bieden. Een extra aanbeveling was dat ze zich sinds 1948 niet meer beriep op paranormaal contact met Exler, maar met Christus.

Aan het Hof

Eind 1948 werd Greet Hofmans persoonlijk geïntroduceerd bij het koninklijk paar. Daarna reisde ze geregeld op en neer tussen Hattem en Soestdijk, waarbij ze soms op het paleis logeerde. De sociaal en ethisch bevlogen Juliana kon het onmiddellijk goed vinden met Hofmans, die een rotsvast vertrouwen in een betere wereld uitstraalde. Juliana’s gemaal werd kritisch toen vorderingen in de genezing van zijn dochter uitbleven. Het verontrustte hem dat Juliana zich aan het hof omgaf met personen die heilig in Hofmans geloofden. Zo had ze in januari 1950 baron Van Heeckeren aangesteld als particulier secretaris. Nog datzelfde jaar wist Bernhard te bereiken dat Hofmans geen onderdak meer op Soestdijk kreeg. Een jaar later – in 1952 – verhuisde Hofmans echter naar Baarn, dichtbij Soestdijk, waar ze een onderkomen kreeg in de tuin van het met Juliana bevriende echtpaar Mijnssen. Zo bleef ze tot groeiend ongenoegen van Bernhard een prominente verschijning in Juliana’s omgeving.

Hofmans en Kaiser speelden vanaf 1951 een belangrijke rol in de conferenties die op initiatief van Juliana en Wilhelmina werden gehouden op het jachtslot Het Oude Loo bij Apeldoorn. Internationaal vooraanstaande sprekers behandelden daar vanuit religieus-filosofisch perspectief vraagstukken van vrede en gerechtigheid voor een select gezelschap. Kaiser trad op als organisator en de deelnemers mochten bij Hofmans op consult. Prins Bernhard moest niets hebben van pacifistische gedachten zoals die over een ‘derde weg’ die hier besproken werden. Het idee dat Hofmans’ pacifistische wereldbeeld werd geassocieerd met uitlatingen van Juliana, zoals ze die in 1952 tijdens het staatsbezoek aan de Verenigde Staten deed, was hem een gruwel. Hofmans zette intussen haar praktijk voort. In 1954 verbleef ze een jaar in Venezuela.

Hofmans’ val werd in 1956 ingeleid door een artikel in het Duitse weekblad Der Spiegel (13-6-1956) met de sensationele kop ‘Staatskrise; Die Gesundbeterin’. Prins Bernhard, als militair geconfronteerd met een toenemende bezorgdheid in NAVO-kringen over een ‘pacifistische cel’ aan het Nederlandse hof, liet Hofmans in dit artikel afschilderen als een soort Raspoetin met grote invloed op staatszaken. De buitenlandse pers deed het voorkomen alsof Nederland in een ernstige constitutionele crisis verzeild was geraakt. Juliana zou echtscheiding overwegen – waar een kern van waarheid in zat – wat onvermijdelijk tot troonsafstand zou leiden. In juni 1956 kregen drie ‘wijze mannen’, L.J.M. Beel, P.S. Gerbrandy en jhr. A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, opdracht discreet orde op zaken te stellen. De prins kreeg zijn zin. Juliana zag af van echtscheiding en zou niet meer deelnemen aan de conferenties. Hofmans en haar aanhang ten paleize moesten het veld ruimen.

Ook al had Hofmans nu geen toegang meer tot de koninklijke familie, haar praktijk als genezeres leed er niet onder. Tot haar dood had ze bewonderaars in de hoogste kringen die hoog opgaven van haar rustgevende uitstraling. Met de familie Mijnssen, waar ze nog altijd gastvrijheid genoot, verhuisde ze in 1964 van Baarn naar Amsterdam. Vier jaar later overleed Greet Hofmans daar aan kanker, 74 jaar oud.

Reputatie

Na de paleiscrisis in 1956 deden allerlei fantastische verhalen over Greet Hofmans de ronde, gevoed door de geheimzinnigheid aan officiële zijde. In november 2008 maakte een publicatie over het rapport van de commissie-Beel uit 1956 een voorlopig einde aan deze speculaties. Volgens hofhistoricus Cees Fasseur bleek uit deze stukken dat de paleiskliek rond Hofmans, geleid door Juliana’s particulier secretaris Van Heeckeren, de koningin had doen geloven dat Bernhard haar krankzinnig wilde laten verklaren, zodat hijzelf als regent over kroonprinses Beatrix vrij spel zou krijgen. Deze complottheorie leidde tot een crisis in de relatie tussen het paar. De prins forceerde in 1956 zelf een oplossing door Der Spiegel en andere bladen te informeren. Hofmans komt uit Fasseurs verslag naar voren als een pion in een paleisoorlog, niet als een kwade genius à la Raspoetin.

Naslagwerken

BWN; PDC.

Archivalia

  • Koninklijk Huisarchief, Den Haag: rapport commissie-Beel [editie in Fasseur, 433-449].
  • Ministerie van Algemene Zaken, Den Haag: stukken van de commissie-Beel [niet openbaar].

Literatuur

  • H.J.A. Hofland, Tegels lichten of ware verhalen over de autoriteiten in het land van de voldongen feiten (Amsterdam 1972) 106-127.
  • W. Klinkenberg, Prins Bernhard. Een politieke biografie, 1911-1979 (Amsterdam 1979) 367-450.
  • M.G. Schenk en M. van Herk, Juliana, vorstin naast de rode loper (Amsterdam 1980).
  • H. Arlman en G. Mulder, Van de Prins geen kwaad. Prins Hendrik & andere dossiers van Oranje (Alphen a/d Rijn 1982) 110-164.
  • H. van Wijnen, De prins-gemaal. Vogelvrij en gekooid (Amsterdam 1992) 126-132, 273-277.
  • L.J. Giebels, Beel. Van vazal tot onderkoning. Biografie, 1902-1977 (Den Haag 1995) 391-420.
  • A. Bredenhoff en J.T. Offringa, Greet Hofmans. Occult licht op een koninklijke affaire (z.p. 1996).
  • J.G. Kikkert, Crisis op Soestdijk. Nederland als bananenmonarchie (Breda 1996).
  • G. Mulder en P. Koedijk, Lees die krant! Geschiedenis van het naoorlogse Parool, 1945-1970 (Amsterdam 1996) 307-336.
  • Hans Daalder, Drees en Soestdijk. Over de zaak-Hofmans en andere crises, 1948-1958 (Amsterdam 2005).
  • Lambert J. Giebels, De Greet Hofmans-affaire. Hoe de Nederlandse monarchie bijna ten onder ging (Amsterdam 2007).
  • Cees Fasseur, Juliana & Bernhard. Het verhaal van een huwelijk: de jaren 1936-1956 (Amsterdam 2008).

Illustratie

Portretfoto, door ANP, 1956 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).

Auteur: Redactie (dit lemma is o.a. gebaseerd op het BWN-lemma van J. Bosmans)

 

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 883

laatst gewijzigd: 04/09/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.