Hoogsaet, Catrina (1607-1685)

 
English | Nederlands

HOOGSAET, Catrina, ook bekend als Trijn Jans (geb. Amsterdam 1607 – gest. Amsterdam 1685), doopsgezinde vrouw met turbulent huwelijksleven, beroemd omdat zij zich door Rembrandt liet portretteren. Dochter van Jan Dircksz. Hoogsaet (1577-ca. 1618), kompasmaker, en Femmetje Jansdr. Brandaris (1577-ca. 1624). Catrina Hoogsaet trouwde (1) op 23-1-1627 in Amsterdam met Pieter Claesz. Croon of Creen (1599-1627/1628), schipper; (2) op 14-5-1637 in Amsterdam met Hendrick Jacobsz. Rooleeuw (gest. 1670), karmozijnverver, lakenkoper, doopsgezind predikant; (3) op 3-1-1673 in Amsterdam met Jan Schildt (gest. 1686), chirurgijn. Deze drie huwelijken bleven kinderloos.

Catrina Hoogsaet groeide op in Amsterdam in een doopsgezinde familie. Haar grootvader Dirck Pietersz. van Nierop was voorganger in de Waterlandse gemeente, maar haar vader trad in 1614 uit de congregatie. Waarschijnlijk heeft Catrina zich op volwassen leeftijd gereformeerd laten dopen. Na haar zeer korte eerste huwelijk bleef Catrina negen jaar lang alleen. In 1637 hertrouwde ze met Hendrick Jacobsz. Rooleeuw, een doopsgezinde weduwnaar met vijf kinderen. Met dit huwelijk keerde ze weer terug bij de Waterlanders.

Huwelijksproblemen

Het huwelijk tussen Catrina en Hendrick bleek geen succes. In 1644 waren de moeilijkheden zo hoog opgelopen dat het echtpaar door de doopsgezinde gemeente werd uitgesloten van het avondmaal. Uit een notariële akte blijkt bovendien dat de twee echtlieden in 1645 tegen elkaar procedeerden, iets wat ongehoord was aangezien het doopsgezinden verboden was problemen aan wereldse rechters voor te leggen. In de daarop volgende jaren liet Hendrick herhaaldelijk klachten over zijn vrouw bij de notaris registreren. Zo beschuldigde hij Catrina op 2 januari 1646 ervan dat ze drie jaar eerder kwaadgesproken had over de vader van zijn eerste echtgenote: deze zou het volgens Catrina op 78-jarige leeftijd met zijn veel jongere dienstmeid hebben aangelegd. Ook liet Hendrick optekenen dat zij goederen zou hebben verduisterd die niet tot de huwelijksgemeenschap behoorden. In het testament dat hij in 1649 liet opmaken sloot hij Catrina dan ook volledig uit van zijn erfenis. Waarschijnlijk leefde het paar toen al geruime tijd gescheiden van tafel en bed.

Op 3 december 1654, tien jaar nadat ze was uitgesloten van het avondmaal, verzocht Catrina Hoogsaet de doopsgezinde gemeente om herziening van haar straf, ook omdat Hendrick Rooleeuw inmiddels wel weer was toegelaten. De gemeente bleek hiertoe bereid, mits ze een algemene schuldbekentenis zou afleggen. In eerste instantie weigerde Catrina dit, maar na bemiddeling van haar tante Mettge Andriesdr. Schaepherder en nicht Annetje Lubbertsdr. Diephout ging ze alsnog akkoord. De doopsgezinde gemeente liet haar op 16 december 1654 weer toe. Naar Hendrick zou Catrina nooit terugkeren.

Portret

In 1657 liet Catrina zich portretteren door Rembrandt. Op dat moment was ze een vrouw die gescheiden van haar man leefde. Het is onduidelijk van welke inkomsten zij leefde, maar kennelijk ging het haar goed. Haar sobere, zwarte kleding is conform de regels van de doopsgezinden, maar de zijden stof van haar jurk, de speld met de parel, de haarnaald, haar ring en het gouden oorijzer duiden op rijkdom. In haar hand houdt Catrina ook nog een van de weinige luxeartikelen die doperse vrouwen wel was toegestaan, namelijk een zakdoek versierd met akertjes (kwastjes van geknoopte linnen koordjes). In hetzelfde jaar waarin ze zich liet portretteren, liet Catrina ook haar testament opmaken. Ook hieruit wordt duidelijk dat ze als alleenstaande vrouw in welstand verkeerde. Als erfgenamen benoemde ze een reeks van neven en nichten. Verder liet ze nog twee legaten van duizend gulden na: de een was voor de doopsgezinde armen, de ander voor de armen van de gereformeerde gemeente. Haar neef Jan Hoogsaet bedacht ze met tweeduizend gulden en het geschilderde portret. Het op het schilderij afgebeelde parkietje komt ook voor in haar testament: het zou met kooi en al gaan naar een zekere Giertje Crommelingh.

Drie jaar na de dood van Hendrik Rooleeuw hertrouwde Catrina Hoogsaet, inmiddels 66 jaar oud, met de waarschijnlijk jongere Duitser Jan Schildt. Deze was luthers, maar het is vooralsnog onduidelijk of Catrina zich bij dit kerkgenootschap aansloot. Op 23 november 1685 liet het echtpaar testamenten opmaken waarin ze elkaar tot universeel erfgenaam benoemden. Catrina was toen al ziek. Zij vermaakt al haar goederen aan haar echtgenoot inclusief het door Rembrandt geschilderde portret. Eind 1685 stierf Catrina Hoogsaet en werd ze in de Lutherse kerk in Amsterdam begraven.

Het portret van Catrina Hoogsaet geldt als een van de mooiste portretten die Rembrandt heeft gemaakt. Tot op heden bevindt het zich in privébezit. Aan het einde van het Rembrandtjaar 2006 werd het voor korte tijd uitgeleend aan het Rijksmuseum te Amsterdam.

Naslagwerken

NNBW (grootvader Dirck Pietersz. van Nierop).

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: Doop-, trouw- en begraafboeken, nr. 670, f. 223; nr. 674, f. 226; nr. 689, f. 50; toegang 5075, Archief van de notarissen ter standplaats Amsterdam, inv.nr. 85, nr. 1978, f. 35r, f. 76v; nr. 1671, f. 199, 20 februari 1649 (testament Hendrick Jacobsz Rooleeuw); inv. nr. 118, nr. 2687, f. 113-115, 7 juni 1657 (testament Catrina Hoogsaet); inv.nr. 196, nr. 4816, f. 517-520, 23 november 1685 (testament Catrina Hoogsaet en Jan Schildt); toegang 1120, Doopsgezind Archief Amsterdam, inv. nr. 125, Notitie van gebreckelijcke litmaeten der gemeente beginnende 1646, f. 3.

Literatuur

  • H.F. Wijnman, ‘Een drietal portretten van Rembrandt (Joannes Elison, Maria Bockenolle en Catrina Hoogsaet)’, Jaarboek Amstelodamum 31 (1934) 81-96.
  • H.F. Wijnman, ‘Rembrandt’s portret van Catrina Hoogsaet’, in: Idem red., Uit de kring van Rembrandt en Vondel (Amsterdam 1959) 19-38.
  • S.A.C. Dudok van Heel, ‘Doopsgezinden en schilderkunst’, Doopsgezinde Bijdragen 6 (1980) 105-123.
  • Julia Lloyd Williams red., Rembrandt’s women. Tentoonstellingscatalogus National Gallery of Scotland en Royal Academy of Arts (Edinburgh 2001) 214-215.
  • Anat Gilboa, Images of the feminine in Rembrandt’s work (Delft 2003) 87, 90.

Illustratie

Portret van Catrina Hoogsaet door Rembrandt, 1657 (privébezit).

Auteur: Maartje van Gelder

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 247

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.