Hoogwandt, Anneken (?-na 1680)

 
English | Nederlands

HOOGWANDT, Anneken (geb. Krefeld ? – gest. Meurs, Duitsland na 1680), profetes, schrijfster van theologische geschriften, dichteres. Een huwelijk is onbekend.

Over de achtergrond van Anneken Hoogwandt is niets bekend, behalve dat zij in de eerste helft van de zeventiende eeuw moet zijn geboren in Krefeld, in het graafschap Meurs, dat in die tijd toebehoorde aan de Oranjes. Van huis uit zal zij calvinistisch zijn geweest. Naar eigen zeggen bezocht zij in haar jeugd de ‘gemene school’ (‘Voor-rede’ Geestelijcke grondt, A6r). Vóór 1644 vestigde zij zich in Holland. Jöcher veronderstelt dat een huwelijk hiervan de reden was. In Amsterdam zou Hoogwandt op bruggen en straten hebben gepredikt en al haar geld hebben geschonken aan armen, weduwen en wezen. Tevens zou ze zich hebben ingespannen voor de godsdienstige opvoeding van arme kinderen.

Tussen 1644 en 1659 publiceerde Anneken Hoogwandt een hele reeks theologische geschriften en liederen, zowel in het Duits als in het Nederlands. Opmerkelijk is dat op de titelpagina van haar geschriften wel haar eigen naam is vermeld, maar zelden die van een drukker of uitgever. Alleen in haar laatst bekende publicatie (van 1659) maakt de drukker zich bekend: ‘gedrukt voor de auteurse, ten huize van weduwe van Joost Broersz.’ in Amsterdam (De klare proeve, 306). Van een aantal werken is helaas alleen de titel overgeleverd.

In Sions-klachte en het vervolg daarop (1644-1645) richt Hoogwandt zich tot gelovigen van alle confessies (lutheranen, gereformeerden, doopsgezinden, rooms-katholieken), maar ook tot joden en ‘heidenen’. Zij neemt openlijk stelling tegen het verval van het ware christendom en tegen de hoogdravende en geleerde manier waarop er volgens haar over godsdienst gesproken werd. Zelf verkoos zij een ‘eenvoudig schrijven ende vrouwelijke stijl’ (Vervolgh vande klachten Sions, 7-8). Zij zou in opdracht van God zelf schrijven en verdedigde zo dat zij zich als vrouw in theologische kwesties mengde. God verkoos niet de hooggeplaatsten maar juist degenen die ‘nederig en zot voor de wereld’ zijn (Idem, 59), een argument dat in die tijd ook door andere profetessen gebruikt werd. In beide geschriften pleit Hoogwandt voor goed onderricht over Gods woord. Ook gaat ze uitvoerig in op de betekenis van de sacramenten, doop en Avondmaal.

Tot de vriendenkring van Anneken Hoogwandt behoorde de lutherse piëtist Friedrich Breckling. Een door Brecklings dochter Agatha gesigneerd exemplaar van de vroegst bekende publicatie van Hoogwandt, Sions klachte (1644), berust momenteel in de bibliotheek van de Franckesche Stiftung te Halle (Duitsland). Ook de lutherse theoloog en historicus Gottfried Arnold heeft Hoogwandt naar eigen zeggen in 1680 gekend. Zij woonde toen nog in Amsterdam. Kort daarna zou zij zijn teruggekeerd naar Meurs, waar ze zou zijn gestorven. De begrafeniskosten werden volgens Arnold betaald door vrienden in Holland. Hiervoor had ene juffrouw Terbeeck uit Den Haag zich ingespannen. Zij had Anneken Hoogwandt nog vlak voor haar dood in Meurs bezocht.

Arnold besloot een lemma over Anneken Hoogwandt op te nemen in de door hem samengestelde catalogus van godzalige vrouwen die van de waarheid hebben getuigd (Unpartheyische Kirchen- und Ketzerhistorie, deel 4). Hij baseerde zich op haar geschriften en op mededelingen van Breckling. In reactie hierop bracht Johann Heinrich Feustking in 1704 een catalogus uit van ‘valse profetessen’, met onder anderen ‘die Niederländerin’ Anneken Hoogwandt. De latere lemmata van Jöcher en Van der Aa volgen in grote lijnen Arnold.

Naslagwerken

Van der Aa; Jöcher; Pieter de la Ruë, ‘Nederlands geleerd vrouwentimmer’ (z.j.), 208 (UBA, Ms XIV A 3).

Publicaties

  • Sions klachte, dat is: vier vermaen-schriften aen alle joden, christenen ende allerley religioens-gesinden, sich selven t'ondersoecken ende Godt in hare herten plaets te geven: midtgaders eenige liedekens (z.p. z.j. [1644]) [ex. Bibliothek der Frankeschen Stiftung, Halle (Dld.), 14 H 15].
  • Vervolgh vande klachten Sions, gedaen aen alderley gemeenten der ghescheurde ende verwerde christenheydt (z.p. z.j. [1645]) [ex. UBA, OK 65-1373; Bibliothek der Frankeschen Stiftung, Halle (Dld.), 33 I 17].
  • Annecken Hoogwandts Geistlicher Grund und Rechter Verstand vnd Ausslegung, der Offenbahrung Johannis (z.p. 1651) [vermeld in World Cat.].
  • Geestelijcke grondt ende stichtelijcke bedenckinge over de Openbaringe Johannis. Den uytwendigen, wereltschen ende nae de letter der Schrift, hoogh-gheleerde menschen tot ernstelijcken naedencken; maer den inwendigen, geestelijcken ende van Godt geleerde mannen, tot een troostelijcken onderricht ende leere (z.p. 1653) [ex. UB VU, XI.07010 ; Bibliotheca Philosophica Hermetica, 5195].
  • De klare proeve, van de ware kerck ofte gemeente Gods, en van den korten ende onfeylbaren wegh door de boete tot de eeuwighe saligheydt (z.p. [Amsterdam] 1659) [ex. Bibliotheca Philosophica Hermetica, 7785].
  • Lusthof der zielen en gezangen in rijm (Geistliche Lieder oder Lusthoff des Gemüths) (z.p. 1653) [genoemd door Arnold, Feustking, Jöcher en Van der Aa; geen ex. bekend].
  • Christelijke nieuw-jaars-gedachten (Christliche Neu-jahrs-gedancken) (z.p. [Amsterdam] 1657) [genoemd door Arnold, Feustking, Jöcher en Van der Aa; geen ex. bekend].
  • De Morgenster (Morgenstern) [genoemd door Arnold, Feustking, Jöcher en Van der Aa; geen ex. bekend].
  • De toetssteen (Prüffstein) [genoemd door Arnold, Feustking, Jöcher en Van der Aa; geen ex. bekend].

Literatuur

  • Gottfried Arnold, Unpartheyische Kirchen- und Ketzerhistorie vom Anfang des Neuen Testaments biss auf das Jahr Christi 1688, 4 delen (Frankfurt am Main 1699-1715; herdr. 1729) dl. 3, 174-175; 4, 1108.
  • Johann Heinrich Feustking, Gynaeceum haeretico fanaticum (Frankfurt/Leipzig 1704) 354-355.
  • Willem van Swaanenburg, De herboore oudheit, of Europa in ’t nieuw (Amsterdam 1725) 165.
  • C.B. Hylkema, Reformateurs. Geschiedkundige studien over de godsdienstige bewegingen uit de nadagen onzer gouden eeuw, deel 1 (Haarlem 1900) 46.
  • Mirjam de Baar, ‘Ik moet spreken’. Het spiritueel leiderschap van Antoinette Bourignon (1616-1680) (Zutphen 2004) 302, 689.
  • Annelies de Jeu, ‘’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum 2000) 236-238.

Illustratie

Titelgravure van Vervolgh vande klachten Sions (ex. Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA), Bijzondere Collecties, sign. OK 65-1373).

Auteur: Mirjam de Baar

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 283

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.