Howard, Grace Ruth (1869-1968)

 
English | Nederlands

HOWARD, Grace Ruth, vooral bekend als Grace Schneiders-Howard (geb. Paramaribo 16-9-1869 – gest. Paramaribo 4-2-1968), hygiëne-opzichteres en eerste gekozen politica in Suriname. Dochter van Alfred Ernest Howard (1841-1921), planter, en Helena Sophia van Emden (1841-1908). Grace Howard trouwde op 9-4-1893 in Dover, Engeland met Wilhelm Schneiders (1868-1921), koetsier, later boekbinder. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.

Grace (Gay) Howard was enig kind van de van Barbados afkomstige planter Alfred Howard en Helena van Emden, die van de Joods-Surinaamse elite stamde. Al in Grace’s peuterjaren gingen haar ouders uit elkaar. Moeder en dochter vertrokken naar Den Haag, waar een deel van de familie Van Emden woonde. Grace ging in Den Haag naar school. In haar Haagse tijd werd haar politieke belangstelling gewekt: zo woonde ze bijeenkomsten bij van de socialistische partij (de latere SDAP). Over haar leven direct na haar schooltijd is weinig bekend. Waarschijnlijk heeft ze een paar jaar in Aken gewoond, waar ze haar toekomstige echtgenoot Wilhelm Schneiders ontmoette. In 1893 trouwde het paar in Dover, Engeland. De eerste jaren van hun huwelijk woonden ze waarschijnlijk in de buurt van Aken, met hun kinderen Helen (ca. 1895-1982), Charles (1896-1989) en Erna (1898-1935).

Belangenbehartiging en hygiëne

In 1902 keerde Grace Schneiders-Howard met haar gezin terug naar Suriname. Haar man vestigde zich er als boekbinder en zij begon als losse werknemer bij de ‘ervenschoonmaak’ in Paramaribo. Later werkte ze ook als ‘aanneemster’ van de hoofdstedelijke vuilnisdienst en organiseerde zij begrafenissen van minvermogenden. Ze kreeg nog een zoon: nakomertje Hendrik/Hein (1908-1974). Hij was niet het kind van Wilhelm maar deze heeft hem wel geëcht.

In 1911 trad Schneiders-Howard in de schijnwerpers als oprichtster van en drijvende kracht achter Ikhtiyar aur Hakh (Vrijheid en Recht), een belangenvereniging van Brits-Indische of Hindostaanse immigranten die waren geworven als contractarbeiders op de plantages. De organisatie was bedoeld als tegenhanger van de Surinaamse Immigranten Vereniging (SIV), een jaar eerder opgericht door de Hindostaanse tolk Sital Persad. Deze Sital Persad had nauwe banden met de hoogste Surinaamse autoriteiten, hetgeen bij leden van Ikhtiyar aur Hakh tot wantrouwen leidde. Schneiders-Howard gooide olie op het vuur door Sital Persad van fraude te beschuldigen. De SIV-voorman spande een rechtszaak wegens smaad aan, waarover de lokale pers uitgebreid rapporteerde. Schneiders-Howard werd veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf. De gouverneur wees verscheidene gratieverzoeken af, omdat zij de autoriteiten niet kon overtuigen van haar oprechte spijt.

Enkele jaren na haar detentie vond Scheiders-Howard emplooi bij de Amerikaanse Rockefeller Foundation, die in 1915 in Suriname een campagne ter bestrijding van de mijnwormziekte (ancylostomiasis) was gestart. Kern van het programma was de verbetering van de hygiëne door de bouw en het gebruik van latrines. De Amerikanen schortten hun activiteiten in 1917 op, maar Schneiders-Howard zette haar werkzaamheden voort in Surinaamse overheidsdienst. In 1919 heette ze nog ‘handlangster’ bij de Hygiënische Dienst, maar twee jaar later had ze het al gebracht tot tijdelijk ‘opzichteres ancylostoombestrijding’. In 1924 werd Schneiders-Howard ‘hoofdopzichteres’ bij de Hygiënische Dienst en daarmee de hoogste vrouwelijke ambtenaar in Suriname.

Gedurende haar werkzame leven schreef Scheiders-Howard regelmatig brieven over gezondheidsvraagstukken en het reilen en zeilen van de Hygiënische Dienst aan bestuurlijke autoriteiten in Paramaribo en Nederland. In 1930 werd ze ontslagen wegens ‘laster en kwaadsprekerij’. Haar gedwongen vertrek baarde opzien en leidde zelfs tot een debat in de Nederlandse Staten-Generaal over haar persoonlijkheid – sommigen noemden haar een impulsieve intrigant, anderen roemden juist haar verdiensten – en het functioneren van de Dienst. Het koloniale bestuur rehabiliteerde Schneiders-Howard en in 1934 werd ze herbenoemd tot inspecteur bij de Hygiënische Dienst. Drie jaar later volgde haar definitieve ontslag: de bestuurders betichtten haar opnieuw van subordinatie. Toch heette het wel ‘eervol’.

Eerste vrouw in Koloniale Staten

Toen vrouwen in Suriname in 1936 het passieve kiesrecht kregen, was Grace Schneiders-Howard de eerste vrouw die zich kandidaat stelde voor de Koloniale Staten van Suriname. Hoewel haar eigen achterban geen stem had – er was nog census- en capaciteitskiesrecht –, werd zij in 1938 toch gekozen. Als lid van de Koloniale Staten kwam ze op voor de werkende armen, de kleine landbouw, hygiëne en openbare gezondheidszorg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog toonde ze zich een openlijk medestander van Nederland, dat steeds meer aan gezag inboette in de kolonie.

Schneiders-Howard stelde zich in 1942, 1943 en 1946 opnieuw kandidaat voor de Koloniale Staten, maar werd niet meer herkozen. Evenmin lukt het haar om als officiële vertegenwoordiger van de Inheemsen deel te nemen aan de Rondetafelconferentie van 1948, over de staatkundige toekomst van de Nederlandse koloniën. Schneiders-Howard verdween steeds meer uit het publieke leven. Op 4 februari 1968 stierf ze in haar woonplaats Paramaribo, in de ouderdom van 98 jaar. Haar overlijden werd door de Surinaamse kranten klein gebracht.

Reputatie

Grace Schneiders-Howard was in de eerste helft van de twintigste eeuw een bekende persoonlijkheid in Suriname. Dertig jaar na haar dood gaven de Surinaamse posterijen een postzegel met haar beeltenis uit. Ook een straat in Paramaribo (Mevr. Schneiders-Howardstraat) en een school in het westelijke district Nickerie (het Schneiders Howard) dragen haar naam. Haar status en invloed waren in bestuurlijke kringen niet onomstreden. De vele brieven die ze schreef aan hoogwaardigheidsbekleders in Paramaribo, maar vooral in Den Haag, hebben haar regelmatig in moeilijkheden gebracht. Waar sommige hoge ambtenaren en medici haar enthousiasme en betrouwbaarheid roemden, waren anderen, ministers van koloniën incluis, ervan overtuigd dat zij geestelijk onevenwichtig was. Grace Schneiders-Howard wordt nu vooral herinnerd als de eerste vrouw in de Koloniale Staten van Suriname, maar bij haar tijdgenoten was zij vooral bekend vanwege haar inspanningen op het gebied van hygiëne en openbare gezondheidszorg.

Archivalia

Nationaal Archief, Den Haag: toegang 2.21.142, Archief Rollin Couquerque (brieven van Schneiders-Howard).

Literatuur

  • Rosemarijn Hoefte, ‘Grace Schneiders-Howard. De sociaal-activiste’, in: Rosemarijn Hoefte, Peter Meel en Hans Renders red., Tropenlevens. De [post]koloniale biografie (Amsterdam 2008) 17-33.
  • Rosemarijn Hoefte, ‘Grace Schneiders-Howard: Suriname’s eerste politica en sociaal activiste’, Historica 30 (2007) nr. 1, 14-17.

Illustratie

Grace Scheiders-Howard en haar oudste kinderen, Coronie, Suriname, waarschijnlijk 1902 of 1903 (privécollectie familie Van Emden).

Auteur: Rosemarijn Hoefte

laatst gewijzigd: 06/03/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.