Zutphen, Irmgard van (11de of 12de eeuw-)

 
English | Nederlands

ZUTPHEN, Irmgard (gravin?) van, ook bekend als Irmgard van Suchtelen, van Keulen, van Aspel en Rees (11de of 12de eeuw), stichteres van een kerk, kluizenares en heilige.

In de overlevering komen verschillende personen voor die stammen uit de elfde of twaalfde eeuw, de naam Irmgard (Ermgardis, Irmengardis) dragen en die ooit als ‘gravin van Zutphen’ of als ‘Irmgard van Zutphen’ werden aangeduid, hetzij wegens hun herkomst, hetzij omdat ze behoorden tot het geslacht van de graven van Zutphen. Vanouds bestaat er onduidelijkheid over hun identiteit, ook omdat de genealogie van de graven van Zutphen nog steeds onzeker is. In de latere traditie heet deze heilige vaak Irmgardis dan wel Irmentrudis (Ermentrudis) van Aspel en Rees (beide plaatsen tussen Emmerik en Wezel aan de Rijn gelegen) of van Suchtelen (Süchteln, bij Viersen, in het oude hertogdom Gulik), soms ook van Keulen. Verwarring met naamgenoten ligt voor de hand, temeer daar de namen Irmgard en Irmentrudis niet dezelfde persoon zullen betreffen (Van Spaen 1, 163 en 195-198).

Vita

Volgens de thans meest gangbare versie van de legende (Vita), die teruggaat op een Keuls devotieboekje uit 1523 maar is doorspekt met oudere historische gegevens die reeds in de Gelderse Kroniek van Willem van Berchen (ca. 1465-1481) voorkomen, leefde Irmgardis als kluizenares achtereenvolgens in slot Aspel (dat zij aan het Keulse domkapittel opdroeg), Suchtelen en Keulen. Ook Slichtenhorst (1654) geeft de legende van Irmgardis (2, boek 5, 59). Ze begunstigde de Keulse abdij Sint Pantaleon en de kerk van Rees, stichtte te Keulen het gasthuis Tom Haggenhuys en leefde daar als arme onder de armen. Driemaal maakte ze een pelgrimstocht naar Rome. De paus verzocht haar in Keulen relieken van Sint Ursula en de Elfduizend Maagden op te graven en naar Rome te brengen. In plaats van relieken borg zij grafaarde in haar handschoen die daarop bloedrood kleurde. Bij haar aankomst te Rome gingen de klokken spontaan luiden en in plaats van aarde vond de paus vers bloed. In ruil daarvoor schonk de paus het hoofd van Sint Sylvester aan de kerk van Keulen. Tijdens haar derde Romereis vond Irmgardis in de kerk van Sint Paulus buiten de Muren een kruis dat identiek was aan dat van Keulen en waarvan de Christusfiguur tot haar ging spreken.

Irmgardis wordt aantoonbaar sinds 1319 als heilige vereerd, maar er is geen formele canonisatie bekend. Zij wordt afgebeeld als pelgrim met staf, biddend voor een kruis, of met een bloedbevlekte handschoen. Sinds ca. 1500 is in Suchtelen op de Heiligenberg naast een geneeskrachtige bron een kapel aan haar gewijd. Aan de bron is een legende over de herkomst van kinderen gekoppeld: als men er een stuk peperkoek in werpt, komt er een kind omhoog. Irmgardis is stadspatrones van Suchtelen, waar tijdens het Irmgardis-Oktav in september het stadsfeest plaatsvindt, met een reliekenprocessie naar haar kapel. Te Zutphen is voor zover bekend nooit een spoor van verering aangetroffen.

Identificatie en verering

Over de identiteit van de heilige Irmgard bestaat al sinds de middeleeuwen een verwarring, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Voor haar identificatie worden meestal twee personen genoemd. De eerste is gravin Irmgardis van Aspel en Rees, de tweede is gravin Irmgardis van Zutphen, dochter van Otto II de Rijke. Ook is wel een gravin Ermgardis (van Eiteren?) genoemd. Deze staat op 11 maart vermeld in het Kalendarium van de St. Laurensabdij te Oostbroek bij Utrecht; haar grafsteen, gedocumenteerd door Antonius Matthaeus (1704), bevond zich in de thans verdwenen St. Mariakerk te Utrecht (Slichtenhorst 2, boek 5, 59; Verdonk, Ermentrud). Deze toeschrijving wordt tegenwoordig als onjuist gezien.

Zeker is dat de opgegraven relieken van een als heilige vereerde Irmgard op 10 november 1319 werden bijgezet in een nieuwe sarcofaag met een eigen altaar in de Agneskapel (naast de Driekoningenkapel) in het nieuwe gotische koor van de Keulse dom, dat op 27 september 1322 werd ingewijd. De – vroeger beschilderde – sarcofaag uit trachiet werd bij de restauratie van het dominterieur in 1864 opnieuw blootgelegd, en dateert van circa 1280 (Clemen 1937, 277). Hij is nu nog steeds object van verering. Op een veertiende-eeuwse wandschildering in deze kapel wordt de heilige aangeduid als ‘E(rm)gard (van) Z(ut)phen’ (Clemen 1930, 202; 1937, 170-171). De schildering verbeeldt Irmgards schenking van een (fantasie)burcht aan de dom, in de persoon van zijn patroonheilige Petrus. Dat moet de burcht van Aspel zijn. In 1523 werd haar Vita naar de toen gangbare overlevering in een Nederrijns devotieboekje gedrukt, waarbij Irmgardis als gravin van Zutphen werd geïdentificeerd (titel en Latijnse vertaling in Acta Sanctorum, Sept. II, 270-278). Ook op haar portret in kopergravure (1648) heette zij ‘S. Irmgardis, filia comitis Zutphaniae et Heinrici III imperatoris neptis [Sint Irmgard, dochter van de graaf van Zutphen en nicht van keizer Hendrik III]’ (Sloet 1, 302).

Naslagwerken

Bibliotheca Sanctorum, 7 (Rome 1966) 906 (‘Irmgarda di Süchteln’).

  • Stijn van der Linden, eindred. Sjoerd de Jong, De heiligen (Amsterdam/Antwerpen 1999) 419-420 (‘Irmgardis van Keulen’).
  • Klaus-Gunther Wesseling, ‘Irmgard von Köln’, in: Biographisch-bibliographisches Kirchenlexicon, deel 2 (Hamm 1990) 1334-1335; ‘Irmgard von Aspel’, ibid., deel 22 (Nordhausen 2004) 719-720.
  • Mohamed El-Fers, ‘Sint Irmgard van Zutphen’, Encyclopedie van Hollandse heiligen, op: http://digiboek.50megs.com/nlsinten/sint_i.htm

Literatuur

  • Eyne schone suuerlycke historie. Van der edeler vnd hillyger jungferen sent Jurmgard. Dye geweist ys. Eyn grauyn van Zutfen. Yn dem Gellerschen lande (Keulen 1523), 7 fol., in-4° [herdrukt Keulen 1602, met aflaat]. Latijnse vertaling: De B. Irmgarde Virgine Comitissa Zutphaniae door Constantinus Suysken in: Acta Sanctorum, Septembris, II (Antwerpen 1747; herdr. Parijs & Rome 1868) 270-278 (op 4 sept.).
  • Arend van Slichtenhorst, XIV. Boeken van de Geldersse geschiedenissen (Arnhem 1654).
  • W.A. van Spaen, Oordeelkundige inleiding tot de historie van Gelderland, 4 delen (Utrecht 1801-1805).
  • L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutphen tot op den slag van Woeringen, 5 Juni 1288, 2 delen (’s-Gravenhage 1872-1876).
  • P. Norrenberg, Die heilige Irmgardis von Süchteln (Bonn 1894).
  • Paul Clemen, Die gothischen Monumentalmalereien der Rheinländer 1 [Publ. der Gesellschaft für rheinische Geschichtskunde, 41 (1930)].
  • Paul Clemen, i.s.m. Heinrich Neu en Fritz Witte, Der Dom zu Köln (Düsseldorf 1937).
  • Margret Riedel, St. Irmgardis - Herrscherin und Heilige vom Niederrhein, 2 delen (Wesel-Diersfordt 1985).
  • Arie Nabrings, ‘Die Süchtelner Irmgardis – Ihre Legende und Verehrung’, Heimatbuch des Kreises Viersen 46 (1995) 64-83.
  • H. Verdonk, Ermentrud, een Utrechtse gravin? (Lelystad 1996).
  • Hans-Karl Seeger, ‘Die heilige Irmgard von Aspel’, Kalender für das Klever Land 47 (1997) 31-37.
  • Arnold Wolff, Der Dom zu Köln. Seine Geschichte – seine Kunstwerke (4e uitg., Keulen 2005) 34-35.
  • www.irmgardisoktav.de

Illustraties

  • Muurschildering in de Agneskapel, dom van Keulen.
  • Graf en sarcofaag in de Agneskapel, dom van Keulen.

Auteur: Willem Frijhoff

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.