Jama, Agnes (1911-1993)

 
English | Nederlands

JAMA, Agnes (geb. Dürnstein, Oostenrijk 11-6-1911 – gest. Den Haag 27-9-1993), pianiste en componiste. Dochter van Matija Jama (1872-1947), schilder, en Louisa Elisabeth Hermina van Raders (1871-1946), schilderes. Agnes Jama trouwde (1) op 2-6-1944 in Den Haag met Frederik Jacobus van Wel (1918-?); (2) na echtscheiding (5-9-1944) in 1945/1946 in Den Haag met Henri Citroen (1922-2004), perschef en artistiek secretaris van het Residentie Orkest (echtscheiding: 3-11-1953). Uit huwelijk (1) werd 1 zoon geboren, uit (2) 1 zoon en 1 dochter.

Agnes Jama was de jongste van drie in een internationaal georiënteerd kunstenaarsgezin: haar moeder was de in Batavia geboren jonkvrouw Louise van Raders, haar vader was de Sloveen Matija Jama, afkomstig uit Laibach, het huidige Ljubljana. De ouders hadden elkaar leren kennen op een schildersacademie in München en waren daar in 1902 getrouwd. Met broer Matthias (1902-1916) en zus Madeleine (1904-1973) bracht Agnes haar vroegste jeugd door in het Oostenrijkse dorpje Dürnstein. 

Toen Agnes vier jaar oud was, in december 1915, verhuisde het gezin vanwege de Eerste Wereldoorlog naar Nederland. De Jama’s gingen wonen aan de 2e Van Blankenburgstraat (nr. 123) in Den Haag, waar familie van moederszijde woonde. Een jaar later stierf broer Matthias, dertien jaar oud – zijn dood werd diep betreurd. In 1920 kon het gezin, vermoedelijk dankzij een erfenis, een huis kopen aan de Johan van Oldenbarneveldtlaan. Daar begonnen Agnes’ ouders een pension, in de hoop er gegoede pensiongasten aan te trekken en daarmee de verkoop van hun schilderijen te kunnen bevorderen. Pianolessen hoorden bij een goede opvoeding en Agnes bleek talent te hebben. Als tienjarige componeerde zij haar eerste lied, over een dood vogeltje. Toen Agnes elf jaar was, keerde Matija Jama terug naar zijn geboorteland. Agnes bleef altijd contact houden met haar vader. 

Pianostudie

Na het behalen van haar hbs-b-diploma (1928) intensiveerde Agnes Jama haar pianostudie bij pianist en componist Bernhard van den Sigtenhorst Meyer. Ze kreeg ook compositieles van hem. Zij zal de ‘A.I. Jama, Den Haag’ zijn geweest die in juli 1931 slaagde voor het piano-examen van de Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging (Algemeen Handelsblad, 20-7-1931) – ze woonde toen net met haar moeder op de Prins Mauritslaan (nr. 112). Zo’n anderhalf jaar later schreef De Goudsche Courant naar aanleiding van een concert in Gouda, waar Jama onder andere een sonate van Beethoven bracht: ‘Zij deed zich kennen als 'n bovenal muzikaal speelster, met goed begrip van stijl en innig meelevend in haar taak (…). Misschien is over haar pedaalgebruik verschil van meening mogelijk’ (15-12-1932).

In de jaren dertig trad Agnes Jama veel op als ‘accompagnatrice’, zowel in ensembles als alleen. Zo begeleidde ze de Hongaarse cellist Tibor de Machula. Opmerkelijk is dat ze nogal eens speelde op bijeenkomsten van organisaties met een maatschappelijk oogmerk. Ze speelde bijvoorbeeld op avonden van de Internationale Orde van Goede Tempelieren, de Josephine Butler Vereeniging, de Anti Vivisectie Bond en de Vlaamsch-Hollandsche Vereeniging. Jama studeerde ook verder. In 1935 haalde zij de mo-akte voor piano en na een erfenis van haar tante Antoinette Melanie van Raders – die nog model stond voor baronesse Stefanie de Laders uit Couperus’ roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan… (1906) – nam ze enkele jaren vóór de Tweede Wereldoorlog in Londen les bij pianist Franz Osborn. Misschien was dat in 1938, toen zij een paspoort aanvroeg. Ze was lid van de Nederlandsche Bond van Vrouwen werkzaam in Bedrijf en Beroep en van de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap.

Eigen composities

In december 1940 bracht Agnes Jama op het ‘Debutantenconcert’ in het Gemeentemuseum, dat ten doel had ‘jonge, onbemiddelde talenten gelegenheid te geven zich in het openbaar te laten hooren’, muziek ten gehore van Beethoven en van enkele componisten uit de Balkan (De Tijd, 19-12-1940). De kritieken waren overwegend positief. Jama speelde rond die tijd regelmatig Balkanmuziek, maar ook – met een trio – klassieke kamermuziek. Ze gaf pianoles en werkte thuis, aan de De Ruijterstraat (nr. 56), aan eigen composities. Haar Drie impressies werden in 1941-1942 enkele malen vertolkt door pianist Theo van der Pas en ze trad er ook zelf mee op, onder andere een keer voor de radio. Een pianosonate uit 1942 werd goed ontvangen en uitgevoerd door onder anderen Van der Pas en Simon Admiraal. Omstreeks die tijd had Jama compositieles van componist Henk Badings, directeur van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Agnes Jama trouwde in mei 1944 met Freek van Wel, iemand uit haar kennissenkring. In september van datzelfde jaar eindigde het huwelijk alweer in een echtscheiding en Jama, inmiddels zwanger, ging weer bij haar moeder in de De Ruijterstraat wonen. Vanaf eind 1944 hadden zij onderduiker Hans Citroen in huis en Agnes Jama kreeg een relatie met hem. Nadat ze in februari 1945 was bevallen van zoon Peter kreeg Jama, verzwakt door de hongerwinter, tbc. Ze werd voor een aantal maanden opgenomen, haar zoontje kwam tijdelijk in een particulier kindertehuis. Eenmaal genezen verhuisde Jama met hem naar Daendelsstraat nr. 43, een uitgewoond herenhuis waar rond die tijd verschillende kunstenaars en docenten van de Koninklijke Academie woonden en waar Hans Citroen ondertussen naartoe was verhuisd. Zij trouwden eind 1945/begin 1946 en kregen een zoon Hans (1947) en een dochter Soesja (1948).

Werkende moeder

In oktober 1952 won Agnes Jama de aanmoedigingsprijs van de Johan Wagenaar-stichting voor haar Suite voor viool en piano. Zij had het stuk opgedragen aan de violist Theo Olof, die het in januari 1953 voor het eerst uitvoerde. De Haagse Courant van 26 januari was vooral positief over het eerste deel van de Suite, dat herinneringen opriep aan Zuideuropese volksmuziek. Een aantal malen traden Jama en Olof samen op. Nadat haar tweede huwelijk in 1953 op de klippen was gelopen, moest Jama haar huishouden met drie jonge kinderen alleen draaiende houden – op verzoek van haar dochter speelde ze als slaapliedje soms een fuga van Bach. Haar geld verdiende ze vooral met het geven van pianolessen. Haar dochter zei later: ‘Als alleenstaande moeder bestond het leven uit véél door de regen fietsen op weg naar pianoleerlingen, en weinig componeren. We leefden arm, omringd door dure erfstukken’ (NRC Handelsblad, 20-10-2008).

In de jaren zestig volgde Agnes Jama een cursus bij componist Ton de Leeuw, hoofddocent compositie en elektronische muziek aan het conservatorium in Amsterdam. Zijn lessen wakkerden haar belangstelling voor ethnische muziek verder aan en brachten haar in 1971 tot de experimentele compositie Vocatio voor mezzosopraan, klarinet en piano. 

Toen haar zus Madeleine in 1973 overleed, erfde Agnes Jama haar eeuwenoude huisje in Lublijana. Ze bracht er daarna veel vakanties door en leerde Sloveens. Jarenlang bestudeerde ze de techniek en de fysiologie van het pianospel – ze had zelf kleine handen en wilde haar spel optimaliseren. Ze publiceerde haar bevindingen in 1989 onder de titel Actie, reactie en ontspanning bij het klavierspel en bleef tot aan haar dood, op 27 september 1993, werken aan de uitbreiding en verbetering van haar boek. 

Herontdekking

Agnes Jama liet een bescheiden oeuvre na. Ze had niet veel op met de atonale, volgens haar ‘onnatuurlijke’ muziek van haar tijdgenoten (Haagsche Courant, 11-1-1960). Haar muziek laat zich het best omschrijven als melodieus-romantisch en impressionistisch en haar composities verraden de invloed van zowel Balkanmuziek als van componisten als Debussy en Bartòk. Alleen haar laatste werk is wat abstracter van aard.

In 2008 werd op initiatief van pianist Marcel Worms een cd uitgebracht met alle muziek die Jama zelf als voltooid beschouwde – haar dochter Soesja Citroen bezit nog wel een ‘een plastic tas vol manuscripten’ (NRC Handelsblad, 20-10-2008). Het eerste deel van haar driedelige Sonate uit 1942 had Jama in de jaren tachtig geschrapt, zodat op de cd alleen de twee overgebleven delen te vinden zijn, onder de titel Sonatine. Op de cd staat eveneens het nummer Song for Ma dat jazz-muzikante Citroen in 1997 als eerbetoon aan haar moeder schreef.

Af en toe wordt Jama’s werk uitgevoerd. Zo werd in 2010 een concert aan haar gewijd in het Nationale Museum in Ljubljana, waar werk van haar vader hangt, en werd in 2017 haar Suite voor viool en piano uitgevoerd ter gelegenheid van het zeventigjarig bestaan van de Johan Wagenaar Stichting – Jama bleef tot 2015 de enige vrouwelijke componist die ooit een prijs van de stichting had gekregen. In 2008 rekende Eleonore Pameijer, voorzitster van de Stichting Vrouw en Muziek, Agnes Jama tot de belangrijkste Nederlandse vrouwelijke componisten.

 

Naslagwerken

Muziekencyclopedie.

Archivalia

Gemeentearchief, Den Haag, Bevolkingsregister 1913-1939.

Publicaties

  • Actie, reactie en ontspanning bij het klavierspel (z.p. [Den Haag] 1989).
  • ‘Toetsenbord’, NRC Handelsblad, 12-10-1989 [ingezonden brief].

Belangrijkste composities

  • Sonatine voor piano, 1942.
  • Suite voor viool en piano, 1952.
  • Drie liederen voor stem en piano op gedichten van Jil de la Rie, 1953.
  • Cellosonate, ca. 1957.
  • Vocatio voor mezzosopraan, klarinet en piano, 1971.
  • Zie: The Complete Musical Works of Agnes Jama, cd, Challenge Classic [CC 72192] 2008 [met korte biografie].

Literatuur 

  • De Haagsche Courant, 28-6-1928; 23-12-1940; 9-12-1941; 16-2-1942; 26-1-1953;11-1-1960.
  • Algemeen Handelsblad, 20-7-1931.
  • Goudsche Courant, 15-12-1932.
  • Het Vaderland, 19-9-1937; 8-11-1940; 22-12-1940; 8-12-1941.
  • ‘Nieuwe Leden’, Vrouw en gemeenschap; maandblad van de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap, 10 (1939), nr. 6, 73.
  • Aart van der Wal, CD-recensie, Opus Klassiek, september 2008 [https://www.opusklassiek.nl/cd-recensies/cd-aw/jama.htm; geraadpleegd 17-4-2019].
  • Mischa Spel, ‘Agnes Jama, haar moeder’, NRC Handelsblad, 20-10-2008.
  • Willem Veldhuizen, CD-recensie, Klassieke Zaken [november 2008]. [https://www.klassiekezaken.nl/Recensies/Show/complete-oeuvre-van-agnes-jama-song-for-ma-agnes-jama-soesja-citroen#recensie; geraadpleegd 17-4-2019].
  • Eleonore Pameijer, ‘De verbazing voorbij. Een inventarisatie van vrouwelijke componisten’, Biografie Bulletin 18 (2008), najaar, 31-35.

Illustratie

Olieverfportret door Matija Jama, ongedateerd, part.coll.

 

Auteur: Redactie (met dank aan Soesja Citroen)

laatst gewijzigd: 02/05/2019

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.