Jens, Anna Apollonia (1766-1815)

 
English | Nederlands

JENS, Anna Apollonia (ged. Batavia 7-12-1766 – gest. Semarang 22-9-1815), berucht om haar wreedheid jegens haar slaven. Dochter van Arnoldus Jens (1740?-?), vice-president van schepenen te Batavia, en Anna Apollonia de Geus. Anna Apollonia Jens trouwde (1) op 24-11-1782 in Batavia met Gose Theodore Vermeer (gest. 1791), eerste administrateur der pakhuizen; (2) op 17-2-1793 in Batavia met Gerrit Willem Casimir van Motman (1773-1821), onderkoopman. Uit huwelijk (1) werden 6 kinderen geboren; uit (2) 2 kinderen, die jong stierven. Huwelijk (2) eindigde in 1797 in een scheiding van tafel en bed, in 1809 in een formele scheiding.

Anna Apollonia Jens was een van de twee dochters van het echtpaar Jens-de Geus; de tweede heette Hendrika Arnolda. Ze was nog heel jong toen ze haar vader verloor en haar moeder hertrouwde met de weduwnaar Andries van Vessem, vice-president van de Bataviase weesmeesters. Zo kreeg Anna er een halfbroer bij, Hendrik (gest. 1805).

Anna Apollonia Jens was nog net geen zestien toen ze trouwde met Gose Theodore Vermeer. Het echtpaar kreeg zes kinderen. In de negen jaar van haar huwelijk verwierf ze zich de dubieuze reputatie van een vrouw die haar huisslaven uitzonderlijk wreed behandelde. Ze maakte het zo bont, dat uiteindelijk de Hoge Regering van Batavia zich ermee bemoeide, haar beboette en verbood nog slaven te houden. Dat had enige tijd effect, maar op een dag had ze toch weer slaven en hervatte ze haar wreedheden. De geschiedenis verhaalt niet hoe haar echtgenoot en haar kinderen reageerden op dit kennelijk, ook naar toenmalige Bataviase maatstaven, ongewone gedrag.

In 1791 overleed Anna Jens’ echtgenoot. Goed anderhalf jaar later trouwde ze weer, dit keer met een zeven jaar jongere man: Gerrit Willem Casimir van Motman, onderkoopman te Batavia. Misschien was hij, als relatieve nieuwkomer – hij arriveerde in 1790 uit de Republiek in Batavia – niet op de hoogte van de reputatie van zijn vrouw. Hoe dat ook zij, het huwelijk van Anna en Gerrit was alles behalve gelukkig, al werden er nog wel twee kinderen geboren, die waarschijnlijk jong gestorven zijn. In 1797, vier jaar na hun trouwen, vroeg en kreeg Gerrit van Motman een scheiding van tafel en bed. Eind van dat jaar woonde hij in Buitenzorg. De formele scheiding werd uitgesproken in 1809, het jaar waarin Anna Jens onder curatele gesteld werd. Het volgende jaar werd zij voor 25 jaar opgesloten in het tuchthuis. Na twee jaar liet men haar echter gaan op voorwaarde dat ze nooit meer zou trouwen. Anna Jens leefde nog drie jaar: in september 1815 overleed zij.

Onduidelijk is waarom V.I. van de Wall een zelfstandig hoofdstuk wijdt aan Anna Apollonia Jens – misschien vanwege de nogal sadistische maar ook tragische aspecten van haar levensverhaal, of misschien als voorbeeld van wreed gedrag dat ook in die tijd onacceptabel was. Zelf noemt hij haar ‘een beklagenswaardige figuur’ en hij vermoedt, waarschijnlijk terecht, dat ze eigenlijk onder medische behandeling gesteld had moeten zijn.

Archivalia

Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Jens (De Groot). Collectie Indische Bronnen [uittreksel uit de notulen Raad van Indië betr. de ontbinding van het huwelijk van Jens en Van Motman]

Literatuur

  • De Nederlandsche Leeuw (1903) 201-202 [geslacht Van Motman].
  • F. de Haan, Priangan. De Preanger-regentschappen onder het Nederlandsch bestuur tot 1811, deel 1 (z.p. [Batavia] 1910) 117-120.
  • V.I. van de Wall, Vrouwen uit den Compagnie’s tijd (Amersfoort 1923) 261-269.

Redactie

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.