Kadt, Francijntje de (1858-1929)

 
English | Nederlands

KADT, Francijntje de (geb. Oss 13-7-1858 – gest. Enschede 22-10-1929), verloskundige en mede-oprichter van eerste vroedvrouwenvereniging. Dochter van Israël Cohen de Kadt (1813-1877), koopman, en Catharina van Leeuwen (1828-1876). Francijntje de Kadt bleef ongehuwd.

Francijntje de Kadt werd geboren als tweede kind in een gezin van zes. Haar joodse vader was koopman, van haar niet-joodse moeder is geen beroep bekend. Op 14 april 1876, kort na het overlijden van haar moeder, vertrok de zeventienjarige Francijntje naar Den Bosch. In 1884 slaagde ze voor de tweejarige opleiding tot vroedvrouw aan de Rijkskweekschool voor Verloskundigen te Amsterdam en vestigde ze zich in Vianen, samen met haar vriendin en medevroedvrouw Neeltje Oldemans. Twee jaar later verhuisde De Kadt naar Vlaardingen, waar zij op 1 juli 1886 werd aangesteld als stadsvroedvrouw voor de armen, tegen een jaarsalaris van tweehonderd gulden. In oktober voegde Oldemans zich bij haar. In Vlaardingen had De Kadt ook een particuliere verloskundigenpraktijk. Ze stond ingeschreven bij de Oud-Episcopaal Katholieke Kerk.

Vroedvrouwenpolitiek

In 1897 was Francijntje de Kadt een van de initiatiefneemsters van Nederlands eerste landelijke vroedvrouwenvereniging. Vanwege haar werk voor deze ‘Zuid-Hollandsche Vereeniging van Vrouwelijke Verloskundigen’ werd zij een jaar later benoemd tot voorzitster van het bestuur van de toen opgerichte Nederlandsche Vroedvrouwen-Vereeniging. Tijdens de eerste Algemene Vergadering, gehouden in de congreszaal van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Den Haag, hield zij een ‘helder gestyleerde en keurige bewerkte openingsrede’ (Naber, 1). De naam werd per direct gewijzigd in Bond van Vrouwelijke Verloskundigen.

Tijdens haar loopbaan maakte Francijntje de Kadt zich sterk voor kwesties die vroedvrouwen beroepsmatig konden tegenkomen. In 1911 schreef zij een brief aan de toenmalige minister van binnenlandse zaken om de voorwaarden voor toelating tot de Gemeentelijke Kweekschool voor Vroedvrouwen in Groningen gelijk te stellen aan die van de Rijkskweekscholen in Amsterdam en Rotterdam. Ook boog De Kadt zich over het probleem van onderbetaling van vroedvrouwen en de concurrentie van artsen. ‘We zijn het allen roerend eens, dat we niet worden betaald, zooals het behoort’, schreef zij in 1917 in het Tijdschrift voor Praktische Verloskunde, en ‘wij hebben het bijna allen ondervonden dat het meerendeel der doktoren, in hoofdzaak de jongeren, ons op minder waardige wijze uit beter betalende standen duwen’ (De Kadt en De Graaf- van der Elst, 15-16).

Op 1 april 1919 vroeg Francijntje de Kadt om eervol ontslag als stadsvroedvrouw en twee weken later verruilde zij Vlaardingen voor Enkhuizen. Daar bleef ze tot 1926 werkzaam als voorzitster van de belangenvereniging voor verloskundigen, waarvan ze sinds 1924 ook bibliothecaresse was. In 1927 werd De Kadt penningmeester van het ondersteuningsfonds. Daarnaast was ze actief voor verschillende verenigingen in haar woonplaats. Op 22 oktober 1929 overleed Francijntje de Kadt in het RK ziekenhuis van Enschede, de stad waar haar zus woonde.

Beeld

Bij haar 25-jarig jubileum op 1 juli 1911 becijferde de Nieuwe Vlaardingsche Courant dat Francijntje de Kadt niet minder dan 5317 bevallingen had verricht: bijna 213 per jaar. Daarnaast was ze een pionier op haar vakgebied, ook in de ogen van tijdgenoten. In 1923 – tijdens het 25-jarig jubileum van de vroedvrouwenvereniging – werd ze al als voorzitster geprezen. De Kadt had in alle moeilijke tijden op de brug gestaan om op te treden voor het belang van de vroedvrouw (De Graaf- van der Elst, ‘13 september’, 2). Desondanks raakte Francijntje de Kadt in de vergetelheid. In 1898/1998. 100 jaar vroedvrouwen verenigd komt haar naam slechts een paar keer voor. Edwin van Teijlingen, een Vlaardinger met een professionele interesse in verloskunde, schreef in 2003 een artikel over haar waarmee hij haar uit de vergetelheid haalde. Op zijn instigatie werd in 2013 een straat naar haar vernoemd: de Francijntje de Kadtlaan.

Publicaties

  • [met Y. Groenveld], ‘1911, Bond van Vrouwelijke Verloskundingen in Nederland’, Tijdschrift voor Praktische Verloskunde, 1-12-1911.
  • [met A.J. de Graaf-van der Elst], ‘zonder titel’, Tijdschrift voor Praktische Verloskunde, 15/16-5-1917.
  • [met A.J. de Graaf-van der Elst], ‘zonder titel’, De Vroedvrouw 1 (1920) 51.

Literatuur

  • J.W.A. Naber, ‘Algemeene Vergadering der Nederlandsche Vroedvrouwen-Vereeniging op 13 sept. in onze congreszaal’, Vrouwenarbeid. Orgaan van de Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 31, 20-9-1898.
  • Nieuwe Vlaardingsche Courant, 1-7-1911.
  • A.J. de Graaf-van der Elst, ‘13 september 1898-1923’, Orgaan van de Nederlandse Maatschappij tot behartiging der belangen van Vrouwelijke Verloskundigen, die het diploma van Vroedvrouw verworven hebben 5 (1923) 2.
  • A.J. de Graaf-van der Elst, ‘In Memoriam’, Orgaan van het Bondgenootschap van de Nederlandsche Vroedvrouwen 11, 29-11-1929.
  • Petra Drenth, 1898-1998. Honderd jaar vroedvrouwen verenigd (Bilthoven 1998).
  • Edwin R. van Teijlingen, ‘Berichten - Francijntje de Kadt (1858-1929)’, Tijdschrift voor Verloskundigen 28 (2003) 12, 630-633.
  • Edwin R. van Teijlingen, ‘Francijntje de Kadt (1858-1929). Vroedvrouw te Vlaardingen en eerste voorzitter van de Nederlandsche vroedvrouwenvereeniging’, Tijd-schrift (van de Historische Vereniging Vlaardingen) 88 (2003) 14-23.
  • Edwin R. van Teijlingen, ‘Francijntje de Kadtlaan in Vlaardingen’, De Vlaardinger, 21-8-2013.

 

Illustratie

Francijntje de Kadt, door onbekende fotograaf, ca. 1920 (Edwin R. van Teijlingen).

Auteur: Eva Moraal

laatst gewijzigd: 10/10/2019

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.