Knip, Henriëtta Geertruij (1783-1842)

 
English | Nederlands

KNIP, Henriëtta Geertruij (geb. Tilburg 19-7-1783 – gest. Haarlem 29-5-1842), schilderes en tekenares van bloemen- en vruchtenstillevens, tekenlerares. Dochter van Nicolaas Frederik Knip (1741-1808), schilder, en Anna Elisabeth Drexler (1753-1788). Henriëtta Geertruij Knip bleef ongehuwd.

Henriëtta (Jetje) Knip werd in 1783 in Tilburg geboren als derde kind in een gezin van drie zonen en twee dochters. Haar vader Nicolaas Frederik Knip was schilder in de brede zin des woords. Naast bijvoorbeeld uithangborden en behangsels schilderde hij ook bloemen- en vruchtenstillevens, en landschappen. Vier van zijn kinderen leidde hij op tot schilder. Ook Henriëtta ‘oefende zich in het tekenen naar de fraaie modellen van haar vader’ (Knip, Levensbericht). Alleen de oudste dochter (Anna) werd geen schilderes, waarschijnlijk omdat zij al jong de zorg moest dragen voor de andere kinderen: de moeder stierf in 1788 in het kraambed van haar laatste kind. Nicolaas Frederik en zijn vrouw woonden op dat moment in ’s-Hertogenbosch. De kinderen zaten toen in Tilburg, want daar kregen zij van maart 1788 tot april 1789 ondersteuning van de diaconie. De familie had het niet breed. Toen de vader na 1795 langzamerhand blind werd, nam de oudste zoon, Josephus Augustus (1777-1747), de rol van kostwinner op zich.

In 1802 reisde de negentienjarige ‘Jetje’ Knip naar Parijs, waar haar oudste broer zich een jaar eerder had gevestigd. Zij ging in de leer bij de succesvolle bloemen- en vruchtenschilder Gerard van Spaendonck, die net als de familie Knip afkomstig was uit Tilburg. Zij bleef in Parijs tot ‘enige dames van de hoge stand te Amsterdam’ haar in 1805 vroegen om tekenles te komen geven (Knip, Levensbericht). Henriëtta vertrok daarop naar Amsterdam, waar zij jarenlang ’s winters les zou geven. ’s Zomers verbleef zij veel op de Haarlemse bloemkwekerijen van A.C. van Eeden en H. Polman Mooij, om bloemen naar het leven te tekenen en schilderen.

Vanaf 1810 zond Henriëtta Knip werk in voor de tentoonstellingen van Levende Meesters in Amsterdam en Den Haag. Zij exposeerde eveneens in Groningen, Antwerpen en Parijs. Volgens haar broer Josephus Augustus was haar werk ook in Duitsland te zien. Aanvankelijk schilderde Henriëtta Knip aquarellen en gouaches. Zij bouwde hier voort op de achttiende-eeuwse traditie, maar voegde nieuwe elementen toe. Zo koos zij voor minder overladen composities waarin ze ook nieuwe, modieuze bloemsoorten afbeeldde. Vanaf circa 1820 legde zij zich toe op het schilderen in olieverf. Om zich in dit genre te vervolmaken ging zij in 1824 voor korte tijd terug naar Parijs, waar zij les nam bij Jan Frans van Dael (1764-1840), eveneens een leerling van Van Spaendonck. In haar olieverfstukken zijn de boeketten vaak tegen een donkere achtergrond geplaatst.

Henriëtta Knip signeerde en dateerde haar werk, vooral de olieverfstukken, meestal voluit. Toch werd het nogal eens verward met het werk van haar familieleden. Behalve haar vader en broers schilderden ook de daaropvolgende generaties, waarbij de naam ‘H. Knip’ enkele malen voorkwam. De verwarring is het grootst met de naamgenote van Henriëtta, haar nicht Henriëtte (Ronner-) Knip, hoewel die zich toelegde op voorstellingen van dieren.

In haar werk was Henriëtta Knip succesvol. Zij werd onderscheiden met zilveren medailles van de academies in Parijs (1819) en Amsterdam (1822). De waardering van haar tijdgenoten blijkt bovendien uit de hoge bedragen die volgens haar broer Josephus Augustus zowel in Nederland als in Frankrijk voor haar werk werden betaald. Met de lessen en de verkoop verdiende ze voldoende geld om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Zij kon zelfs een tijd lang Josephus Augustus en zijn gezin financieel bijstaan toen deze, net als eerder hun vader, een oogziekte kreeg. Ze was dan ook beslist geen dilettante, maar een professioneel werkend kunstenares. Henriëtta Geertruij Knip stierf in Haarlem op 29 mei 1842.

Naslagwerken

Van der Aa; DWA; Van Eijnden en Van der Willigen; Elck zijn waerom; Immerzeel; Kobus/De Rivecourt; NNBW (niet zelfst.); Petteys; Regt; Scheen; Thieme; Wurzbach.

Archivalia

  • Regionaal Archief Tilburg: Doopregisters van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Tilburg, 1783 (doop van Henriëtta Geertruij op 27-7-1783).
  • Rijksmuseum Amsterdam, Rijksprentenkabinet: J.A. Knip, Levensbericht van Henriëtte Geertruij en Mattheus Knip, handschrift ca. 1840 (gecit. in Kuyvenhoven, 92).

Werk

Aquarellen van Henriëtta Geertruij Knip bevinden zich o.a. in Teylers Museum te Haarlem, het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch en het Rijksprentenkabinet te Amsterdam.

Literatuur

  • Catalogi van tentoonstellingen van Levende Meesters, gehouden in diverse plaatsen in de jaren 1810-1841 (zie ook RKD, Tentoonstellingsdocumentatie Levende Meesters).
  • Les femmes artistes. Catalogue d'une collection unique de dessins, gravures et eaux-fortes, composés ou executés par des femmes (Amsterdam z.j. [ca. 1884]) 35, nrs. 393-394.

  • J.A. Knip. Een neo-classicist uit Tilburg. Tentoonstellingscatalogus La Barrique, Tilburg (Tilburg 1975) 20, 21, 36, cat. nrs. 68-73.
  • E.S. Bergvelt en M.M.A. van Boven, J.A. Knip 1777-1847. Tentoonstellingscatalogus Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch (’s-Gravenhage 1977).
  • L. Brandt Corstius, ‘Schilderen uit liefhebberij. De Nederlandse kunstenares van de 19e eeuw tot nu’, Kunstschrift 22 (1978) 158-167, aldaar 159-160.
  • F. Kuyvenhoven, De familie Knip – drie generaties kunstenaars uit Noord-Brabant. Tentoonstellingscatalogus Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch (Zwolle 1988) 46-55.
  • Ch. de Mooij en M. Trappeniers, De muze als motor, deel 1, Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant: 1796-1940. Tentoonstellingscatalogus Noordbrabants Museum ’s-Hertogenbosch (’s-Hertogenbosch 1996) 104-105.
  • H.J. Kraaij, Henriëtte Ronner Knip 1821-1909. Een virtuoos dierschilderes (Schiedam 1998) 13, 14, 15, 18, 25, 26, 28, 31, 162, 176.

Illustratie

Stilleven met rozen op een houten blad, door Henriëtta Geertrui Knip, 1839 (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag).

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 629

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.