© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Kok, Adolphine Eduardina, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Kok [08/08/2017]
KOK, Adolphine Eduardina (geb. Rotterdam 2-8-1879 – gest. Rotterdam 20-8-1928), eerste vrouwelijke advocaat van Nederland. Dochter van Eduard Adolph Kok (1850-1913), dierenarts, en Adriana Catharina Jurriaanse (1853-1926). Adolphine Kok trouwde op 10-5-1904 in Rotterdam met Jan van den Hoek (1873-1954), advocaat. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Adolphine Kok groeide op in een Rotterdams gezin met drie dochters, waarvan één jong overleed. Waarschijnlijk heeft ze de meisjes-hbs gevolgd en vervolgens staatsexamen gymnasium gedaan. In 1900 – ze was 21 jaar oud – ging ze rechten studeren in Leiden. Al op 1 april 1903 promoveerde ze op Het huwelijksgoederenrecht in het Duitsche burgerlijk wetboek: het wettelijk huwelijksgoederenrecht. Een jaar later publiceerde ze een vervolgstudie: Het huwelijksgoederenrecht door huwelijkse voorwaarden (1904). Daarmee was ze de eerste afgestudeerde juriste van Nederland: net iets eerder dan haar studiegenote en vriendin, Lizzy van Dorp, met wie ze haar leven lang zou corresponderen.
Ook was Adolphine Kok de eerste vrouwelijke advocaat van Nederland: drie weken na haar promotie, op 20 april 1903, werd ze in Rotterdam als advocaat beëdigd, samen met haar verloofde, Jan van den Hoek – een jaar later trouwden ze. Ze vestigden zich als de compagnons Kok en Van den Hoek in de Korte Hoogstraat (nr. 39). In 1907 verhuisde hun advocatenkantoor naar de Zuidblaak en in 1916 naar de Leuvehaven. Ze was niet actief in de vrouwenbeweging, maar wel een van de oprichtsters en eerste voorzitster van de Rotterdamse Vrouwenclub Studium Vinculum.
Volgens de overlevering had Kok in het begin vooral vrouwelijke cliënten en betroffen de zaken voornamelijk het huwelijksrecht, haar specialisme. Later verbreedde ze haar werkterrein. Diverse jaren had zij bijvoorbeeld zitting in de Voogdijraad van Rotterdam, en in 1922 schreef ze voor de Broederschap van Candidaat-notarissen een preadvies over de modernisering van het huwelijksvermogensrecht inzake huwelijken in gemeenschap van goederen. In dit preadvies kwam zij met radicale voorstellen: scheiding van goederen tussen echtgenoten, verplichte winstrekening en een bijdrage van zowel de man als de vrouw in de kosten van huishouding. Daarmee was ze haar tijd ver vooruit – pas in 1956 kwam er een wettelijke regeling van het huwelijksvermogensrecht waarmee de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen werd opgeheven, maar het door Van den Hoek-Kok bepleite principe van scheiding van goederen werd toen nog steeds niet doorgevoerd.
Op 20 augustus 1928 stierf Adolphine van den Hoek-Kok, 49 jaar oud. Op haar begrafenis sprak E.L. Jacobson, deken van de orde van advocaten, woorden van bewondering voor de overledene als baanbreekster voor vrouwen in de advocatuur. Haar man hertrouwde later met haar zus Adriana (1889-1959).
Literatuur
G.Chr. Kok, F.A. Arnbak-d'Aulnis de Bourouill, ‘Mevrouw mr. A.E. van den Hoed-Kok’, in: Idem, Rotterdamse juristen uit vijf eeuwen (Hilversum 2009) 157-162.
Illustratie
Foto, door Jacobus Johannes van der Rijk, 1915 (Gemeentearchief Rotterdam).
Auteur: redactie
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 841
laatst gewijzigd: 08/08/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.