Kuijper, Lijsbeth Cornelisdr. (1778-1828)

 
English | Nederlands

KUIJPER, Lijsbeth Cornelisdr. (ged. Wormerveer 1-2-1778 – gest. Wormerveer 15-4-1828), reder ter walvisvaart en eigenaresse van oliemolens. Dochter van Cornelis Kuijper, koopman en verffabrikant. Lijsbeth Kuijper trouwde op 1-12-1799 in Wormerveer met Jan Vastert Vas (1773-1824), koopman. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Lijsbeth Cornelisdr. Kuijper was een dochter van de Wormerveerse koopman Cornelis Kuijper, die in zijn woonplaats ook meerdere malen de functie van burgemeester bekleedde. Uit het archief van de doopsgezinde gemeente van Zuid-Wormerveer blijkt dat Lijsbeth Kuijper op 1 december 1799 in het huwelijk trad met Jan Vas, koopman. Haar schoonvader Vasterd Vas was een van de meest vermogende mannen in de Zaanstreek: hij had zijn fortuin vooral had gemaakt als olieslager met verscheidene molens. Ook was hij als investeerder betrokken bij de walvisvaart en de zeehondenjacht. Bij zijn dood in 1808 liet Vasterd Vas zijn vier kinderen een vermogen na van 1,5 miljoen gulden, waarvan bijna een kwart miljoen in contanten. Zoon Jan, de man van Lijsbeth, zette het imperium voort en kocht in 1820 het walvisschip Groenland dat op Straat Davis voer. In Amsterdam werd een traankokerij ingericht.

Toen Jan Vastert in 1824 overleed, liet hij Lijsbeth Kuijper achter in financieel zeer goede omstandigheden. Naast enkele tienduizenden guldens aan jaarlijkse inkomsten uit de olieslagerij had zij ook inkomsten uit de verkoop van enig geërfd onroerend goed. Deze financieel rooskleurige situatie stelde haar tevens in staat deel te blijven nemen aan de economisch zo grillige walvisvaart en zeehondenjacht. Zo nam Lijsbeth, bijgestaan door haar schoonzus Aaltje Vas, ook de leiding van de rederij op zich. In 1825 voer de Groenland weer uit naar het Hoge Noorden, ditmaal onder de firmanaam Weduwe J. Vas. Een jaar later maakte het schip echter zijn laatste reis, niet naar Straat Davis voor de walvisvangst, maar naar Narwa (in het huidige Estland) voor de houthandel. Ten slotte heeft Lijsbeth Kuijper, in februari 1827, het schip voor ruim vijfduizend gulden verkocht.

In 1828 verkocht zij het destijds uit de inboedel van schoonvader Vasterd geërfde pakhuis Alicante in Amsterdam. Drie maanden later overleed Lijsbeth Kuijper. De tien overgebleven molens waarin zij aandelen bezat gingen over naar haar broer Claas. Deze verkocht de aandelen korte tijd later voor ruim zestienduizend gulden door aan zijn schoonzus Aaltje Vas. Het was Aaltjes zoon Vastert, die door zijn geringe belangstelling voor het bedrijf zorgde voor het uiteindelijk bankroet van de firma.

Archivalia

  • Gemeentearchief Zaanstad, Koog a/d Zaan: toegang 8F (Wormerveer), inv. nr. 36 (DTB, Trouwen); inv. nr. 71 (Archief Doopsgezinde Gemeente).
  • Stadsarchief Amsterdam: toegang 38 (Archief van de Waterschout), inv. nrs. 113, 116, 118, 120, 122, 124 [bemanningslijsten van de pink Groenland ter walvisvaart, 1821-1825].
Literatuur

  • L.A. Ankum e.a. red., Encyclopedie van de Zaanstreek (Wormerveer 1991).
  • Jan Aten, Wormerveer langs weg en laan (Wormerveer 1967).
  • G.J. Honig, Uit den gulden bijkorf. Genealogisch-historisch-economische studiën over Zaansche families. Uitgegeven als vervolgdeel op het stamboek Smit (Koog aan de Zaan 1952) 39, 377.
  • Joost C.A. Schokkenbroek, Harpoeniers en robbenjagers. Nederlandse walvisvaart en zeehondenjacht in de 19de eeuw (Zutphen 2008) 57-59 [bewerking van het proefschrift van Idem, Trying-out. An anatomy of Dutch whaling and sealing in the nineteenth century, 1815-1885 (Amsterdam 2008)].

Auteur: Joost C.A. Schokkenbroek

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.