Labadie, Ilse (1933-1999)

 
English | Nederlands

LABADIE, Ilse (geb. Paramaribo 5-1-1933 – gest. Paramaribo 10-6-1999), bankdirectrice, mensenrechtenactiviste. Dochter van Paul Julius Eduard Labadie (1903-1974), onderwijzer, en Eleonore Desiré Libanon (1900-1967), kleuterleidster, coupeuse. Ilse Labadie trouwde op 23-1-1957 in Paramaribo met Hein van Eer (geb. 1930), landbouwkundig ingenieur, met wie ze 1 adoptiezoon had.

Ilse Labadie kwam uit een harmonieus gezin met vier kinderen in Paramaribo. Ze was het derde kind en de tweede dochter. De naam Labadie duidt mogelijk op een link met de naamgever van de Labadisten, een piëtistische groepering in Nederland die in 1683 de plantage La Providence in Suriname had gesticht. Ilses vader was naast zijn onderwijzersbaan actief in de Evangelische Broedergemeente en in de Lutherse Kerk. Zowel hij als de moeder stimuleerde hun kinderen om hun talenten te gebruiken en een positie in de maatschappij te verwerven. Als jong kind was Ilse al strijdbaar en goed gebekt. Zo sprong ze in de bres voor haar grote zus Helen als die gepest werd door andere kinderen. Op haar dertiende werd ze lid van de meisjesvereniging ODITH (Ons Doel Is Te Helpen) en hulp bieden zou de rode draad in haar leven blijven. Tijdens haar mulojaren op de Hendrikschool in Paramaribo deed Ilse veel aan sporten zoals basketbal.

Sociale rechtvaardigheid

Na de mulo volgde Ilse Labadie de secretaresseopleiding en bekwaamde zich in steno, boekhouden en handelscorrespondentie Engels, Frans en Duits. Tegelijk werkte ze op het hoofdkantoor van de douane, waarvoor ze de prijzen in winkels controleerde. Daarna deed ze haar eerste ervaring op in het bankwezen door een functie bij de Surinaamse Volkscredietbank. In januari 1957 trouwde ze met haar jeugdliefde Hein van Eer. Drie maanden later verhuisden de twee naar Nederland, waar Van Eer in Deventer civieltechnische landbouwkunde ging studeren. Labadie zorgde voor het inkomen: eerst werkte ze bij Bechtel Pipeline en daarna bij het voedingsmiddelen- en chemiebedrijf Noury van de Lande. In beide bedrijven was ze de eerste gekleurde directiesecretaresse. Naast haar werk volgde ze een studie pedicure.

In 1963 was Labadies man afgestudeerd en kozen ze welbewust voor terugkeer naar Suriname. Terug in Paramaribo werd Ilse in 1968 aangenomen bij De Surinaamsche Bank (DSB). Ze werkte zich van directiesecretaresse en afdelingschef op tot directrice van dochtermaatschappij Suritrust (1983), gespecialiseerd in vermogensbeheer van particulieren. Als directrice was Ilse Labadie onder meer verantwoordelijk voor het verstrekken van kredieten en hypotheken. Het sociale belang stond voorop. Zo pleitte ze voor gelijke pensioenrechten voor vrouwen en mannen. Omdat dat niet lukte, heeft ze nooit haar eigen pensioen in ontvangst genomen.

Labadie bleek een uitstekende mediator. Naast haar reguliere werk voor de bank bekleedde ze tal van bestuursfuncties. Ze was de eerste vrouwelijke voorzitter van het bestuur van de Lutherse Kerk, lid van de Rotary en voorzitster van de Soroptimisten International Club Paramaribo. Ten dienste van die laatste organisatie reisde ze de wereld rond om conferenties bij te wonen. Onder haar leiding richtten de Soroptimisten in Paramaribo een school op voor verstandelijk gehandicapte meisjes.

Decembermoorden

Na de militaire staatsgreep (25-2-1980) in Suriname raakte Labadie in 1987 betrokken bij de door dominee Rudy Polanen opgerichte Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV). De OGV trad op tegen mensenrechtenschendingen door militairen, met name de Decembermoorden (8-12-1982) en het bloedbad in het Oost-Surinaamse dorp Moiwana, waarbij 39 dorpelingen werden doorgeschoten (29-11-1986). Ilse Labadie werd vicevoorzitter, en toen dominee Polanen in 1989 na bedreigingen naar Nederland moest uitwijken, nam ze zijn plaats als voorzitter over. Ze was onverschrokken en nam ondanks dreigementen van de militairen nooit een blad voor de mond. De OGV hielp de nabestaanden van de decemberslachtoffers met de clandestiene herdenkingsdienst die jaarlijks werd georganiseerd en waarbij Labadie altijd een toespraak hield. In 1992, toen Suriname weer een burgerregering had, waren nabestaanden uit Nederland voor het eerst daarbij aanwezig.

Met het Inter-Amerikaanse Instituut voor de Mensenrechten organiseerde Ilse Labadie in 1999 een internationale conferentie in Suriname. De uitkomst hiervan was de aanbeveling om een waarheidscommissie te installeren, maar zover is het nooit gekomen. Wel wisten nabestaanden van de slachtoffers de verjaringstermijn van de Decembermoorden te stuiten. In een poging tot dialoog heeft Ilse Labadie legerleider Desi Bouterse verschillende keren uitgenodigd voor een gesprek. Hij ging het debat echter uit de weg en schoffeerde haar tijdens publieke bijeenkomsten. In 1999 kwam Bouterse, gesecondeerd door zijn tweede man en zijn secretaresse, onaangekondigd op bezoek in het ziekenhuis, waar Labadie op sterven lag. Toen ze zag wie binnen kwam, maakte ze een afwijzend gebaar met haar hand en moest het gezelschap rechtsomkeert maken.

Ilse Labadie was 66 jaar, toen ze op 10 juni 1999 overleed in het Diakonessen Ziekenhuis te Paramaribo.

Betekenis

Ilse Labadie was een ‘selfmade woman’ met een aangeboren antenne om onrecht op te sporen en de leiding te nemen als ze mensen kon helpen. Zakelijk instinct maakte haar soms streng, maar ze combineerde dat met humor en een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Ze organiseerde hulpacties voor bejaarden, scholieren en gevangenen en zat in het bestuur van de Nierstichting, Het Diakonessen Ziekenhuis en Monumentenzorg. Bovenal wordt Labadie herinnerd als een moedige, onbaatzuchtige en strijdbare mensenrechtenactiviste. Na de Decembermoorden manifesteerde ze zich als baken van hoop en troost voor de Surinamers die justitieel onderzoek naar de moorden en gerechtigheid eisten. Ze werd een nationaal boegbeeld in de strijd voor het onderzoek naar alle schendingen van mensenrechten in Suriname en was ook de drijvende kracht achter het monument voor de rechten van de mens in Paramaribo. Het proces tegen de verdachten van de Decembermoorden begon pas acht jaar na haar dood. De door haar opgerichte school voor gehandicapte meisjes werd op 21 maart 2000 omgedoopt tot Trainingscentrum Ilse Labadie.

 

Literatuur

  • Theo Para, De Ware Tijd 20-6-1999 [necrologie].
  • Iwan Brave, De Ware Tijd en de Volkskrant, 26-6-1999 [necrologieën].

Illustratie

Ilse Labadie, door onbekende fotograaf, ongedateerd (particuliere collectie).

Auteur: Noraly Beyer (met dank aan Hein van Eer, Rudi Labadie, Betty Goede, Georgine L. de Miranda, Mariëtte Tjon A Ten, Biemla Gajadien en Lydia Emanuels)

laatst gewijzigd: 08/01/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.