Leeuwenberch, Agnes van (ca. 1500-1562)

 
English | Nederlands

LEEUWENBERCH, Agnes van (geb. Utrecht ca. 1500 – gest. Utrecht 1562), stichteres van het Leeuwenberch-gasthuis. Dochter van Henrick van Leeuwenberch en Margaretha Proys. Agnes van Leeuwenberch trouwde met Steven van Rutenberch (gest. 1544), lid van het stadsbestuur van Arnhem. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Agnes (Agniese) van Leeuwenberch kwam uit een welgesteld Utrechts gezin van acht kinderen. Ze was het zesde kind en de oudste dochter en groeide op aan de westzijde van de Oudegracht, waar de familie een woonhuis bezat tussen de Bakker- en de Bezembrug (nu nr. 147). Van oudsher behoorden de mannelijke leden van de familie tot het stadsbestuur of de geestelijkheid. Het familievermogen was groot dankzij vererving en goede huwelijken. Agnes’ moeder bracht bijvoorbeeld het landgoed Nieuw-Amelisweerd (tussen Utrecht en Bunnik) in de familie.

Het is onbekend wanneer Agnes van Leeuwenberch in het huwelijk trad met Steven van Rutenberch. Haar man was tussen 1533 en 1544 afwisselend schepen, raad en burgemeester van Arnhem, waaruit opgemaakt kan worden dat Agnes gedurende haar huwelijk ook in die stad heeft gewoond. Ook was hij door de hertog van Gelre benoemd tot drost van Anholt. Vanaf 1538 bezat het echtpaar het landgoed De Gouden en Zilveren Spijcker ten noorden van Arnhem, later onderdeel van landgoed Sonsbeek. In 1544 stierf Steven van Rutenberch en werd begraven in de kerk van het Utrechtse minderbroederklooster. Na zijn dood woonde Agnes van Leeuwenberch weer in Utrecht.

Agnes van Leeuwenberch waakte zorgvuldig over haar vermogen. Zo procedeerde zij als erfgenaam van haar broer tegen de Staten van Utrecht omdat zij meende dat deze haar broer nog geld schuldig waren. Dat proces verloor zij. In 1548 dreigde zij het landgoed De Gouden en Zilveren Spijker te moeten overdragen aan keizer Karel V omdat deze na zijn overwinning op de hertog van Gelre beslag liet leggen op diens domeinen. Hierover voerde zij eveneens een proces, maar dit keer kennelijk met succes, want in 1562 droeg zij het landgoed over aan de kinderen van haar schoonzuster. In 1549 werd zij in Utrecht beboet voor het ontduiken van de wijnaccijns.

Het Leeuwenberch-gasthuis

In 1562 dicteerde Agnes op haar ziekbed haar testament, waarin zij haar geld bestemde ‘tot alimentatie, nooddruft ende onderhoud van arme mensen, mans- ende vrouwenpersonen, die geen onderhoud en hebben, ziek, krank, ongevallig, bedvast ende ook van pest bevangen wezende, die zonder hulp van aalmoezen niet en zouden kunnen leven’ (Muller, 78). Agnes van Leeuwenberch stierf in 1562 en werd begraven in de kerk van het minderbroederklooster in Utrecht, in het graf van haar man. In 1567 ging het gasthuis Leeuwenberch open aan het Servaasbolwerk. In een muur werd ter nagedachtenis van de stichteres een fundatiesteen aangebracht met de tekst ‘Leewenberch is hier opgerezen/ Door juffrouw Agnes van Leeuwenberch geprezen/ Ten behoeve der burgers met pest begaafd/ Die worden alhier gespijsd en gelaafd, anno 1567’ (Van Campen, 82-83). In de tweede helft van de zeventiende eeuw vonden ook patiënten met andere besmettelijke ziekten onderdak in het gasthuis.

Het oorspronkelijke gasthuis aan het Servaasbolwerk werd in 1793 bezit van de stad Utrecht. Vervolgens had de Nederlands Hervormde Kerk het gebouw lange tijd in gebruik. Tegenwoordig wordt het beheerd door de stichting ‘Vrienden van het Leeuwenbergh Gasthuis’. Haar naam leeft ook voort in de Stichting Agnes van Leeuwenberch, opgericht in 2004. In 2006 opende deze stichting Huize Agnes, dat tijdelijke opvang biedt aan vrouwen en hun kinderen die zonder geldige verblijfspapieren in Nederland verblijven.

Literatuur

  • S. Muller Fz., Geschiedenis der fundatiën, beheerd door het college van regenten der Verenigde gods- en gasthuizen te Utrecht (Utrecht 1900) passim en 76-95 [tekst testament Agnes van Leeuwenberch].
  • E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 1 (z.p. 1909).
  • J.W.C. van Campen, ‘Leeuwenberch’, Jaarboekje van Oud-Utrecht (1931) 78-121.
  • A.P. van Schilfgaarde, ‘Het testament van hertog Karel en zijn afstammelingen’ Bijdragen en Mededelingen van de Vereniging Gelre, 50 (1950) 23-29.
  • C. van Donkersgoed, De families Proys, Van Pallaes en Van Lewenberch: een onderzoek naar drie middeleeuwse Utrechtse patriciërsfamilies (Utrecht 1989) [ongepubliceerde doctoraalscriptie].
  • Nico Immink, Leeuwenbergh: biografie van een Utrechts gebouw, 1567-1990 (Utrecht 1990).
  • J.G. Riphaagen, ‘Agnes van Leeuwenberch (ca. 1500-1562). Stichteres van het Leeuwenberch-gasthuis’, Utrechtse Biografieën 4 (1997) 116-120.
  • Website: http://www.agnesvanleeuwenberch.nl

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 94

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.