Nierop, Leonie van (1879-1960)

 
English | Nederlands

NIEROP, Leonie van (geb. Amsterdam 12-8-1879 – gest. Washington DC, Verenigde Staten 29-6-1960), historica en eerste vrouwelijke doctor in de staatswetenschappen. Dochter van Frederik Salomon van Nierop (1844-1924), advocaat en bankier, en Emilie Regina Gompertz (1851-1925). Leonie van Nierop bleef ongehuwd.

Leonie (Lie) van Nierop was de eerste dochter in het joodse gezin van de Amsterdamse bankier Frederik Salomon van Nierop en diens tweede vrouw, Emilie Regina Gompertz – zijn eerste vrouw was in 1874 overleden. Zo groeide Leonie op met een halfzus, drie broers en een zusje (1882). Tot haar twaalfde woonde het gezin in een huis aan het Frederiksplein (nr. 51). In 1891 verhuisden zij naar de Sarphatistraat (nr. 1), waar vader Van Nierop naar eigen inzicht een groot woonhuis had laten bouwen. Dochter Leonie zou dit ouderlijk huis pas na zijn dood verlaten. Financieel hadden de Van Nierops het goed: vader was president-directeur van de Amsterdamsche Bank, een voorloper van ABN Amro. Als liberaal was hij ook lid van de gemeenteraad, de Provinciale Staten van Noord-Holland en – vanaf 1899 – van de Eerste Kamer. Daarnaast had de altijd flamboyant geklede patriciër zitting in de kerkenraad van de Hoofdsynagoge. De keerzijde van die drukke werkzaamheden was dat vader Van Nierop erg afstandelijk was, ook thuis, wanneer hij zich met stapels papier in zijn studeerkamer terugtrok. Aan tafel ging het vooral over algemene en sociale onderwerpen, zelden vond er een persoonlijk gesprek plaats (Rijxman, 146, 151, 154). Vooral met haar jongste zus, Johanna Elisabeth of kortweg ‘Zus’, ontwikkelde Leonie een sterke band.

Onderwijs volgde Leonie aan de Frederikschool bij de voormalige stadstimmertuin, daarna aan de Hogere Burgerschool voor Meisjes aan de Keizersgracht, waar zij in 1896 haar diploma behaalde. Hierna wilde zij verder studeren voor een MO-akte, maar haar vader zag haar liever niet voor de klas staan. Leonie moest staatsexamen doen zodat ze naar de universiteit kon. Zo kwam de achttienjarige Leonie van Nierop in contact met dr. M.B. Mendes da Costa, de classicus die tientallen Amsterdamse leerlingen over de drempel van de universiteit hielp. In 1899 behaalde ze het staatsexamen en ging ze in navolging van haar vader rechten studeren aan de Amsterdamse universiteit. Voor deze studie had slechts één ander meisje zich ingeschreven, maar dat haakte al snel af.

Na haar kandidaatsexamen recht deed Van Nierop doctoraalexamen in de staatswetenschappen. Deze keuze lijkt eveneens mede te zijn bepaald door haar vader, die een grote historisch-economische interesse had en sociaal bewogen was. In 1905 promoveerde Leonie van Nierop bij professor M.W.F. Treub, de voormalige linkse wethouder publieke werken, op De bevolkingsbeweging der Nederlandsche stad. Het proefschrift, gestoeld op demografisch en statistisch bronnenmateriaal, leest als een sociaal-economische geschiedenis van de Hollandse steden. Van Nierop heeft zowel oog voor de grote lijnen als voor de geringste details, zoals de consumptie van paardenvlees door negentiende-eeuwse minvermogenden (107). Van Nierop was een van de eerste Nederlandse vrouwen die op een historisch onderzoek promoveerden. Uit een krantenbericht blijkt hoe uitzonderlijk het toen was dat zo’n ‘met fortuin bedeelde jongedame’ een academische graad behaalde (Nieuwe Tilburgsche Courant, 11-7-1905).

‘Studieuze juffer’

Leonie van Nierop had meer belangstelling voor historische feiten dan voor economische theorieën. Een afzonderlijke studie geschiedenis bestond echter nog niet en de historische wereld werd gedomineerd door een gesloten ‘old boys network’. In de niche van de economische geschiedwetenschap wist zij echter een goede reputatie op te bouwen. Zo kreeg zij in 1910 de opdracht om het derde deel van een bronnenreeks over de Levantse handel te verzorgen in de reeks Rijks Geschiedkundige Publicatiën (RGP). Ook hield zij zich bezig met maatschappelijke kwesties. In 1913 werd zij lid van de gemeentelijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en steunde zij met andere lokale prominenten een petitie tot oprichting van een Openbare Leeszaal (Gemeenteblad 1913, I, 93). In datzelfde jaar werd zij lid van het Historisch Genootschap en wist zij een bijdrage over de Goldberg-enquête van 1800 te publiceren in De Gids. Een volgend artikel van de ‘studieuze juffer’, over de houding van het Amsterdamse stadsbestuur tegenover de nijverheid van Franse refugiés, werd echter tegengehouden door redacteur Johan Huizinga. Hij vond het stuk gortdroog en ongeschikt voor publicatie (Van der Lem, 435-436).

Elders kregen de artikelen van Leonie van Nierop wel een enthousiast onthaal. Belangwekkend waren haar bijdragen in het Tijdschrift voor Geschiedenis over de Amsterdamse zijdenijverheid en de herkomst en beroepen van Amsterdamse bruidegoms. Verder schreef ze tientallen artikelen voor de jaarboeken van het Genootschap Amstelodamum en het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA), waarvan zij een van de oprichters was. In 1925 kwam ze in de commissie voor publicaties van het NEHA, maar datzelfde jaar moest Van Nierop een ingrijpende operatie ondergaan. Vanwege gezondheidsproblemen verloor zij tot haar grote verdriet de RGP-opdracht over de Levantse handel (Van Eeghen, 302).

In hetzelfde ‘rampjaar’ 1925 overleed Van Nierops moeder, een jaar na haar vader. Noodgedwongen verlieten Leonie van Nierop en haar zus het huis aan de Sarphatistraat en verhuisden zij naar het Hotel des Pays Bas in de Doelenstraat. Zij bleef historisch onderzoek doen en was actief in allerhande besturen, zoals dat van kunstnijverheidshandel Het Klokhuis in de Vijzelstraat, waar bijzondere Hollandse stoffen werden verkocht, de Vereniging voor Verbetering van Vrouwenkleding, het Leesmuseum voor Vrouwen, en het Sanatorium Hoog Laren, waar zij haar vader had opvolgd.

In de herfst van 1938 vertrokken de zusters Van Nierop naar de Verenigde Staten, vanwege de ontwikkelingen in nazi-Duitsland. Zij vestigden zich in Washington DC, waar zij opnieuw hun intrek namen in een hotel. Pas na het einde van de oorlog kon Leonie van Nierop haar historische werk hervatten. Aanvankelijk vroeg zij het Amsterdamse Gemeentearchief om inlichtingen per post op te sturen, maar toen reizen weer mogelijk werd, kwamen de zusters ieder voorjaar terug naar Holland. In het naoorlogse Nederland waren de veramerikaniseerde zusters een opvallende verschijning, herinnert neef Henk van Nierop zich.

Op haar tachtigste verjaardag, in 1959, werd Leonie van Nierop benoemd tot erelid van het Genootschap Amstelodamum. Ondanks haar verblijf in Washington bleef zij bijdragen leveren over diverse aspecten van de stadsgeschiedenis: van het verzet tegen belastinggaarders en leerlooierijen in de Jordaan tot de bestrijding van laster en dierenmishandeling door de Amsterdamse overheid. Na haar overlijden in 1960 schonk haar zuster een aanzienlijk bedrag aan Amstelodamum, waaruit publicaties werden bekostigd. Haar omvangrijke collectie zeldzame boeken over de Amsterdamse geschiedenis legateerde zij aan de bibliotheek van het Congres in Washington (Jaarboek Amstelodamum 55 (1963) 7). Amstelodamum-bestuurslid Mejuffrouw van Eeghen, die de grenzeloze interesse voor de Amsterdamse geschiedenis met haar deelde, schreef een in memoriam van Leonie van Nierop.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: Toegang 708 (Archief Gemeentelijke Middelbare School voor Meisjes ‘Gerrit van der Veen’ en rechtsvoorgangers), inv. nrs. 1 en 8.
  • Universiteit van Amsterdam, Bijzondere Collecties: brief Leonie van Nierop aan Maurits Benjamin Mendes da Costa, d.d. 15-5-1931 (sign. XX K 5/125/4).

Publicaties

  • De bevolkingsbeweging der Nederlandsche stad (diss. Universiteit van Amsterdam 1905)
  • ‘Stukken betreffende de nijverheid der Réfugiés te Amsterdam’, 2 delen, Economisch-Historisch Jaarboek 7 (1921); 9 (1923).
  • ‘Het kohier van de personele quotisatie te Amsterdam over het jaar 1742 en de Amsterdamse vrouw’, Jaarboek Amstelodamum 43 (1949) 80-101.
  • ‘De keuren tegen "het ombrengen van jonggeboren kinderen" in de 17de en 18de eeuw’, Maandblad Amstelodamum 46 (1959) 154-155.
  • Voor een overzicht van Van Nierops belangrijkste publicaties in Amstelodamum, zie:  Maandblad Amstelodamum 46 (1959) 146.

Literatuur

  • I.H. van Eeghen, ‘Leonie van Nierop. Amsterdam, 12 augustus 1879-Washington D.C., 29 juni 1960’, Economisch-Historisch Jaarboek 28 (1958-1960) 302-303.
  • J.G. van Dillen, ‘In memoriam dr. Leonie van Nierop’, Tijdschrift voor Geschiedenis 73 (1960) 434.
  • A.S. Rijxman, ‘Mr. Frederik Salomon van Nierop 1844-1924’, in: Bedrijf en samenleving. Economische-historische studies over Nederland in de negentiende en de twintigste eeuw (Alphen aan den Rijn/Brussel 1967) 137-155.
  • G.A.C. van der Lem, ‘“Onze grijze tempeltjes”. De historische bijdragen in De Gids tijdens het redacteurschap van Colenbrander en Huizinga’, Tijdschrift voor Geschiedenis 99 (1986) 430-452.
  • M. Grever, Strijd tegen de stilte: Johanna Naber (1859-1941) en de vrouwenstem (Hilversum 1994).
  • M.A. van Nierop, Familiegeschiedenis/familyhistory Van Nierop 1813-2000 (Amsterdam 2000) 90-92.
  • M. Groot, Vrouwen in de vormgeving in Nederland 1880-1940 (Rotterdam 2007) 144.

Illustratie

Portretfoto, door onbekende fotograaf, ca. 1945 (Stadsarchief Amsterdam).

Auteur: Maarten Hell (met dank aan Henk van Nierop en Tobias Asser)

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 842

laatst gewijzigd: 04/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.