Lisiewska, Anna Rosina (1713/1716-1783)

 
English | Nederlands

LISIEWSKA, Anna Rosina, ook bekend als Rosine de Gasc (geb. Berlijn 10-7-1713/1716 – gest. Dresden 26-3-1783), portretschilderes. Dochter van Georg Lisiewski (1674-1750), schilder. Anna Lisiewska trouwde (1) in 1741 in Dresden met David Matthieu (1697-1755), schilder; (2) in 1760 in Braunschweig (?) met Louis de Gasc (1718-1793), gerechtsassessor. Uit huwelijk (1) werden 1 dochter en 1 zoon geboren; huwelijk (2) bleef kinderloos.

Anna Rosina Lisiewska werd, net als haar zuster Anna Dorothea (1721-1782), als schilderes opgeleid door haar van origine Poolse vader, hofschilder in Berlijn. Haar moeder wordt in geen enkele bron genoemd. Op haar veertiende maakte Anna haar eerste echte portret: van prinses Johanna Elisabeth von Anhalt-Zerbst. Tot haar huwelijk met Matthieu werkte Lisiewska waarschijnlijk op het atelier van haar vader. Op haar beurt gaf zij haar twee kinderen uit haar huwelijk met Matthieu, Rosina Ludovica en Leopold, schilderles. Ook steunde zij haar stiefzoon, Georg David Matthieu (1737-1778), in diens schilderkunstige carrière. Na de dood van haar man voorzag zij in haar onderhoud met portretschilderen. In 1760 trouwde zij met een hoge ambtenaar van het Berlijnse gerecht, Louis de Gasc, die uiteindelijk, in 1779, hoogleraar Franse taal- en letterkunde werd.

Anna Lisiewska verbleef in de jaren 1766-1767 in Den Haag, waar zij onder anderen Wilhelmina van Pruisen (als miniatuurschilderes) portretteerde. Lisiewska was naar de hofstad gekomen om haar zoon Leopold te bezoeken, die daar tekenlessen volgde. Mogelijk ook koesterde zij de hoop er als hofschilderes te kunnen werken. Haar naam komt voor in de notulen van de Haagse schildersconfrerie in verband met achterstallige contributie. In 1767 keerde zij terug naar Braunschweig en tien jaar later werd zij daar officieel hofschilderes. Behalve vorstelijke personen heeft Lisiewska vanaf de jaren zestig ook leidende figuren uit de Duitse Verlichting geportretteerd.

Naslagwerken

Van der Aa; DWA; Kramm; Lexicon Noord-Nederlandse kunstenaressen; Thieme; Wurzbach.

Werken

Lisiewska signeerde haar werk zowel onder haar meisjesnaam als – later – onder die van haar echtgenoten. Werk van haar bevindt zich in o.a. Schloss Charlottenburg (Berlijn), het Herzog Anton Ulrich-Museum (Braunschweig), en Schloss Ambras (Innsbruck).

Literatuur

  • H. Hardenberg, ‘De schilderes Rosine de Gasc en haar Haagse relaties’, Jaarboek Die Haghe (1949) 139-161.
  • K.E. Schaffers-Bodenhausen en M.E. Tiethoff-Spliethoff, The portrait miniatures in the collections of the House of Orange-Nassau (Zwolle 1993) 38.

Illustratie

Zelfportret, 1782 (Collectie Niedersächsisches Landesmuseum, Hannover). Uit: Delia Gaze, Dictionary of women artists (Londen 1997).

Redactie

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.