Louise van Oranje-Nassau (1828-1871)

 
English | Nederlands

LOUISE prinses van ORANJE-NASSAU, prinses der Nederlanden (geb. Den Haag 5-8-1828 gest. Stockholm 30-3-1871), door haar huwelijk koningin van Zweden en Noorwegen. Dochter van Willem Frederik Karel prins der Nederlanden (1797-1881) en Louise Augusta Wilhelmina Amalia, prinses van Pruisen (1808-1870). Prinses Louise trouwde op 19-7-1850 in Stockholm met Karel XV Lodewijk Eugenius Bernadotte (1826-1872), vanaf 1859 koning van Zweden en Noorwegen. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.

Wilhelmina Frederika Alexandrina Anna Louisa kwam op 5 augustus 1828 ter wereld als oudste kind van prins Frederik en prinses Louise. Met haar jongere broertjes Willem (jong overleden) en Frederik scheelde zij respectievelijk vijf en acht jaar, met haar zusje Marie dertien jaar. Aangezien hun vader geen directe troonopvolger was, hadden de kinderen een relatief normale jeugd. Wel namen zij volop deel aan het familieleven van de Oranjes. Het gezin verbleef doorgaans ’s winters in het paleis aan het Korte Voorhout te Den Haag, ’s zomers op het buitenverblijf De Pauw in Wassenaar. Daar konden de kinderen naar hartelust tuinieren, wandelen of paardrijden.

Ondanks het leeftijdsverschil trok Louise of Poutje, zoals zij in de huiselijke kring werd genoemd, veel op met haar broer Frederik (Fritzi). Diens overlijden in 1846, op tienjarige leeftijd, zorgde voor veel verdriet in het gezin. Daarna vormden Louise, Marie en hun ouders meer dan ooit een hechte band met elkaar. De ouders waren dikwijls op reis. Bij die gelegenheden schreef Louise wekelijks brieven. Die aan haar moeder zijn bewaard gebleven.

Opvoeding en onderwijs

Omstreeks haar zesde jaar kreeg Louise een gouvernante: Victoire Wauthier, dochter van een uit België afkomstige officier in het Nederlandse leger, een verdienstelijk schilderes. Onder haar leiding leerde Louise zich in vloeiend Frans uit te drukken en bekwaamde zij zich in kunstzinnige vakken. Engels kreeg zij van Maayke Petronella à Lavoine. Ook leerde zij Duits (haar moeders taal) en een beetje Russisch. Pianoles en muzikale vorming kreeg zij van Johann Heinrich Lübeck, dirigent van de Hofkapel, tevens directeur van de Haagse muziekschool. De hofpredikant Isaac Johannes Dermout nam haar religieuze opvoeding ter hand. Bij hem deed zij in 1845 belijdenis. Deze gebeurtenis markeerde de voltooiing van haar opvoeding; zij was klaar voor het huwelijk.

Huwelijk

Een huwelijkskandidaat deed zich voor in de persoon van Karel Bernadotte, kroonprins van Zweden en Noorwegen – beide landen vormden sinds 1814 een personele unie. Hij was een charmante verschijning; bovendien beschikte hij over artistieke talenten. Louise en Karel verloofden zich op 30 april 1850 in Den Haag. Doordat de Staten-Generaal toestemming aan het huwelijk gaven, behield Louise recht op de Nederlandse troon. Ter voorbereiding op het leven in haar toekomstige vaderland leerde ze Zweeds. Noors heeft zij zich nooit eigen gemaakt. Het verhaal gaat dat het verarmde Zweedse koningshuis een royalere bruidsschat had verwacht dan de honderdduizend gulden, die zij meekreeg. Echter ook haar vader Frederik had zich te houden aan de vastgestelde huwelijkssom voor prinsessen van Oranje. Wel kreeg Louise van hem voor persoonlijk gebruik jaarlijks twaalfduizend gulden.

Een Zweeds eskader haalde Louise, haar ouders en zusje Marie half juni 1850 op in Travemünde (Lübeck) om haar naar haar nieuwe vaderland te brengen. In de Storkyrkan (Grote Kerk) van Stockholm werd op 19 juni haar huwelijk met Karel voltrokken. Aansluitend maakte het paar naar oud gebruik, vergezeld door de voltallige koninklijke familie, een rondreis langs de belangrijkste Zweedse en Noorse steden, waarbij zij door de koning werden voorgesteld aan de bevolking. Louises schoonfamilie bestond uit koning Oscar I, koningin Josephina, drie jongere ongetrouwde zonen en een dochter en koningin-weduwe Désirée, grootmoeder van Karel en weduwe van de eerste koning en grondlegger van de dynastie, Jean Baptiste Bernadotte (Karel XIV).

In het koninklijk paleis van Stockholm en in het paleis van Drottningholm bewoonden Louise en Karel hun eigen appartementen. ’s Zomers verbleven zij in een van de vele buitenverblijven van de koninklijke familie in Zweden en Noorwegen.

Koningin van Zweden en Noorwegen

Toen koning Oscar I ernstig ziek werd, trad Karel op als regent in Zweden en als onderkoning in Noorwegen. Louise verving voortaan haar schoonmoeder bij officiële gebeurtenissen. Het overlijden van de koning op 8 juli 1859 betekende daarom geen grote verandering in haar leven. Aan haar ouders schreef zij dat zij ondanks haar nieuwe status gewoon Poutje bleef.

Niet alleen Karel, maar ook Louise werd zelfstandig gekroond. Dat gebeurde in Zweden volgens de traditie door de (lutherse) aartsbisschop van Uppsala en de minister van Justitie gezamenlijk op 3 mei 1860 in de Storkyrkan van Stockholm. Op 5 augustus had in Noorwegen een soortgelijke ceremonie plaats in de Nidaros-kathedraal van Trondheim. Louise was daarmee de eerste vrouw die de koninginnenkroon van Noorwegen droeg, omdat – naar het verhaal gaat– de aartsbisschop van Noorwegen had geweigerd haar twee katholieke voorgangsters (Désirée en Josephina) te kronen.

Familieleven en taakvervulling

Louise bracht veel tijd door met het schrijven van brieven aan haar familieleden en aan haar vroegere gouvernante Louise Wauthier, met wie zij een levenslange vriendschap onderhield. Muzieklessen kreeg ze van de Zweedse musicus Adolf Fredrik Lindblad, directeur van de muziekschool in Stockholm, die ook andere leden van de koninklijke familie lesgaf.

Kort na elkaar kregen Karel en Louise twee kinderen: Lovisa, bijgenaamd Sessan (afkorting van ‘prinsessan’), en erfprins Carl Oscar, respectievelijk geboren in 1851 en 1852. Carl Oscar overleed reeds na vijftien maanden. Omdat Louise na haar tweede kind geen kinderen meer kon krijgen, zou zij Karel een scheiding hebben aangeboden, opdat hij in een nieuw huwelijk kans zou maken op een mannelijke troonopvolger. Dat offer zou hij hebben afgeslagen. Hoewel Karel zich veel om zijn vrouw en dochter bekommerde, zocht hij zijn heil ook buiten het huisgezin. Hij had talrijke maîtresses, onder wie een hofdame van zijn vrouw. Hoe Louise tegenover deze liefdesaffaires stond, is niet bekend. In de briefwisseling met haar moeder komt dit onderwerp niet ter sprake. Plichtsgetrouw maar zonder veel vreugde vervulde Louise haar representatieve taken. Van nature was zij bescheiden en ingetogen; groot was het contrast met haar flamboyante echtgenoot. Politiek had zij geen invloed, maar dat werd ook niet van haar verwacht. Toch was zij goed op de hoogte van nationale en internationale ontwikkelingen. Nederlandse kranten hielden haar op de hoogte van het wel en wee in haar vaderland. In tegenstelling tot haar echtgenoot, die een warm voorstander was van het ‘Scandinavisme’ (politieke solidariteit van de Scandinavische landen in hun strijd tegen de Pruisische expansie) was zij Pruisen, haar moeders vaderland, niet vijandig gezind.

Louise was een gelovige vrouw. Zij vertaalde enkele stichtelijke werken uit het Nederlands en Engels naar het Zweeds. De opbrengst van de boekjes ging naar een organisatie voor zieke kinderen. Bovendien zette zij zich in voor charitatieve doelen. Zij organiseerde de ‘5 öresvereniging’, met de opbrengst waarvan een kindertehuis in Lapland tot stand kwam. Eveneens op haar initiatief werd de spaarvereniging Eigen Hulp opgericht, die bijdroeg aan de verpleging van zieke kinderen. Zij was de beschermvrouw van een kinderziekenhuis dat haar naam draagt, en van een school voor doven. Ter stimulering van de beoefening van huisvlijt op het platteland kocht zij geregeld linnengoed, kant- en borduurwerk.

Om bij haar stervende moeder te kunnen zijn, reisde Louise eind 1870 naar Nederland. Op de terugreis naar Zweden vatte zij kou, kreeg longontsteking en overleed zelf op 30 maart 1871 in het koninklijk paleis van Stockholm. Haar lichaam werd bijgezet in de Riddarholmskyrkan, een van de oudste kerken in Stockholm, waarin zich de grafkelder van de Zweedse koninklijke familie bevindt.

Reputatie

Ondanks haar sociale bewogenheid maakte Louise zich weinig populair bij het grote publiek. Men zag haar ingetogenheid en stijfheid in de omgang aan voor arrogantie. Mensen die haar van nabij meemaakten, zoals haar kamerheer en haar lijfarts, kwalificeerden haar echter als eerlijk, bescheiden en plichtsgetrouw, karaktereigenschappen die een positieve invloed op haar man hadden. Haar dochter Louise trouwde in 1869 met de kroonprins van Denemarken. Zij zouden acht kinderen krijgen. Via deze kinderen kan Louise beschouwd worden als stammoeder van enkele Europese vorstenhuizen.

Naslagwerken

Van Ditzhuyzen.

Archivalia

Koninklijk Huisarchief, Den Haag: archieven van prins Frederik, van zijn echtgenote en hun kinderen (A37); archief van prinses Sophie (A44b); archief van de ceremoniemeester (E18a).

Literatuur

  • W.C.A. Quarles van Ufford, ‘Louise koningin van Zweden’, Historia 8 (1942) 241-247.
  • L.J. van der Klooster en J.J. Bouman, Oranje in beeld. Een familiealbum uit de 19de eeuw (Zaltbommel 1966).
  • Ursula Sjöberg en Kerstin Hagsgård, Two centuries of Bernadotte portraits (Stockholm 2008).
  • Hennes Kong. Höghet, Prinsessans af Nederländerna, Wilhelmina Fredrika Alexandra Anna Lovisa’s ankomst till Stockholm den 15 Juni 1850 (Stockholm 1850) [met vertaling in het Frans en Duits].
  • Birgitta Lager-Kromnow red., Svenskt biografiskt lexikon, deel 24 (lemma Lovisa) (Stockholm 1982-1984) 148-150; deel 20 (lemma Karl XV) (Stockholm 1973-1975) 700-706.

Illustratie

Fotoportret door de Zweedse hoffotograaf Mathias Hansen (1823-1905), ca. 1860, vermoedelijk vervaardigd naar aanleiding van haar kroning tot koningin van Zweden. Louise draagt de Zweedse hofdracht met hermelijnen mantel, op haar hoofd de kroon van Lovisa Ulrika, om haar schouder het lint van de Orde van Serafim (Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau, Den Haag).

Auteur: Mieke van Leeuwen-Canneman (met dank aan Pieter Schim van der Loeff voor vertalingen uit het Zweeds).

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 732

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.