© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Nadine Akkerman, Lucas, Margaret, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Lucas [13/01/2014]
LUCAS, Margaret (geb. St John’s Abbey, Colchester 1623? – gest. Welbeck Abbey, Nottinghamshire 15-12-1673), schrijfster, bevriend met Constantijn Huygens. Dochter van Thomas Lucas (ca. 1573-1625) en Elizabeth Leighton (gest. 1647). Margaret Lucas trouwde in 1645 in Parijs met William Cavendish (1593-1676), militair en schrijver, vanaf 1665 hertog van Newcastle-upon-Tyne. Het huwelijk bleef kinderloos.
Margaret groeide op als jongste van acht kinderen zonder vader – hij overleed twee jaar na haar geboorte. Twee keer per jaar wisselde het gezin het rustige Colchester in voor Londen. Volgens Margarets autobiografie kregen de kinderen privélessen. Naast lezen en schrijven leerde ze borduren, zingen, dansen, muziekspelen (luit en virginaal). Toen in 1640 de burgeroorlog uitbrak, kwam de royalistisch gezinde familie in het nauw. Bij een aanval in 1642 werd St. John’s Abbey in brand gestoken, en daarop besloten zij naar Londen te vluchten. In 1643 vertrok Margaret naar het royalistische Oxford, waar ze bij het hof van koningin Henrietta Maria werd toegelaten. Als hofdame vergezelde ze in 1644 de koningin in haar ballingschap naar Frankrijk.
Ballingschap
In april 1645 ontmoette Margaret Lucas in Parijs de dertig jaar oudere weduwnaar William Cavendish, vader van vijf – volwassen – kinderen. Gedurende de maanden hierna, terwijl het hof in St. Germain-en-laye verbleef, hielden hofdame Margaret en markies William per brief contact. Hij schreef maar liefst zeventig gedichten voor haar. Williams vrienden keurden een mogelijk huwelijk af omdat Margaret niet vooraanstaand genoeg was. Ook de koningin was tegen het huwelijk – ze zag haar hofdame niet graag gaan–, maar het stel trouwde eind november of begin december 1645. Als stiefmoeder van zijn zoons, een paar jaar ouder dan zijzelf, had zij het niet makkelijk. In Williams broer Charles, een getalenteerd wiskundige, vond zij een geduldige vriend. Zelf bleef zij kinderloos, enkele vruchtbaarheidsbehandelingen van hofmedicus Sir Theodore Mayerne ten spijt. Ook is bekend dat William verschillende vrienden om middeltjes tegen impotentie vroeg.
Tot 1648 verbleven de Cavendishes in Parijs. Zij ontvingen schrijvers als Edmund Waller en Sir William Davenant en wetenschappers als Thomas Hobbes, René Descartes, Pierre Gassendi en Marin Mersenne. Toen het eind van de burgeroorlog naderde, wilde het echtpaar naar Engeland terugkeren, maar in Rotterdam bereikte hun het nieuws dat Margarets broer was geëxecuteerd en Colchester was belegerd door de Roundheads. St. John’s Abbey was al gedeeltelijk vernietigd en het familiegraf van de Lucassen was door soldaten geschonden. Het echtpaar besloot daarop in de Nederlanden te blijven. Ze vestigden zich in Antwerpen, een strategische locatie tussen de hoven in ballingschap in Den Haag en Parijs. Daar huurden ze het voormalige huis van Pieter Paul Rubens. Ze maakten kennis met de muzikale Francisca Duarte en haar familie, bezochten de salon van Béatrix de Cusance in Beersel en namen toneelschrijver Richard Flecknoe in huis; het was een komen en gaan van royalistische ballingen die vermaakt werden met maskerades, conversatie, toneel en muziek.
‘Lady Bashful’
Tijdens een bezoek aan Engeland in 1653, in een vergeefse poging de familiegoederen terug te krijgen, publiceerde Margaret haar eerste boek, Poems and fancies. Ze deed dat als Margaret Cavendish, lady Newcastle. Engelse vrouwen spraken er schande van, maar Constantijn Huygens was diep onder de indruk, zo schreef hij aan Utricia Swann: ‘I am fallen upon this lady, by the late lecture of her wonderful book, whose extravagant atoms kept me from sleeping a great part of last night’. Na een ontmoeting in 1657 onderhielden Huygens en Cavendish regelmatig contact. Tot 1671 correspondeerden ze over wetenschappelijke onderwerpen en Huygens zorgde ervoor dat haar werk opgenomen werd in de universiteitsbibliotheek van Leiden.
De publicaties van Margareth Cavendish volgden elkaar nu in hoog tempo op. Het stille meisje uit Parijs – ze noemde zichzelf Lady Bashful – hield op te bestaan. In Antwerpen verwonderde Margaret zich over de Italiaanse actrices die op straat speelden, in een tijd dat vrouwen op het Engelse toneel nog niet waren toegelaten. Zulke ervaringen verwerkte ze in proto-feministische toneelstukken, maar ook de verschrikkingen van de burgeroorlog en ballingschap verwerkte ze in haar geschriften. In haar meer wetenschappelijk getinte werken schreef ze kritieken op bijvoorbeeld Descartes, Hobbes, Henry More en Jan Baptista van Helmond. In totaal schreef Margaret 24 toneelstukken, een reeks verhalende gedichten en vertellingen (realistisch en fantastisch), voordrachten, brieven en essays, een autobiografie, een biografie van haar man, zes filosofische traktaten en een utopia. Toen Karel II in 1660 koning werd, keerde zij met haar echtgenoot terug naar Engeland. In 1667 was Margaret de eerste vrouw die het wetenschappelijk genootschap de Royal Society in Londen bezocht. Margareth Cavendish stierf op 53-jarige leeftijd. William overleefde haar drie jaar. Het praalgraf van haar en haar echtgenoot is te bezichtigen in Westminster Abbey.
Reputatie
Margaret Cavendish ontwierp haar eigen extravagante, vaak weinig verhullende kleding en werd vergeleken met Christina van Zweden omdat ze net als de koningin paard reed in een broek. Sommige tijdgenoten bestempelden haar als ‘Mad Madge’. Al snel werd ze een bezienswaardigheid. Samuel Pepys volgde haar wekenlang in Londen om een glimp van haar op te vangen. In 1929 zette Virginia Woolf haar neer als excentrieke schrijfster. Cavendish is inmiddels gerehabiliteerd en haar literaire werk ontbreekt zelden in bloemlezingen: tegenwoordig behoort ze tot de literaire canon van Engeland. Recentelijk zijn ook wetenschappelijke werken van haar hand in moderne edities verschenen bij gerenommeerde uitgevers zoals Cambridge University Press.
Naslagwerken
Oxford DNB.
Archivalia
- Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: Archief Constantijn Huygens.
- Koninklijk Huisarchief, Den Haag: Archief Constantijn Huygens.
- Handschriften zijn aanwezig in British Library (Londen), Nottinghamshire Archives en University of Nottingham (Nottingham), en Essex Record Office (Colchester).
Werken
Behalve bovengenoemde werken publiceerde zij:
- Philosophical fancies (Londen 1653).
- World’s Olio (Londen 1655; 1671).
- The philosophical and physical opinions (Londen 1655; 2de druk 1663).
- Nature’s pictures drawn by fancies pencil to the life (Londen 1656; 2de druk 1671).
- A true relation of my birth, breeding, and life (Londen 1656).
- Orations of divers sorts, accommodated to divers places (Londen 1662; 2de druk 1668).
- Plays written (Londen 1662).
- Sociable letters (Londen 1664).
- Philosophical letters (Londen 1664).
- Observations upon experimental philosophy. To which is added, the description of a new world, called the blazing world (Londen 1666; 2de druk 1668).
- The life of the thrice noble, high and puissant prince William Cavendishe, duke, marquess, and earl of Newcastle (Londen 1667).
- Plays never before printed (Londen 1668).
Literatuur en uitgegeven bronnen
- Anna Battigelli, Margaret Cavendish and the exiles of the mind (Lexington 1998).
- Katie Whitaker, Mad Madge: Margaret Cavendish, duchess of Newcastle, royalist, writer and romantic (New York 2002).
- Emma L.E. Rees, Margaret Cavendish, gender, genre, exile (New York 2003).
- Ben van Beneden en Nora de Poorter red., Vorstelijke vluchtelingen: William en Margaret Cavendish in het Rubenshuis, 1648-1660 (Antwerpen 2006).
- M.A. Katritzky, Women, medicine and theatre, 1500-1700: literary mountebanks and performing quacks (Aldershot 2007) [vooral 1-22: ‘Mountebanks, monsters, and several beasts. Margaret Cavendish at the Antwerp carnival fair’].
- Marika Keblusek, ‘Entertainment in exile: theatrical performances at the courts of Margaret Cavendish, Mary Stuart and Elizabeth of Bohemia’, in: Peter Davidson en Jill Bepler red., Triumphs of the defeated: early modern festivals and messages of legitimacy (Wiesbaden 2007) 173-190.
- Nadine Akkerman en Marguérite Corporaal, ‘Mad science beyond flattery. The correspondence of Margaret Cavendish and Constantijn Huygens’, in: Sara H. Mendelson red., Ashgate critical essays on women writers in England, 1550-1700, deel 7: Margaret Cavendish (Farnham, England/Burlington, USA 2009) 263-304.
- Nadine Akkerman en Marguérite Corporaal, ‘Margaret Cavendish, Constantijn Huygens en de Bataafse tranen’, De Zeventiende Eeuw 25 (2010) 224-239.
Illustratie
Frontispice door Peter Ludwig van Schuppen, 1688, naar Abraham van Diepenbeck, ca. 1655-1658.
Auteur: Nadine Akkerman
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.