Moninckx, Maria (1676?-1757)

 
English | Nederlands

MONINCKX, Maria (geb. Den Haag 1676? – begr. Amsterdam 26-2-1757), bloemschilderes. Dochter van Johannes Moninckx (1647-?), schilder, en Ariaentje Pieters. Maria Moninckx ging op 18-4-1723 in Amsterdam in ondertrouw met Martinus de la Ruel (1676-1759), ‘commissionair’. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Maria Moninckx groeide op in Den Haag, te midden van schilders en schilderessen. Haar vader was Johannes Moninckx, haar grootouders Cornelis Moninckx en Maria Terborch, zuster van Gesina Terborch. Haar oudtante was Machteld Moninckx, die getrouwd was met Paul Dinant, en haar oom was Pieter Moninckx, die was getrouwd met Judith van Nieulandt, ook een dochter uit een schildersdynastie. Haar geboortejaar is onzeker. Een Maria Moninckx werd op 22 april 1673 gedoopt in Den Haag, maar aangezien de schilderes Maria Moninckx bij haar huwelijk met de 46-jarige zakenman Martinus de la Ruel in 1723 voor haarzelf een leeftijd opgaf van 47 jaar, is het aannemelijk dat de Maria van 1673 een ouder zusje is geweest dat jong is gestorven. Haar echtgenoot was afkomstig uit een schildersfamilie, maar zelf schilderde hij niet. Zijn zuster Magdalena trouwde met de schilder Pieter Dinant, mogelijk familie van Maria’s oom Paulus Dinant.

Zelf werkte Maria Moninckx als bloemschilderes samen met Jan Moninckx (ca. 1653-ca. 1708), een decoratieschilder die van 1672 tot 1675 actief was in Delfland en na zijn huwelijk in Amsterdam. De familierelatie tussen Maria en Jan is (nog) niet bekend. Waarschijnlijk is zij vanwege deze samenwerking naar Amsterdam verhuisd. Samen met Alida Withoos en Johanna Helena Graff werkte Maria Moninckx als tekenares aan de zogenoemde Moninckx-atlas, waarin tussen 1686 en 1749 vele planten uit de Hortus Botanicus van Amsterdam in aquarellen zijn vastgelegd. Van de in totaal 425 aquarellen van exotische gewassen, onder andere uit Ceylon en andere delen van Azië, uit Zuid-Amerika en Zuid-Afrika, zijn 101 van de hand van Maria. De betalingen hiervoor – gemiddeld vier gulden per tekening – liepen via Jan Moninckx. Slechts twee rechtstreekse betalingen aan Maria Moninckx zijn gedocumenteerd: in 1709 en 1724 ontving zij respectievelijk twaalf en acht gulden voor haar werk (Wijnands, 21). Verder is er alleen een vermelding in een catalogus van A. van de Mieden, in 1802 in Den Haag van ‘Bloemen van Maria Moninckx op perkament’ (Bredius,  270).

Maria Moninckx overleed in februari 1757 en werd op 26 februari vanuit haar huis op de Burgwal bij het Rusland begraven.

Naslagwerken

Petteys; Thieme.

Werk

De gehele atlas werd door de Hortus in 1861 overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. In 2005 zijn alle platen van de Moninckx-atlas gedigitaliseerd. Zie de Beelddatabank Botanie van de Universiteitsbibliotheek: http://dpc.uba.uva.nl/botanie.

Literatuur

  • A. Bredius, ‘De schildersfamilie Moninckx’, Oud-Holland 7 (1889) 266-280.
  • D.O. Wijnands, The botany of the Commelins (Wageningen 1983).

Illustratie

Orchis militaris (links), Orchis purpurea Hudson (midden), orchis ustulata (rechts) door Maria Moninckx uit: Moninckx Atlas (Universiteitsbibliotheek Amsterdam).

Auteur: Margreet van der Hut

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 414

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.