Menage Challa, Elisabeth Christina (1888-1962)

 
English | Nederlands

MENAGÉ CHALLA, Elisabeth Christina (geb. Amsterdam 14-6-1888 – gest. Amsterdam 26-9-1962), sopraan. Dochter van Nicolaas Hendrik Menagé Challa (1860-1915), gemeenteambtenaar, en Josephina Helena Maria Bosch (1859-1912). Elise Menagé Challa trouwde op 3-1-1917 in Den Haag met Louis Augustaaf van Gasteren (1887-1962), acteur. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.

Elise Menagé Challa was een geboren en getogen Amsterdamse. Haar vader, een natuur- en cultuurliefhebber, nam zijn kinderen Elise en Herman mee naar Artis, de Hortus en het theater in de Plantagebuurt. Al op jeugdige leeftijd bleek Elises grote zangtalent. Op aanraden van de vermaarde zangeres Aaltje Noordewier-Reddingius ging zij zang studeren aan het Conservatorium van Amsterdam, waar zij les kreeg van Hendrik van Oort. Op negentienjarige leeftijd behaalde ze haar diploma en rond die tijd gaf zij ook haar eerste optredens.

‘Voortreffelijkste onzer sopranen’

In 1907 vertrok Elise Menagé Challa naar Berlijn om verder te studeren bij zangpedagogen van naam. Ook volgde zij een cursus aan de Berlijnse operaschool van de bekende operazangeres Gemma Bellincioni, die voor haar lessen het in die tijd astronomische bedrag van zestig gulden per uur vroeg. Daar viel zij op, met als gevolg dat zij een engagement kreeg aangeboden bij de Neue Oper in Hamburg. In 1914 vervulde zij er haar eerste gastrol in Cavalleria Rusticana van Pietro Mascagni, maar vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog moest ze haar engagement bij dit gezelschap opgeven. Zij keerde terug naar Amsterdam, ‘sterk onder den indruk dezer schokkende gebeurtenis, die voor haar mede een levensteleurstelling was’ (Haagsche Vrouwenkroniek, 4-5-1918).

Willem Mengelberg zag haar talent toen ze terug was in Amsterdam. Op 25 april 1915 zong ze onder zijn leiding de sopraansolo in de Tweede Symfonie van Gustav Mahler (met de alt Meta Reidel). Twee weken later vertolkte ze met groot succes, ook onder Mengelberg, drie Franse liederen van de Nederlandse componist Gerard von Brucken Fock, een vriend van de familie, die ook werk voor haar componeerde. Diepenbrock en Duparc stonden eveneens op haar repertoire. Haar operadebuut maakte Elise Menagé Challa op 11 november 1915 bij de Nederlandsche Wagnervereeniging in de opera Die Walküre, waar zij de rol van Gerhilde zong, een van de negen Walküre.

Elise Menagé Challa kreeg schitterende kritieken. Geprezen werden haar grote stem, haar gave techniek, haar muzikaliteit, haar zeggingskracht en haar temperament. Sommige recensenten schoten woorden tekort. In De Telegraaf  (7-10-1915) omschrijft Matthijs Vermeulen haar als ‘binnenkort de blondste en voortreffelijkste onzer sopranen’, die buitenlandse zangeressen zou gaan overtreffen; ook S.A.M. Bottenheim was helemaal lyrisch over haar (Nieuwe Rotterdammer, 1916).

Begin januari 1917 trouwde Elise Menagé Challa, hoogzwanger, met de acteur Louis van Gasteren, die zich enige maanden later verbond aan het Hofstad Tooneel. Het gezin verhuisde naar Den Haag, waar in maart dochter Josephine werd geboren. Eind 1917 begon Elise Menagé Challa weer op te treden. Op haar programma stonden onder andere Russische liederen (Rachmaninoff, Moussorgsky) en Frans repertoire (Roussel, Duparc, Debussy). Op 24 mei 1918 zong zij in Frankfort met een Duits orkest onder leiding van Mengelberg opnieuw de sopraansolo in de Tweede van Mahler. Duitsland was nog steeds in oorlog en in het programmaboekje stonden aanwijzingen hoe te handelen bij de komst van vijandige vliegtuigen. Voor de Wagnervereeniging vertolkte ze in datzelfde jaar weer de rol van Gerhilde. In een voorstelling van de Residentie Opera-Vereeniging zong zij op 15 april 1920 de rol van Amelia in Verdi’s Un ballo in maschera en in mei 1920 zong zij op het Mahler-feest in het Concertgebouw opnieuw in de tweede van Mahler; een door Mengelberg van een opdracht voorziene menukaart herinnert aan het afsluitende diner.

Zingen in de Sovjet Unie

Langzamerhand ging het concertleven Elise Menagé Challa tegenstaan. Ze kreeg steeds meer een hekel aan Mengelberg en ze had geen hoge dunk van het concertpubliek, vooral van de geldschieters. Eind 1922 kreeg ze haar tweede kind – de latere filmregisseur Louis van Gasteren jr. – en alleen in 1924 gaf ze nog enige grote concerten, zoals tijdens het feest ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Richard Strauss in het Concertgebouw, waar ze bijgestaan werd door Jacques Urlus en Thom Denijs de sopraansolo zong in zijn Taillefer. Daarna trok ze zich terug. Ze ging zanglessen geven en gaf af en toe concerten op kleine podia met overwegend moderne Russische, Spaanse en Franse liederen. In die jaren raakte ze in de ban van de Spaanse volksmuziek en maakte in haar eentje diverse reizen naar Spanje.

In de jaren twintig bekeerden de Van Gasterens zich tot het communisme. Zij bewonderden Sovjetleider Stalin en sloten zich aan bij de Communistische Partij Holland (later de CPN). Elise zong op vergaderingen en partijcongressen en in 1931 trad zij op in de Sovjet Unie. In 1934 verhuisde het gezin Van Gasteren naar Amsterdam-Zuid, waar zij een bohemienachtig leven leidden.

Elise Menagé Challa maakte in 1936 een eenmalige rentree in de Grote Zaal van het Concertgebouw, toen zij opnieuw onder Mengelberg soleerde in de Tweede Symfonie tijdens de Mahler-herdenking van dat jaar. Haar stem bleek nog niets aan klank en intensiteit te hebben ingeboet. Kort daarop kreeg zij echter de schildklierkwaal struma, waardoor haar stem zakte en zij haar sopraanstem voorgoed verloor. Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad Elise af en toe op in huisconcerten, de ‘zwarte avonden’, waarbij de opbrengst naar de communistische partij of het verzet ging. Na de oorlog zong zij, begeleid door pianist Pieter van der Blaak, Spaanse volksliederen, in kleine zalen of bij mensen thuis. Ook trad ze op als voordrachtskunstenaar.

In 1956 werden Menagé Challa en Van Gasteren vanwege ideologische geschillen, onder andere over de Hongaarse kwestie, uit de partij gezet, wat een enorme klap voor haar betekende. Op 26 september 1962, drie maanden nadat haar man was overleden, benam Elise Menagé Challa zichzelf van het leven, 74 jaar oud.

Betekenis

In haar gloriedagen tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog was Elise Menagé Challa een grote en beloftevolle zangeres, maar later kon zij die belofte toch niet waarmaken. Ze was, schreef De Telegraaf ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag, wars van axioma’s en conventies, eerlijk en intelligent.

Naslagwerken

Dutch Diva’s.

Archivalia

  • Nederlands Muziek Instituut, Den Haag: Archief Elise Menagé Challa (nr. 625), gedrukte muziek, muziekhandschriften.
  • Privéarchief Louis van Gasteren jr.: knipselboeken.

Literatuur

  • George S. de Bossan, Nederlandsche Zangeressen (Amsterdam 1941).
  • Hein J. van Royen e.a. red., Historie en kroniek van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest 1988-1988, deel 1 (Zutphen 1988).
  • Eduard Reeser red., Alphons Diepenbrock. Brieven en documenten, deel 9 (Baarn 1998).
  • Rafael Alcázar, Unamuno vive en Ámsterdam (2012) [documentairefilm – interviews met Louis van Gasteren jr., o.a. over zijn moeder].

Illustratie

Elise Menagé Challa, door onbekende fotograaf, 1931 (Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad).

Auteur: Pauline Micheels (met dank aan Joke Meerman en Jan-Willem Regenhardt)

laatst gewijzigd: 27/11/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.