Brand, Hendrica (1758-1813)

 
English | Nederlands

BRAND, Hendrica, vooral bekend als Weduwe Van Nelle (ged. Den Haag 21-1-1758 – gest. Rotterdam 27-12-1813), winkelierster, naamgeefster van de firma De Weduwe J. van Nelle. Dochter van Antonius Brand (1729?-1770), brandewijnverkoper, en Johanna Koster (1729-1774). In 1781 (?) trouwde Hendrica Brand met Johannes van Nelle (1756-1811), notarisklerk. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.

Hendrica Brand werd geboren als derde kind in een rooms-katholiek gezin. Een eerder geboren zusje was slechts twee maanden oud geworden en haar oudere broertje, Hermanus, zou nog geen zes jaar worden. Van de acht broertjes en zusjes die na haar ter wereld kwamen, overleden er vier vóór hun eerste jaar en een vijfde op haar tweede. Het overlijden van al deze kinderen werd pro deo aangegeven, wat erop wijst dat het gezin Brand het niet breed had. Hendrica’s vader was oorspronkelijk afkomstig ‘van Waterslo [: Wadersloh] in Munsterland’, zoals blijkt uit het ondertrouwregister (Den Haag, 20 oktober 1754).

Met haar ouders, broers en zussen woonde Hendrica in Den Haag aan de Bocht van Guinea (tegenwoordig hoek Stationsweg/Kikkerstraat). Zij bewoonden daar een huurhuis, waarin de ouders een klein logement dreven en vader Brand zijn beroep van flessiaan – klein-brandewijnverkoper – uitoefende.

Toen Antony Brand in 1770, 41 jaar oud, overleed ‘van een zinking op het hart’, liet hij zijn gezin in behoeftige omstandigheden achter. In 1773 hertrouwde Hendrica’s moeder. Bij die gelegenheid werd aan de Weeskamer een verklaring overlegd dat zij ‘geheel buiten staat is om haar kinderen meer te bewijzen als de minste somma daartoe staande’. Zij overhandigde de Weesmeesters ‘wegens vaderlijk goed’ twaalf gulden, ‘welks interessen ten voordeel van de kinderen zijn’. Ruim een jaar na haar tweede huwelijk overleed Johanna Koster aan ‘vertering in de long’. Hendrica's jongere zus Maria (1761-1782) en de broers Hermanus (1763-1832) en Wilhelmus (1765-1782) werden ondergebracht in het Rooms-Katholieke Armhuis, tevens weeshuis, in Den Haag. Hendrica zelf kwam als zestienjarige niet in aanmerking voor opname in het weeshuis, dat alleen meisjes onder de vijftien accepteerde. Vermoedelijk bleef zij in het ouderlijk huis, waar haar tante Maria Koster en oom Ferdinand Marcus de nering van haar ouders voortzetten. Haar broer Willem liep in 1777 weg uit het weeshuis en trok naar Rotterdam, terwijl Hermanus in 1779 dienst nam in het Staatse leger en zich uiteindelijk in 1795 in Hulst zou vestigen.

Een winkel in tabak

De precieze datum van Hendrica’s huwelijk is onbekend – vermoedelijk eind 1781 – evenals de plaats waar zij trouwde met de notarisklerk Johannes van Nelle, afkomstig uit Leiderdorp (aldaar gereformeerd gedoopt op 11 juli 1756). Direct na hun huwelijk verhuisden Hendrica en Johannes van Den Haag naar Rotterdam. Zij kregen drie kinderen, die om en om naar hun ouders geloof gedoopt werden: Bernardus Antonius rooms-katholiek (6 februari 1782, overleden voor 1811), Johannes gereformeerd (8 juni 1783) en Maria Joanna weer rooms-katholiek (27 oktober 1786).

In Rotterdam vestigde het echtpaar zich in een pand aan de Leuvehaven dat doorliep naar de Schiedamschedijk, aan welke zijde zij een winkel in koffie, thee, tabak en snuif begonnen. Op 9 oktober 1782 verleende de Rotterdamse overheid het echtpaar ‘finale admissie’, een vestigingsvergunning die erop wijst dat Hendrica en Johannes van Nelle in hun eigen onderhoud konden voorzien. Twee weken later, op 25 oktober, moest Hendrica haar broer Wilhelmus begraven op het St. Janskerkhof, krap drie maanden nadat haar zuster Maria in Den Haag in het weeshuis was gestorven. Waarschijnlijk was het Hendrica die de eerste jaren de winkel dreef, want Johannes werkte aanvankelijk als pakhuisknecht bij de Rotterdamse tabakverkoper Frederik Caerte, later als kantoorbediende en ‘reizende bediende’ bij diens schoonzoon. Op 29 oktober 1794 werd hij ingeschreven in het poorterboek van Rotterdam, een bewijs dat de winkel inmiddels goed liep.

Johannes van Nelle senior overleed op 12 november 1811 na een langdurige ziekte, waarna zijn weduwe de winkel voortzette. Dat die ondertussen tot bloei was gekomen blijkt wel uit het feit dat winkel en huis, waarschijnlijk in 1812, eigendom van de weduwe Van Nelle werden. Het jaar daarop kon zij een tuin met tuinhuis kopen. Op 23 mei 1813 trad het eerste personeelslid bij haar in dienst: Jan van Zon, een toen tienjarige jongen, zou de firma 59 jaar lang dienen. Een half jaar na zijn komst overleed, na een lang ziekbed, de weduwe Van Nelle. Johannes junior zette samen met zijn zwager Abraham Goedkoop ‘de affaire’ voort.

Hoewel Hendrica van Nelle-Brand nog geen twee jaar aan het hoofd van de firma heeft gestaan, zou deze tot het eind van de twintigste eeuw officieel ‘De Erven de Wed. J. van Nelle’ blijven heten, ook wel kort aangeduid als ‘De Weduwe’. Tot die tijd ook was ‘de zware van de Weduwe’ de gangbare aanduiding voor een pakje zware shag van Van Nelle.

Archivalia

  • Gemeentearchief Rotterdam: Archief De Erven de Wed. J. van Nelle.
  • Haags Gemeentearchief: Archief 402 Weeskamer inv. nr. 526; Notarieel 4267, inv.nr. 676, Acte van voogdij.
  • Stukken uit het familiearchief Brand werden welwillend ter beschikking gesteld door drs. W. Brand, Hulst.

Literatuur

  • H.F.W. Bantje, Twee eeuwen met de weduwe. Geschiedenis van De Erven de Wed. J. van Nelle N.V. 1782-1982 (Rotterdam 1981) [onbetrouwbaar waar het Hendrica Brand betreft].
  • P. Bulthuis, Een weduwe in koffie, thee en tabak. Uit de tweehonderdjarige geschiedenis van het Rotterdamse bedrijf De Erven de Wed. J. van Nelle N.V. 1782-1982 (Rotterdam 1982) [idem].

Illustraties

  • Fantasieportret uit de jaren zeventig van de twintigste eeuw, door Walther Kas (Foto: W. Brand). Een echt portret is niet bekend.
  • Reclamebord van De Erven de Wed. J. van Nelle, door Jac. Jongert, 1920-1940 (Museum Rotterdam).

Auteur: Inge de Wilde

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 575

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.