Nepping, Hester Rebecca (1774-1812)

 
English | Nederlands

NEPPING, Hester Rebecca (ged. Amsterdam 9-10-1774 – gest. Amsterdam 15-6-1812), gifmengster. Dochter van Johannes Nepping (1732?-1811), meesterschilder en -glazenmaker, en Cornelia Schram (1738-1805). Hester Nepping trouwde in 1794 (ondertrouw 4-4-1794) in Amsterdam met Jan Brummelkamp (1765-1811), winkelier. Uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren, van wie er 4 jong overleden.

Hester Nepping was het enige kind van het welvarende echtpaar Johannes Nepping en Cornelia Schram. Over haar leven zijn allerlei persoonlijke details bekend, die we te danken hebben aan het levensbericht dat de predikant W. Broes in 1812 over haar schreef. Op haar negentiende trouwde ze met de uit Loenen op de Veluwe afkomstige Jan Brummelkamp, die in Amsterdam een tabakswinkel dreef. Het liep al snel mis in het huwelijk: zij bleek overspelig, hij drankzuchtig. Hester en Jan gingen echter niet uit elkaar. In Amsterdam kregen ze vier kinderen – een dochter en drie zoons – terwijl de tabakswinkel verliep. Schulden dwongen het echtpaar rond 1800 de stad te verlaten. Na een klein half jaar in Loenen aan de Vecht gewoond te hebben, vestigden ze zich in Hilversum, waar Brummelkamp weer een tabakszaak opende. Deze liep aanvankelijk goed, maar toen het Hilversumse legerkamp werd opgedoekt, liep het weer spaak.

In 1805 verhuisde het gezin naar Hall (bij Eerbeek) op de Veluwe, waar Hester en Jan beiden werk in een papiermolen vonden. Ze leidden er een armoedig bestaan, totdat Hester in 1808 een erfenis van een tante ten deel viel: een huis aan de Volderstraat in Wijk bij Duurstede, met tuin en inboedel, vijfduizend gulden contant en landerijen in Gelderland. Met hun twee oudste kinderen en het jongste verhuisden Hester en Jan naar Wijk bij Duurstede. De andere twee kinderen lieten ze voorlopig achter in Hall.

In Wijk kocht Brummelkamp een papierververij, maar ook deze zaak verliep al gauw. Hester kreeg een serieuze verhouding met de Wijkse notarisklerk en stadsbode Gerrit Verkerk (geb. ca. 1791), Jan Brummelkamp ging weer aan de drank en de erfenis raakte op. In mei 1810 namen Hester en Jan kostgangers in huis: het bejaarde echtpaar Beerenburg-Vinjole en hun (schoon)zuster Geertruida Vinjole. De overeenkomst met Hester en Jan voorzag in een betaling van drieduizend gulden ineens in ruil voor levenslange verzorging en een uitkering na hun overlijden. Mevrouw Beerenburg bleek een lastige kostgangster. Hester en haar dienstmeisje Adriana van Rijswijk (geb. ca. 1787) vatten het plan op haar te vergiftigen – mevrouw Beerenburg overleed in de nacht van 31 augustus 1811. Het volgende sterfgeval in huize Brummelkamp-Nepping liet niet lang op zich wachten. Op 9 november van hetzelfde jaar overleed daar Hesters oude vader. Twee dagen later stierf ook Hesters man.

Uiteraard wekte deze reeks sterfgevallen argwaan in Wijk bij Duurstede. De lijken werden opgegraven en sectie wees bij alledrie arsenicumvergiftiging uit. Hester Nepping en Adriana van Rijswijk werden gearresteerd, evenals Hesters minnaar, Gerrit Verkerk. Het drietal werd vastgezet in het ‘maison d’arrêt’ van Amersfoort en in januari 1812 overgebracht naar Amsterdam. Adriana en Gerrit – die het arsenicum voor Hesters man had gekocht – bekenden al gauw hun aandeel in de moorden.

Hester Nepping, in deze periode beschreven als van ‘middelbare statuur, met kleine gevleesde [: mollige] handen, vol en niet onbevallig van aangezicht’ (Broes, 23), bekende alleen de moorden op mevrouw Beerenburg en Brummelkamp. Ze ontkende dat zij ook haar vader en haar oom – een verdacht sterfgeval uit 1797 dat men nu weer oprakelde – had vergiftigd. Het Amsterdamse gerechtshof sprak de doodstraf uit over de aangeklaagden; het vonnis werd bevestigd door het Hof van Cassatie in Parijs. Op 15 juni 1812 vernamen Hester en haar medeplichtigen dat de doodstraf diezelfde dag nog zou worden voltrokken. Ze stierven rond 12 uur ’s middags onder de guillotine, op het schavot dat stond opgericht bij de Waag op de Amsterdamse Nieuwmarkt.

Een weinig vleiende reputatie

In de laatste weken van haar leven had Hester Nepping geestelijke bijstand gekregen van W. Broes, leraar bij de hervormde gemeente van Amsterdam. Meteen na haar executie publiceerde hij, ter lering en waarschuwing, een Berigt over haar leven. Uit Broes’ verslag blijkt echter niet ondubbelzinnig dat Hester Nepping haar dood met een berouwvol hart tegemoet is gegaan. In de gevangenis droeg ze, vertelt hij geschokt, ‘het zwarte weduwe gewaad’ (24) voor de man die ze zelf had vermoord. Volgens hem las Nepping graag, had ze een goed verstand en was ze snel van begrip, maar tegelijk leugenachtig, onverschillig en opvliegend. Wegens haar ‘onoprechte geaardheid’, zo geeft hij toe, durft hij niet te zeggen of ze al of niet in berouwvol besef van haar zonden gestorven is. In 2009 presenteerde theatergroep De Inrichting een muziektheaterstuk over het leven van de beruchte gifmengster, onder de titel Hester.

Naslagwerken

Utrechtse biografieën.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB.
  • Noord-Hollands Archief, Haarlem: Archief Hof van Assisen te Amsterdam, inv. nr. 79.

Literatuur

  • W. Broes, Berigt omtrent het leven, het karakter en de laatste godsdienst-aandoeningen der beruchte vergiftigster Hester Rebekka Nepping, met hare medepligtigen ter doodstraffe veroordeeld, om den moord van hare bijwoneresse, en van haren echtgenoot (Den Haag 1812).
  • P.J. Buijnsters, Levens van beruchte personen. Over de criminele biografie in Nederland gedurende de 18e eeuw (Utrecht 1980) 43.
  • Annabelle Meddens-van Borselen, ‘Het leven van de gifmengster Hester Rebecca Nepping (1774-1812)’, Oud-Utrecht. Tijdschrift voor Geschiedenis van Stad en Provincie Utrecht 71 (1998) 124-129.

Illustratie

Terechtstelling van Hester Rebecca Nepping, Adriana van Rijswijk en Gerrit Verkerk bij de Waag op de Nieuwmarkt te Amsterdam, aquarel door Gerrit Lambrecht, ongedateerd (Gemeentearchief Amsterdam, Topografische Atlas).

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 603

laatst gewijzigd: 03/02/2015

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.