Paerl, Henriette Nanette (1921-2013)

 
English | Nederlands

PAERL, Henriette Nanette, bekend als Jetje van Radio Oranje (geb. Amsterdam 27-5-1921 – gest. Amsterdam 22-8-2013), zangeres. Dochter van Jo Paerl (1891-1964), tekstschrijver, filmproducent en -distributeur, en Rosa Wijnberg (1887-1975). Henriette Nanette Paerl trouwde op 20-8-1958 in Amsterdam met Cees Bantzinger (1914-1985), beeldend kunstenaar. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Henriette (Jetty) Paerl groeide op in een muzikaal gezin in Amsterdam-Zuid, als jongste van drie – haar broers waren vijf en zes jaar ouder. De ouders waren Joods, maar ‘deden er niets aan’. Haar vader was een filmdistributeur die ook zelf speelfilms produceerde, haar moeder kon prachtig zingen en klassiek pianospelen: als klein meisje ging Jetty onder de concertvleugel liggen, ‘omdat het dan zo lekker hard klonk’ (Elsevier, 2008). Ze ging naar de Montessorischool, waar ze naar eigen zeggen weinig leerde – ze speelde liever buiten. Met moeite slaagde ze voor haar toelatingsexamen voor de meisjes-hbs. Tijdens haar middelbareschooltijd zong Jetty in kleine orkestjes en verhuisde zij met haar ouders naar Amstelveen.

Jetje van Radio Oranje

Jetty was achttien jaar toen ze op 9 mei 1940 met haar moeder naar Brussel reisde, waar haar vader tijdelijk verbleef vanwege opnamen van de film Van het een komt het ander. De volgende dag klonk er luchtalarm en vluchtten Jetty en haar ouders en een deel van de filmcrew per auto naar Bordeaux. In een sloep vanuit Pauillac bereikten ze per schip Falmouth in Engeland. Na een korte internering reisden de Paerls door naar Londen, waar Jetty een baantje vond op de tekenafdeling van een kinderkledingzaak in Bond Street. Ze leerde steno en typen, zodat ze als secretaresse kon werken bij de Netherlands Shipping and Trading Company. Tijdens de Duitse bombardementen op Londen zong ze liedjes in de schuilkelders, zichzelf begeleidend op de gitaar.

Op het feest ter gelegenheid van de oprichting van de Prinses Irene Brigade, in januari 1941, bracht Jetty Paerl een door haar vader gemaakte vertaling van Vera Lynns ‘We'll meet again’ ten gehore. Hiermee trok ze de aandacht van enkele European Service-medewerkers van de BBC. Vanaf maart 1941 mocht zij liedjes van haar vader en andere tekstschrijvers zingen in het wekelijkse cabaretprogramma De Watergeus van Radio Oranje, het radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap. Haar bijnaam Jetje was gekozen uit veiligheidsoverwegingen: haar achtergebleven broers in bezet gebied zouden immers gevaar lopen als haar achternaam vermeld werd (Door de nacht klinkt een lied, 149).

Jetty Paerl zong de spotliedjes van De Watergeus, zoals ‘Kindervragen’ en ‘Op de hoek van de straat staat een NSB'er’, luid en duidelijk gearticuleerd, mede omdat de radiozender werd gestoord door de Duitsers. Haar stem moet in het bezette Nederland helder zijn overgekomen: teruggekeerde Engelandvaarders bleken de liedjes uit hun hoofd te kennen. Toen de bezetting in 1942 grimmiger werd, schrapte de regering het radiocabaretprogramma. Paerl bleef nog wel zingen voor Engelse dansorkesten, zoals dat van Jack Payne. Daarnaast trad ze toe tot het Vrouwen Hulp Korps, onderdeel van de Koninklijke Landmacht, waar ze zware vrachtwagens leerde besturen. Na de invasie van de geallieerden reed ze met een legerwagen naar het bevrijde Oostende, en verder naar Brussel en Breda. Ze zong voor radio Herrijzend Nederland en op avonden voor Amerikaanse militairen, zoals in Limburg met Marlene Dietrich en Mickey Rooney. Toen ook het noorden was bevrijd, moest zij zich melden in Rotterdam, maar Paerl wilde naar Amsterdam. Met haar drietonner reed ze rechtstreeks naar artiestensociëteit De Kring op het Leidseplein, waar haar broer Hans ondergedoken had gezeten. Uit het raam riep iemand: 'Verrek, het is Jetty!'

Songfestival

In Amsterdam hoorde Jetty Paerl dat haar ouders en broers nog leefden, maar dat een groot deel van haar familie vermoord was. Van koningin Wilhelmina kreeg zij een lintje vanwege haar actieve dienst in oorlogstijd. Ze bleef zingen in het kleinkunstcircuit en trad op in nachtclubs, op cruises en voor de radio. Via het netwerk van haar vader gaf ze concerten in bioscopen, waarmee zij het rumoerige publiek wist stil te krijgen. Paerl was in het seizoen 1954-1956 de ‘leading lady’ in de Sleeswijk Revue, maar ze voelde zich er niet thuis en koos voor een carrière als solozangeres, onder meer voor de Stichting 1940-1945 op Bevrijdingsfestivals. In 1953 won Paerl met het liedje ‘Die ene maand met jou’ van Guus Jansen en tekstschrijver Michel van der Plas het Knokke Festival. Drie jaar later, in 1956, opende ze in Lugano (Zwitserland) het eerste Eurovisie Songfestival met ‘De vogels van Holland’, geschreven door Annie M.G. Schmidt en Cor Lemaire. Datzelfde jaar liep ze een modeshow in Stockholm, waar ze liedjes opnam voor een grammofoonplaat. In 1957 kreeg Paerl van de AVRO haar vurig gewenste radiorubriek Paerlez-moi d’Amour, waarin ze iedere twee weken drie door Ernst van Altena vertaalde chansons zong. Het vertaalde liedje ‘Brave Margot’ van Georges Brassens mocht zij in 1958 niet voor de NCRV-televisie zingen vanwege de Franse ‘stoutigheden’ erin.

In 1958 raakte Paerl zwanger van de tekenaar Cees Bantzinger, met wie ze al zeven jaar samenwoonde. Datzelfde jaar trouwden ze ‘stilletjes’, met schrijver Simon Carmiggelt en zijn vrouw Tiny als getuigen. Het echtpaar ging wonen in een voormalig winkelpand in Ouderkerk aan de Amstel en kreeg een dochter, de latere Parool-journaliste Anne-Rose Bantzinger. Paerl bleef zingen voor radio en televisie, zoals in het tv-programma ter gelegenheid van de verloving van prinses Margriet in 1965, en reisde het land door met een chansonprogramma. In 1967 verhuisde het gezin Bantzinger naar Amstelveen. In de jaren zeventig en tachtig trad Jetty Paerl vooral op bij oorlogsherdenkingen in de meimaanden. Zo presenteerde ze in 1985 het grote Bevrijdingsconcert in de Doelen. Kort daarvoor, op 1 februari, had haar man een eind aan zijn leven gemaakt, nadat een brief was opgedoken waaruit bleek dat hij in het begin van de Tweede Wereldoorlog een half jaar lid was geweest van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB).

In 1990 stond Jetty Paerl voor de laatste keer op de planken met Van het één komt het ander, een theaterprogramma waarin zij zong en over haar leven vertelde. In de voorstelling, genoemd naar de film die haar vader vanwege het uitbreken van de oorlog niet had kunnen afmaken, zong ze zowel het oorlogsrepertoire als chansons en evergreens van George Gershwin en Irving Berlin. In 1993 bracht de toenmalige PTT een postzegel van tachtig cent uit met haar beeltenis erop, in een jubileumreeks over Radio Oranje. Op 22 augustus 2013 overleed Jetty Paerl op 92-jarige leeftijd in Zorgcentrum Amsteldijk, in haar geboortestad Amsterdam.

Archivalia

Literatuur

  • Necrologieën in: de Volkskrant, 23-8-2013; NRC Handelsblad, 27-8-2013.
  • Leeuwarder Courant, 4-5-1955 [interview].
  • Vrije Volk, 12-10-1956.
  • Henk van Gelder en Jacques Klöters, Door de nacht klinkt een lied. Amusement in Nederland 1940-1945 (Amsterdam 1985).
  • Elsevier, 3-5-2008 [interview].
  • Onno Sinke, Verzet vanuit de verte. De behoedzame koers van Radio Oranje (Groningen 2009) 82.

Websites/rtv

Illustratie

Jetty Paerl in Hilversum, door Wout van de Hoef, 1955 (Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad).

Auteur: Maarten Hell (met dank aan Anne-Rose Bantzinger)

laatst gewijzigd: 08/02/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.