Pieters, Elise Hubertine (1897-1976)

 
English | Nederlands

PIETERS, Elise Hubertine, vooral bekend als Lies Simonis-Pieters (geb. Maastricht 15-8-1897 – gest. Amsterdam 15-2-1976), medeoprichtster Vrouwenbond NVV. Dochter van Gerard Hubertus Pieters (1860-1947), stoker en later typograaf, en Barbara Gordijn (1862-1930), tabaksbewerkster. Lies Pieters trouwde op 23-12-1920 in Amsterdam met Pieter Simonis (1898-1983), administrateur en vakbondsbestuurder. Uit dit huwelijk werden 3 zoons geboren.

Toen Lies Pieters als één na laatste kind werd geboren in een groot rood arbeidersgezin in Maastricht, was haar vader al zeven jaar werkloos. Zijn laatste werkgever, een papierfabrikant, had hem op staande voet ontslagen nadat aan het licht was gekomen dat hij actief was in de Sociaal-Democratische Bond. In 1897 verhuisde het gezin Pieters naar Rotterdam, en begin 1900 naar Amsterdam, waar de vader werk vond als typograaf. Daar groeide Lies op. Na de lagere school werkte ze in een fabriek, op een atelier en vanaf 1914 bij het Bevolkingsregister, waar ze als distributieambtenares bonnen uitgaf. Bij de Jeugdbond voor Onthouding (JVO) leerde ze in die tijd Piet Simonis uit Den Haag kennen, die op een NVV-vakbondskantoor werkte. Ze trouwden in 1920 om op huisvestingskosten te besparen (Simonis woonde op kamers). Vanwege haar huwelijk eindigde haar baan bij de gemeente. Haar man werd in 1924 bezoldigd secretaris van de neutrale kantoorbediendenvakbond Mercurius.

De in 1922 geboren oudste zoon van het echtpaar Simonis-Pieters was een zorgenkind. Omdat hij tuberculose had, mocht hij geen lid worden van clubs zoals de Arbeiders Jeugd Centrale. De padvinderij accepteerde hem wel en hield rekening met zijn handicap. Zo raakte Lies Simonis-Pieters betrokken bij de padvinderij en later bij de Blauwe Vogels, een club voor gehandicapte meisjes. Omdat hun zieke zoon alleen individueel onderwijs kon volgen en herhaaldelijk in sanatorium Zonnestraal in het Gooi werd opgenomen, verdiepte ze zich in het Montessorionderwijs. In 1933 verhuisde het gezin naar Bussum om dichtbij het sanatorium te kunnen wonen. Simonis-Pieters organiseerde collectes en bazaars om geld in te zamelen voor het sanatorium.

In 1940 keerde het gezin Simonis-Pieters terug naar Amsterdam. Haar man werd in 1942-1943 door de Duitse bezetter gegijzeld. In die tijd bood Lies Simonis onderdak aan mensen die gezocht werden en dook een joods meisje bij haar onder dat volgens (vervalste) papieren haar dochter was. Haar zoons Hans (die begin 1944 aan zijn ziekte zou overlijden), Rob en Tom woonden eveneens bij haar. Na de vrijlating van hun vader maakten zij op grond van radioberichten een eigen ondergronds nieuwsblad met de titel Hier is Londen. Simonis-Pieters en haar jongste zoon Tom verzorgden de verspreiding.

In januari 1948 was Lies Simonis-Pieters betrokken bij de oprichting van de Vrouwenbond NVV. Het idee was ontstaan tijdens vakantiekampen die het NVV vanaf 1946 organiseerde voor vrouwen van vakbondsleden die het in de oorlog moeilijk gehad hadden. Simonis-Pieters leidde een van de eerste kampen. Uit gesprekken met de deelneemsters bleek haar dat de meesten niets van de vakbeweging wisten. ‘Ik denk dat dit ook de schuld van de mannen is geweest, want die vertelden hun vrouwen dus niets’, schreef ze in een rapport aan het NVV-bestuur. In september 1947 besprak ze het idee van een NVV-vrouwenbond met het bestuur en de andere leidsters. Op 27 januari 1948 werden de doelstellingen vastgesteld: het bevorderen van de solidariteit onder vrouwen en het wekken van belangstelling voor het vakbondswerk van de vakbeweging. Nel van Kranenburg werd voorzitter van de nieuwe bond, Lies Simonis-Pieters secretaris. ‘Een mooie titel’, schreef ze later, ‘maar […] we hadden geen cent’. Ze organiseerde Vrouwenbondlanddagen en scholingsbijeenkomsten voor regionale kaderleden. Het meeste opzien baarden de modeshows waarmee ze geld inzamelde voor vakbondsgezinnen die door ziekte of overspannenheid van de vrouw in problemen kwamen. Het waren de eerste modeshows speciaal voor arbeidersvrouwen. VARA-omroepster Betty van der Laan trad op als ‘ladyspeaker’.

Behalve voor de Vrouwenbond verrichtte Simonis-Pieters vrijwilligerswerk voor Humanitas en de Amsterdamse Bestuurders Bond (ABB). Ze zorgde ervoor dat Humanitas het vooroorlogs initiatief tot een sociaal-democratisch bejaardenhuis in Amsterdam voortzette: op 15 oktober 1947 kwam een nieuwe commissie tot stand die in 1951 werd omgezet in de Stichting Willem Dreeshuis. Simonis-Pieters kwam namens de Vrouwenbond NVV in het bestuur hiervan.

Omdat haar gezichtsvermogen afnam, trad Lies Simonis-Pieters in 1964 af als bestuurder van de Vrouwenbond. Zij en haar man verhuisden in februari 1973 naar Het Schouw in Amsterdam Noord, het tweede bejaardenhuis van de Stichting Willem Dreeshuis. Ze bleef actief in het bejaardenwerk. Inmiddels was ze lid van de door Willem Drees jr. in 1970 opgerichte partij DS’70, want in de nieuwe koers van de PvdA en de Vrouwenbond kon zij zich niet meer vinden. Op 15 februari 1976 stierf Lies Simonis-Pieters, in de leeftijd van 78 jaar.

Naslagwerken

BWSA.

Literatuur

  • ‘Lies Simonis-Pieters: “Op Vierhouten was het enthousiasme overweldigend”’, in: Vijf en twintig jaar vrouwenbond NVV (z.pl. 1973) 2 [interview].
  • S. van Hoek, Vrouwenbond N.V.V. in beweging (Amsterdam 1980).
  • Willem Dreeshuis 25 + (Amsterdam 1983).

Illustratie 

Lies Simonis-Pieters (r.), door onbekende fotograaf, ongedateerd (familiearchief).

 

Auteur: Bob Reinalda

 

laatst gewijzigd: 01/06/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.