Puijenbroek, Maria Francisca van (1914-1999)

 
English | Nederlands

PUIJENBROEK, Maria Francisca van (geb. Tilburg 17-5-1914 – gest. Tilburg 30-7-1999), textielarbeidster, eerste vrouwelijke wethouder van Tilburg. Dochter van Franciscus Johannis van Puijenbroek (1888-1979), wever, en Maria Francisca de Beer (1889-1941), stopster. Maria van Puijenbroek bleef ongehuwd.

Maria (Miet) van Puijenbroek werd geboren in de Tilburgse Berkdijksestraat, als tweede in een gezin met negen kinderen. Haar vader was linnen- en kamgarenwever, haar moeder werkte in de eerste huwelijksjaren nog als stopster. Ze stimuleerden hun kinderen tot lezen, leren en musiceren en gaven alle kinderen de gelegenheid om een vakopleiding te volgen. Na de bewaarschool ging Miet naar de lagere school van de Zusters van Liefde. Ze kreeg ook naailes, maar ‘dat haalde echter geen donder uit’, hoe graag haar moeder ook had gewild dat Miet coupeuse zou worden (De Beer, 52). Er zat niets anders op: Miet moest naar de dagopleiding noppen en stoppen van de lagere textielschool.

Textiel en politiek

In 1928 ging de veertienjarige Miet werken bij de wollenstoffenfabriek Van Dooren & Dams, maar al na een jaar nam ze ontslag vanwege een loonkwestie. Daarna werkte ze achtereenvolgens in een lampenfabriek, bij confectiebedrijf Van Monnickendam en bij wollenstoffenfabriek BEKA, om ten slotte opnieuw te belanden bij Van Dooren & Dams. Van Puijenbroek stond daar bekend als een ‘herrieschopster’, maar ze werd niet ontslagen omdat ze haar vak verstond. Op haar zeventiende sloot ze zich aan bij de Katholieke Jeugd Vereniging (KJV), waarvan alle leden moesten beloven dat zij niet in het openbaar zouden dansen en dat ze voor hun 21ste geen verkering zouden krijgen. Miet kwam er in contact met meisjes uit andere milieus en was zes jaar lang jeugdleidster.

Miet van Puijenbroek werd in 1935 lid van de Nederlandse Katholieke Textielarbeidersbond Sint Lambertus – al snel volgde haar verkiezing in het hoofdbestuur. In 1938 begon ze, als enige vrouw, aan een driejarige opleiding aan de Sociale School van het Rooms Katholieke Werkliedenverbond (RKWV): Nederlandse taal, economie, arbeidsrecht en sociale verhoudingen. Tussen 1939 en 1944 werkte ze als stopster bij verschillende textielbedrijven, onder andere in Haaksbergen en Eindhoven. In 1945 keerde ze terug naar Tilburg, waar ze in dienst trad bij L.E. van den Bergh, een modern bedrijf met goede werkomstandigheden. Het viel haar op dat vrouwen geen promotiekansen hadden en afdelingsbazen altijd mannen waren. Zelf volgde ze avondcursussen, onder meer over arbeidsbeloning en gezondheidszorg.

Na de Bevrijding werd Van Puijenbroek lid van de Nederlandse Katholieke Bond van Werkmeesters en Leidinggevend Personeel (de latere KPL) en bestuurslid – later voorzitter – van de Katholieke Arbeiders Vrouwenbeweging (KAV), een landelijke organisatie die arbeidersvrouwen hielp zich te ontwikkelen tot goede echtgenotes en moeders. Vanwege deze vakbondsactiviteiten werd Van Puijenbroek door de Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) gevraagd zich kandidaat te stellen voor de Tilburgse gemeenteraad voor de Katholieke Volks Partij (KVP), waarvoor ze in 1953 werd gekozen. In die periode werd ze ook gekozen voor de Provinciale Staten. In 1955 werd ze aangesteld als diocesaan leidster van de sterk gegroeide KAV. Daarmee was ze beroepsbestuurder geworden. Ze haalde het diploma van de avondopleiding Maatschappelijk Werk A van de Katholieke Leergangen. In 1961 trad ze af als voorzitster van de Tilburgse afdeling van de KAV. Bij haar afscheid kreeg ze een gouden ring omdat er vaak gezegd werd ‘dat zij getrouwd was met de KAV’.

‘Rooie Miet’

Als gemeenteraadslid was Van Puijenbroek in 1972 verantwoordelijk voor de eerste emancipatienota van Tilburg. Zes jaar later werd ze de eerste vrouwelijke wethouder van Tilburg. Ze kreeg de portefeuille sociale zaken en cultuur. ‘Als wethouder was ik een moetje’, zei ze later in een interview. ‘Ik heb mijn wethouderschap niet cadeau gekregen na 25 jaar lidmaatschap van de raad. Ze konden er niet meer onderuit’ (Vrouwenkrant Tilburg, 1-3-1985). Van Puijenbroek voelde zich in haar element als wethouder, al kreeg zij regelmatig het verwijt dat ze te emotioneel was. ‘Ik ben niet van plan in een keurslijf te lopen, ook al ben ik wethouder. Ik heb nog nooit zo hard gevloekt als in de tijd als wethouder’, repliceerde zij. Na één termijn zat haar wethouderschap er in 1982 op.

Van Puijenbroek stelde zich binnen de KVP kritisch op en nam dikwijls een onafhankelijk standpunt in, wat haar de bijnaam ‘Rooie Miet’ opleverde. Jarenlang heeft ze in tweestrijd verkeerd of ze de opvolger van de KVP, het Christen-Democratisch Appèl (CDA) zou verlaten. Omdat ze de sfeer plezieriger en menselijker vond dan bij de PvdA, is ze gebleven. Ze heeft een tijd gebroken met het CDA vanwege de bezuiniging op de WAO, maar is toch weer lid geworden vanwege de goede verstandhouding op plaatselijk niveau. Van Puijenbroek lag goed bij de ‘gewone’ Tilburgers, die massaal op haar stemden en haar het liefst als hun burgemeester zagen. De partij dacht daar echter anders over. Na haar afscheid van de gemeenteraad (1990) ging ze geschiedenis en filosofie studeren aan het Tilburgs Avondcollege.

Op 30 juli 1999 overleed Miet van Puijenbroek in Tilburg, 85 jaar oud. Ze werd begraven in een rieten kist.

Tilburger van de eeuw

Miet van Puijenbroek werd onderscheiden met de grote zilveren legpenning van Tilburg (1978) en de erepenning van de Tilburgse Kunststichting (1996). In 1972 werd ze benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege haar gemeenteraadswerk én haar bijdrage aan de interdepartementale adviescommissie over de arbeid van vrouwen en meisjes. Als eerbetoon schreef de Tilburgse dichter Jace van de Ven een gedicht over haar, Rechtschaope èn astraant [astrant: brutaal]. In 2000 werd zij door de lezers van het Brabants Dagblad postuum uitgeroepen tot ‘Tilburger van de eeuw’. Deze eretitel staat ook op haar grafzuil. Op 8 maart 2009, Internationale Vrouwendag, werd een marmeren standbeeld van Van Puijenbroek – gemaakt door Margot Homan – onthuld bij het TextielMuseum.

 

Archivalia

Regionaal Archief Tilburg: Collectie Tilburgse Biografieën, 1915-1996, doos 6, map 28; Collectie Documentatie Tilburg, nr. 819, 998; Collectie geluidsbanden en cassettes, CA-0383, CA-0175, CA-0869; Archief van de Katholieke Arbeiders Vrouwenbeweging (K.A.V.), later de Vrouwenbeweging van het N.K.V. in het bisdom Den Bosch, afdeling Tilburg, 1939-1979, 2 dozen; Collectie muurkranten Tilburg, 1978-1995, nrs. 6, 41.

Publicatie

Een leven in de textiel, herinneringen (z.p. 1990) [onuitgegeven manuscript, in particulier bezit].

Literatuur

  • Vrouwenkrant Tilburg 10 (1985) nr. 1 [verkiezingsnummer].
  • J.E.L. Costongs en P.W. Tops red., Tilburg na 1945. Momenten van veranderingen in politiek, bestuur en beleid (Tilburg 1986).
  • Annemiek van der Veen, Zij telt voor twee. Vrouwenarbeid in Noord-Brabant, 1889-1940 (Zutphen 1989).
  • Guido ’t Sas, ‘Het leven is een theaterstuk’, Het Nieuwsblad, 7-1-1991.
  • Joep Eijkens, ‘Miet van Puijenbroek over de textielstaking van 1935: “Arbeidersvrouwen betaalden een hard gelag”’, Brabants Dagblad, 23-8-1995.
  • Tom Tacken, ‘Miet van Puijenbroek (1914). De rugzak van een strijdbare vrouw’, Tilburg. Tijdschrift voor Geschiedenis, Monumenten en Cultuur 14 (1996) nr. 3, 102-105.
  • Cock Gorisse en Nico Arts red., Tilburg, stad met een levend verleden. De geschiedenis van Tilburg vanaf de steentijd tot en met de twintigste eeuw (Tilburg 2001).
  • Marjet Derks en Marijke Huisman, Edelmoedig, fier en vrij. Katholieke arbeidersvrouwen en hun beweging in de twintigste eeuw (Hilversum 2002).
  • Jace van de Ven, Tilburger uit enthousiasme (Tilburg 2006).
  • Brabants Dagblad, 3 t/m 9-3-2009.
  • Astrid de Beer, ‘“Ik heb vrouwen altijd voorgehouden dat ze veel meer konden dan ze zelf dachten”. Miet van Puijenbroek (1914-1999)’, Tilburg. Tijdschrift voor Geschiedenis, Monumenten en Cultuur 27 (2009) nr. 2, 51-61.

Illustratie

Afscheidspeech van wethouder Miet van Puijenbroek, door Jan Brieffies, 1982 (Collectie Regionaal Archief Tilburg).

 

 

Auteur: Astrid de Beer

 

laatst gewijzigd: 19/02/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.