Redmond, Jeane Sophie Everdine (1907-1955)

 
English | Nederlands

REDMOND, Jeane Sophie Everdine (geb. Paramaribo, Suriname 14-1-1907 – gest. Paramaribo,  Suriname 18-9-1955), geneeskundige en toneelschrijfster. Dochter van Philippus Josef Redmond, onderwijzer, later schoolhoofd, en Adolfina Magdalena Herkul. Sophie Redmond trouwde op 10-2-1941 met Louis Emile Monkau (1906-2007), distillateur. Dit huwelijk bleef kinderloos.

De vader van Sophie Redmond, een onderwijzer die behoorde tot de tamelijk verlichte Evangelische Broedergemeente,  wilde dat zijn beide dochters pianoles kregen. Het leidde tot zijn eerste nederlaag tegen de toen dertienjarige Sophie, die per se op vioolles wilde. Ze werd er goed in, vormde met een vriendin en haar broer een trio en speelde in een orkestje op straat om geld op te halen voor ondervoede kinderen. Na haar eindexamen in 1925 aan de Mulo met aanvullende HBS in Paramaribo, destijds in Suriname de hoogste vorm van middelbaar onderwijs, wilde ze arts worden.

Ook daarmee ging ze in tegen haar vaders opvattingen, die meende dat ze het als vrouw en creoolse hooguit tot onderwijzeres kon brengen. Sophie Redmond kreeg echter opnieuw haar zin. In november werd ze toegelaten tot de Geneeskundige School, al wilde de directie haar aanvankelijk niet inschrijven. Met het nodige doorzettingsvermogen en ondanks discriminerende bejegeningen wegens geslacht en huidskleur behaalde ze in 1935 haar ‘radicaal’, een soort HBO-artsenbul. Ze was de vijfde afgestudeerde vrouwelijke genees-, heel- en verloskundige van de school. Als ‘dokteres’ (particulier geneeskundige) bleef ze ook na haar huwelijk in 1941 praktijk voeren in Paramaribo – onder haar meisjesnaam. Haar man Emile Monkau werkte in die tijd op Curaçao.

Idealen en solidariteit

In haar twintigjarige praktijk heeft Sophie Redmond talloze minvermogende patiënten gratis behandeld. Als iemand wilde betalen, zei ze bijvoorbeeld: ‘Houd die centen, meisje, en ga een krachtig soepje koken, want je bent vreselijk zwak’. Haar adviezen bestreken een breed terrein, van lichamelijke kwalen tot gezins- en huwelijksproblemen, financiële zorgen en huishoudelijke kwesties. Vanaf het einde van de jaren 1940 behandelde ze zulke zaken ook voor de Surinaamse radio-omroep AVROS, in haar wekelijkse rubriek 'Datra, mi wan’ aksi wan sani (: Dokter, ik wil iets vragen). Ze deed dat op een heldere manier in Sranantongo, de lingua franca van Suriname. Ook per brief werden problemen aan haar voorgelegd. Ze gaf medische lessen aan boslandevangelisten en werd bestuurslid van de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij en van sociale  organisaties zoals een kindertehuis, de Stichting voor Liefdadigheidsdoeleinden en het Jubileumfonds der Evangelische Broedergemeente.

Sophie Redmond was ook bestuurslid van het toneelgezelschap Thalia, want toneel was voor haar een grote liefde. Ze schreef verschillende toneelstukken en speelde zelf ook graag mee. Via het toneel raakte ze in 1948 betrokken bij de eerste algemene verkiezingen voor de Surinaamse Staten. Ze speelde een rol in de klucht Misi Jana e go na stembus (Vrouw Jana gaat stemmen) die werd opgevoerd om de kiezers voor te lichten.

Haar ideaal om bij te dragen aan een beter Suriname deed Sophie Redmond, na een aan haar gericht verzoek, besluiten zich bij een tussentijdse verkiezing in 1950 kandidaat te stellen voor de Staten: niet voor de regerende Nationale Partij Suriname (NPS), waarin protestantse creolen zoals haar familie de boventoon voerden, maar als onafhankelijk kandidaat. De tussentijdse verkiezing was nodig omdat een groep NPS-Statenleden zich vanwege een interraciale kwestie had afgescheiden. De kandidatuur van de populaire ‘dokteres’ leidde tot een felle verkiezingscampagne, waarbij de NPS zelfs het gebruik van schuine grappen niet schuwde. Redmond werd niet gekozen en heeft aan deze episode een levenslange afkeer van het politieke bedrijf overgehouden.

Redmond zette haar dramatische talent liever in voor gezondheids- en welzijnszorg. In 1950 schreef ze samen met de onderwijzeres Paula Velder Grontapu na asitere (:De wereld is een paardenstaart) dat de pas opgerichte bloedtransfusiedienst bij het publiek introduceerde. De moraal was dat arm en rijk gelijk zijn wanneer gezondheid en het leven op het spel staan. Redmond speelde zelf de rol van arts.  Uit haar toneelwerk blijkt een groot gevoel voor humor, solidariteit met minderbedeelden, en vooral met vrouwen, die ze wijzer en onafhankelijker probeerde te maken. Vaak was het onderwerp actueel, zoals de bouw van een ‘zwembad voor iedereen’ of de watersnoodramp in Nederland. Dat ze in het Sranantongo schreef, was niet alleen praktisch, maar ook bedoeld om het zelfbewustzijn van de creolen te versterken.

Sophie Redmond was een voorvechtster voor de waardering en het behoud van het Sranantongo, de Surinaamse cultuur en het zelfbewustzijn van de creolen. Zo droeg zij zelf met trots de koto, de dracht van creoolse vrouwen, en organiseerde shows om de aandacht op deze kleding te vestigen. In haar radiopraatjes en toneelstukken versterkte ze de eigenwaarde van creolen, onder andere door voor hen herkenbare situaties in hun eigen taal te brengen. Redmond herstelde ook inlandse gerechten in ere, en uit principe kocht zij geen geïmporteerde vruchten uit blik, maar experimenteerde met Surinaams fruit, bereidde bijvoorbeeld ijs van pommerak of sapatia. Zij maakte de heerlijkste kroketten van nengrefisi (negervis), een als minderwaardig beschouwde vis. Ook was ze van plan wetenschappelijk onderzoek te doen naar Surinaamse kruiden. Zij was namelijk overtuigd van hun heilzame werking: Veel mensen kennen de juiste kruiden, maar niet de juiste hoeveelheden. Dát zou onderzocht moeten worden.

‘Datra fu potisma’

In 1955 vergezelde Sophie Redmond haar bejaarde vader naar een vergadering van grondeigenaren. Haar eigen gezondheid liet in die tijd te wensen over. Tijdens de vergadering werd ze onwel. Ze overleed diezelfde dag op 48-jarige leeftijd in ’s Lands Hospitaal. Hiermee kwam een voortijdig einde aan een hele reeks onuitgevoerde plannen, zoals haar wetenschappelijk onderzoek naar Surinaamse geneeskruiden en een onderwijsproject voor arme straatkinderen. Om haar grote sociale gevoel leeft ze in brede kring voort als ‘datra fu potisma’ (dokter van de armen). Haar toneelwerk werd bij haar leven echter niet altijd gewaardeerd. Wanneer ze hierin sociale wantoestanden aan de kaak stelde, kreeg ze af en toe het verwijt dat ze daarmee het leven van de armste Surinamers belachelijk maakte – en dat nog wel in hun eigen volkstaal. In dit opzicht werd haar werk dus toch als elitair opgevat.

Naslagwerken

Atria; BWN; Encyclopedie van Suriname.

Publicaties

  • Datra Papa, in: T. Doelwijt red., Kri, Kra! Proza van Suriname (Paramaribo 1972) 111-116.
  • [T. Doelwijt red.] Sophie Redmond. 4 toneelstukken (Paramaribo 1972).

Literatuur

  • ‘Ter nagedachtenis aan Sophie Redmond’,  Aurora. Het Eerste Surinaamse Maandblad voor de Vrouw 6 (1955) 10 [themanummer].
  • S.A.S. Mitrasing-Sitalsing, ‘Sophie Redmond, 1907-1955’, in: Emancipatie, 1863-1963. Biografieën (Paramaribo 1964) 185-189.
  • T. Doelwijt en M. van Geest, ‘De inspiratie van Sophie Redmond’, Oso. Tijdschrift voor Surinaamse Taalkunde, Letterkunde en Geschiedenis 3 (1984) 235-241.
  • H. Axwijk, Sophie Redmond: baanbreekster, kultureel-hervormster, lichtend voorbeeld ... Een levensschets (Amsterdam 1992).
  • M. van Kempen, ‘De betrokkenheid van een arts-toneelschrijfster (over Sophie Redmond, 4 toneelstukken)’, in: Idem, De geest van Waraku. Kritieken over Surinaamse literatuur (Haarlem 1993) 180-183.
  • R. Romeny, ‘Onderzoekster Sylvia Kortram over dokter Jeane Sophie Redmond’, De Ware Tijd, 7-11-1998.
  • Sylvia Kortram, Meer dan arts alleen. De maatschappelijke betekenis van huisarts Sophie Redmond in laat koloniaal Suriname (Amsterdam 2014) [proefschrift, verschenen na voltooiing van dit lemma].

Illustratie

Portret, door Toos Koedam, 1990 (Atria, Amsterdam).

Auteur: Robertine Romeny

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 915

laatst gewijzigd: 11/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.