© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Linda Modderkolk, Reesink, Marijke Johanna, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Reesink [18/01/2018]
REESINK, Marijke Johanna (geb. Zutphen 26-11-1919 – gest. Brummen 6-11-2013), uitgeefster, kinderboekenschrijfster. Dochter van Hendrik Willem Reesink (1883-1972), koopman, en Geertruida Reiniera van der Leeuw (1885-1921). Marijke Reesink trouwde op 12-6-1948 in Brummen met Jean Louis Boele van Hensbroek (1911-1999), zakenman, later uitgever. Uit dit huwelijk werden 5 dochters en 4 zoons geboren.
Marijke Johanna Reesink werd geboren als vierde en jongste kind. Reesink was een bekende naam in Zutphen: vader was vennoot en directeur in het familiebedrijf H.J. Reesink & Co, een groothandel in onder meer ijzerwaren en landbouwwerktuigen. Vlak voor Marijkes tweede verjaardag overleed haar moeder, waarop de huishoudster de zorg voor de kinderen overnam. Haar vader hertrouwde in 1927 met Ida Bonebakker, lerares. Samen kregen zij nog drie kinderen. De Reesinks brachten jaarlijks de maanden mei tot september door in Brummen, waar ze het landhuis Spaensweerd huurden.
De Tweede Wereldoorlog
Rond 1939 begon Marijke Reesink aan de Universiteit van Amsterdam aan de studie handelswetenschappen. Om haar talen te verbeteren verbleef ze op aanraden van haar stiefmoeder enige tijd in Londen en New York. Vlak na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog keerde ze via Canada terug naar Amsterdam om daar haar studie voort te zetten. Ze kwam regelmatig op Spaensweerd, waar haar vader en stiefmoeder inmiddels met de drie jongste kinderen woonden – hun eigen woning was in beslag genomen door de Duitsers. Eind 1942 namen haar ouders twee Joodse onderduikers in huis. Marijke Reesink en haar oudste broer, de enigen van de kinderen die hiervan op de hoogte waren, hielpen mee de twee jongens tot de bevrijding verborgen te houden. Vader Reesink zat in 1943 enige tijd gevangen in Vught omdat hij verantwoordelijk werd gehouden voor een staking op zijn bedrijf. Toen in 1944 de universiteit werd gesloten en het voedsel in Amsterdam steeds schaarser werd, ging Marijke Reesink weer thuis op Spaensweerd wonen, waar in dat jaar ook de Grüne Polizei werd ingekwartierd. Ze hielp mee het grote gezin draaiende te houden en werkte in een noodhospitaal.
Uitgeverij Lemniscaat
Kort na de oorlog leerde Marijke Reesink via een gezamenlijke oudoom Jean Louis Boele van Hensbroek kennen, inkoper oliën en vetten bij Unilever. Ze trouwden in 1948, een jaar nadat Reesink haar studie had afgerond. Het echtpaar vestigde zich in Rotterdam. Reesink wijdde zich aanvankelijk vooral aan de opvoeding van de negen kinderen die ze samen kregen – de oudste werd geboren in 1949, de jongste in 1963.
Omdat Reesink en haar man iets wilden betekenen voor de maatschappij, besloten ze vlak na de geboorte van hun jongste kind het roer om te gooien en een uitgeverij op te richten. Ze hadden geen ervaring in het boekenvak, maar hoopten er hun idealen in kwijt te kunnen. In 1963 begonnen ze vanuit hun zolderkamer Uitgeverij Lemniscaat. Niet lang hierna verhuisde het bedrijf naar een statig pand aan de Vijverlaan, waar de uitgeverij nog altijd is gevestigd.
Het fonds bevatte in het begin vooral boeken over psychologie en orthopedagogie, maar al snel brachten Reesink en haar man ook prenten- en kinderboeken uit. Dat laatste werd hun sterk ontraden door vakgenoten: mensen zouden nooit veel geld aan kinderboeken willen uitgeven. Reesink vond echter dat juist kinderen de mooiste boeken verdienden. Ze was ervan overtuigd dat kinderboeken een intrinsiek onderdeel van de opvoeding moesten zijn.
Kinderboeken
Terwijl haar man zich met de zakelijke kant bezighield, werkte Reesink vanuit huis aan het prenten- en jeugdboekenfonds. De eerste jaren waren financieel geen succes, maar begin jaren zeventig bracht Lemniscaat enkele zeer succesvolle boeken uit, waaronder de volledige uitgave van de sprookjes van Grimm – met annotaties van Reesink. Hun kinderboeken wonnen Gouden en Zilveren Griffels en Penselen, en Lemniscaat groeide uit tot een succesvolle uitgeverij.
Marijke Reesink had een duidelijke visie over de kinderboeken die zij wilde uitgeven. De boeken moesten geen pasklare antwoorden of plat amusement bieden, maar de lezers aan het denken zetten en hun fantasie prikkelen. De personages dienden een ontwikkeling door te maken en de lezers daarin mee te nemen. Ook vond ze dat jonge kinderen met kunstzinnigheid in aanraking gebracht moesten worden. Er was bij Lemniscaat dan ook veel aandacht voor de kwaliteit van de illustraties.
Zelf schreef Reesink ook kinderboeken. Deze sprookjesachtige verhalen kregen positieve recensies, zeker ook vanwege de prachtige illustraties. Ze werden vertaald in onder meer het Duits, Engels, Italiaans en Noors. Ook vertaalde Reesink uit het Duits en bewerkte ze enkele kinderboeken, onder meer de Nederlandse uitgave van De reis van Niels Holgersson van Selma Lagerlöf.
In huize Boele van Hensbroek-Reesink was het een komen en gaan van kunstenaars, illustratoren, schrijvers en studenten. Er werd aan de keukentafel volop gediscussieerd over literatuur, kunst, politiek en maatschappelijke ontwikkelingen. Ook wendde Reesink haar invloed aan om de belangstelling voor jeugdliteratuur binnen de opleidingen voor kinderverzorging en onderwijs te vergroten. Haar eigen kinderen groeiden op in het bedrijf – ze probeerde geregeld manuscripten op hen uit en ze kregen als eersten boeken van onder anderen Jan Terlouw, Thea Beckman, Lieneke Dijkzeul, en Ingrid en Dieter Schubert voorgelezen.
In 1985 nam de oudste zoon de uitgeverij over – het echtpaar woonde inmiddels in Brummen. Reesink zou de rest van haar leven betrokken blijven bij het bedrijf, ook nadat haar man in 1999 was gestorven. Naar aanleiding van het vijftigjarig jubileum van Lemniscaat zond Holland Doc in 2013 een documentaire uit. Op de vraag wat de uitgeverij voor haar betekende, antwoordde Reesink: ‘Dat je niet voor niets geleefd hebt’. Marijke Reesink overleed op 6 november 2013, op 93-jarige leeftijd.
Betekenis
In 1981 kregen Marijke Reesink en haar echtgenoot de Laurenspenning voor hun inzet voor het culturele en maatschappelijke leven in Rotterdam. In datzelfde jaar ontving Reesink de Yad Vashem-onderscheiding voor haar hulp aan de twee Joodse onderduikers. Met name op het gebied van de kinder- en jeugdliteratuur verrichtte Marijke Reesink baanbrekend uitgeverswerk. Met een grote gedrevenheid zette zij zich in om het kinderboek beter op de kaart te zetten. Ze inspireerde schrijvers en illustratoren, moedigde jonge talenten aan en bood hun kansen die ze elders niet kregen. Veel van de boeken die Marijke Reesink en haar man uitgaven, zijn uitgegroeid tot klassiekers die nog steeds gelezen worden. In 2001 werd het Marijke Reesink Fonds opgericht, een fonds waarmee bijzondere prentenboekprojecten worden gesteund.
Archivalia
- Bibliotheek van de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak, Amsterdam (ondergebracht bij UvA, Bijzondere Collecties): Bedrijfsdocumentatie Lemniscaat.
- Regionaal Archief Zutphen: bevolkingsregister. NIOD, Amsterdam: Agnes Odilia Reesink, De hand in het water. Mijn herinneringen aan de jaren 1940-1945 op Spaensweerd in Brummen [Uitgave in eigen beheer].
Publicaties
- De twee molens (Rotterdam 1967).
- De strandjuttertjes (Rotterdam 1968).
- Het vrouwtje van Stavoren (Rotterdam 1968).
- Diederik en de dieren (Rotterdam 1969).
- De wensballonnen (Rotterdam 1971).
- Grauwstaartje toverpaardje (Rotterdam 1974).
- Het prinsesje dat altijd wegliep (Rotterdam 1980).
- [met Jean Louis Boele van Hensbroek], ‘Een kleurig boeket. Een uitgever over zijn prentenboeken’, Leestekens 3 (1983) 222-227.
Literatuur
- Thea Detiger, ‘Uitgeverij-directrice Marijke Reesink: “Na de eeuw van de atoombom komt die van het sprookje”’, De Telegraaf, 10-3-1979 [interview].
- Cees van den Bergh, ‘De geest van Lemniscaat’, Algemeen Dagblad, 14-9-1984.
- Joke Linders-Nouwen, ‘“Wij zien de mens als een zich ontwikkelend wezen”’, Boekblad (1986) nr. 153, 13-14 [interview].
- Janneke Vonkeman, ‘Een “nuchter-spirituele” kijk op het uitgeefvak’, Boekblad (1990) nr. 157, 14-15.
- Christel Don en Gabriella Adèr, De tiende telg, 2013. [Documentaire over de familie achter Uitgeverij Lemniscaat, uitgezonden bij Holland Doc, op 7-12-2013].
- ‘Zo ben ik groot geworden: Jean Christophe Boele van Hensbroek’, 2013 [Radio-interview RTV Rijnmond].
- Thomas de Veen, ‘Ze vond dat kinderen de mooiste boeken verdienden’, NRC-Handelsblad, 30-11-2013.
- Robertine Romeny, ‘Lemniscaat-oprichter Marijke Boele van Hensbroek overleden’, Boekblad, 14-11-2013 [URL http://boekblad.nl/Nieuws/Item/lemniscaat-oprichter-marijke-boele-van-hensbroek-overleden; geraadpleegd 14-12-2016].
- Katja de Bruin, ‘Kwaliteit voor kinderen’, VPRO Gids, 21-2-2014 [URL http://www.vpro.nl/boeken/artikelen/vpro-gids/2014/februari/kwaliteit-voor-kinderen.html; geraadpleegd 14-12-2016].
Illustratie
Marijke Reesink, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Uitgeverij Lemniscaat).
Auteur: Linda Modderkolk
laatst gewijzigd: 18/01/2018
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.