Reuver, Anna Maria Clasina de (1917-2016)

 
English | Nederlands

REUVER, Anna Maria Clasina de (geb. Rotterdam 19-2-1917 gest. Rotterdam 1-1-2016), zangeres en platenproducente. Dochter van Adrianus Johannes Albertus de Reuver (1893-1970), winkelbediende, colporteur en handelaar, en Clasina Petronella Nooijens (1895-1969), naaister. Annie de Reuver trouwde (1) op 12-7-1939 met Jacob Walraven (1915?-1947?), muzikant?; (2) na echtscheiding in 1947 met Jack Philips (?-?), manager elektronicabedrijf; (3) na echtscheiding (26-4-1956) in Blaricum met Hubertus Louis Martron (1923-2005); (4) na echtscheiding (1-3-1957) op 26-7-1961 in Blaricum met Gerard Rutger Christiaan Engelsma (1928-1997), trompettist, welk huwelijk op 16-7-1974 eindigde in een scheiding. Alle huwelijken bleven kinderloos.

Annie de Reuver kwam uit een middenstandsgezin in de Rotterdamse wijk Bospolder, waar de leefomstandigheden vooral in de crisisjaren karig waren. Het was een ‘gemengd’ gezin: haar vader was katholiek, haar moeder Nederlands-hervormd, maar de kerk speelde geen grote rol. Annie was de oudste van vijf kinderen (drie meisjes en twee jongens), van wie één meisje na twee jaar stierf en één jongen na negen maanden – beiden aan de mazelen. Na de lagere school zat Annie een jaar op een huishoudschool, maar toen besloot haar vader dat ze haar moeder moest helpen in de huishouding. Op haar dertiende ging ze als dienstmeisje werken en een jaar later werd ze winkelbediende, eerst in een zaak voor babyartikelen en daarna in een dierenwinkel. ‘Een gezellige jeugd heb ik niet gehad’, vertelde ze later, ’dat kwam door de vele ruzies thuis. Die liepen als een rode draad door mijn jonge leven’ (Onverbloemd!, 24).

Ladycrooner bij The Ramblers

In 1933, onderweg naar haar werk in de dierenwinkel, raakte de zestienjarige Annie de Reuver in gesprek met Jack Walraven, een leerling van de middelbare technische school. Hij zat in een zanggroepje voor een lustrumavond van de mts en vroeg of ze wilde meedoen. Annie, die jazzhelden als Louis Armstrong bewonderde, deed graag mee. Haar licht swingende zang bleek zo goed dat ze vervolgens als zangeres emplooi vond bij diverse amateurorkestjes. Op voorspraak van een trombonist uit een van die orkestjes mocht ze op een middag (eind 1934) in de befaamde Rotterdamse dancing Pschorr zelfs een nummertje solo zingen bij The Ramblers, destijds het populairste dans- en jazzorkest. Haar zang viel in de smaak en orkestleider Theo Uden Masman vroeg haar nog diezelfde avond een liedje te zingen in een rechtstreekse radio-uitzending die The Ramblers vanuit Pschorr verzorgden. Korte tijd later (januari 1935) zong ze al mee in drie nummers die het orkest op de plaat zette met de wereldberoemde Amerikaanse tenorsaxofonist Coleman Hawkins.

Vanaf dat moment was Annie de Reuver een bekende zangeres in het licht swingende genre, een ‘ladycrooner’ die voornamelijk Amerikaanse songs ten gehore bracht bij de beste orkesten in het land. In 1939 trouwde ze met Jack Walraven, de man die haar had gevraagd mee te zingen. Het werd het eerste van haar vier huwelijken die allemaal op haar initiatief werden beëindigd, in de meeste gevallen wegens overspel van één of beide kanten. Dat er geen kinderen kwamen, schreef ze in haar autobiografie toe aan verstopte eileiders (Onverbloemd!, 45).

Ook tijdens de bezetting werkte Annie de Reuver als zangeres bij verschillende orkesten, waarvan het showorkest van de uit Denemarken afkomstige publiekstrekker Boyd Bachman de meeste aandacht trok. Om te kunnen doorwerken, had ze zoals verplicht een werkvergunning aangevraagd bij de Kultuurkamer, waarbij ze tevens verklaarde niet-Joods te zijn. Ook hield De Reuver zich meteen aan het door de bezetters in 1941 uitgevaardigde verbod op Engelstalig repertoire. In plaats daarvan zong ze Franse favorieten, zoals Parlez moi d’amour, maar vooral veel nieuwe Nederlandse liedjes. Over de naoorlogse kritiek op artiesten die ondanks deze beperkingen toch bleven doorwerken, zei ze in 1995 in een tv-documentaire: ‘Mensen hebben makkelijk praten, maar wij moesten wel eten’ (‘Morgen gaat het beter’).

‘Poppetjes van mijn ogen’

Meteen na de bevrijding zong Annie de Reuver enkele maanden met veel succes bij diverse orkesten in geallieerde officiersclubs in Brussel. Enkele maanden later trad ze op in een Haagse club, waar ze Jack Philips ontmoette, die haar tweede echtgenoot zou worden. Als telg uit het Philips-geslacht en lid van het managementteam zond het bedrijf hem in 1947 als bewindvoerder naar de Philips-vestiging in Caracas (Venezuela); De Reuver nam afscheid van het muziekvak en reisde hem na. Drie jaar lang leidde ze daar een glamoureus leven als echtgenote van een ‘captain of industry’. In 1950 kwamen ze terug naar Nederland omdat Jack Philips was benoemd tot directeur van de platenmaatschappij Phonogram, een dochteronderneming van Philips. Annie de Reuver werd toen de vaste zangeres van het AVRO-orkest The Skymasters. Daarmee braken haar vocale gloriejaren aan: twee à drie keer per week was ze met het orkest op de radio te horen en daarnaast maakte ze veel grammofoonplaten bij Phonogram.

Het bekendste liedje van Annie de Reuver met The Skymasters was Kijk eens in de poppetjes van mijn ogen (1952), een melodietje van AVRO-pianist Tom Erich, die haar ook vaak liet optreden bij zijn radio-ensemble De Avroleans. In hetzelfde jaar besloot het echtpaar Philips-de Reuver een jongetje te adopteren dat was afgestaan door een vrouw in een Rotterdamse kliniek. Het jongetje, Hans de Pater, was nog maar een jaar oud toen het (in 1953) tot hun grote verdriet verdronk in de vijver van hun tuin in Hilversum. ‘Ik heb een jaar niet meer kunnen zingen’, zei ze later in De Telegraaf (5-12-1959). Wel namen ze intussen een tweede kind aan. Maar toen ze kort daarna van Philips scheidde, bleef dit jongetje (Michael) bij de adoptievader en diens nieuwe echtgenote. Haar radio-uitzendingen bleven elkaar in hoog tempo opvolgen, terwijl Annie de Reuver ook ’s avonds frequent optrad met The Skymasters en andere formaties.

Nieuw talent

In de loop van de jaren zestig raakte de lichte amusementsmuziek van De Reuver in het gedrang door de opkomst van de popmuziek, met nieuwe en vooral jongere idolen. De platenmaatschappij Dureco kwam in 1967 dan ook als geroepen toen deze haar vroeg als programmaleidster de toenmalige titel voor een functionaris die nieuwe artiesten ontdekt en daarbij zo nodig ook nieuw repertoire vindt. Tot haar grootste successen behoorden de eerste platen van zangeres Corry Konings, de zangers Ben Cramer en Oscar Harris, liedjesmaker Pierre Kartner en het accordeonduo De Kermisklanten. Ze vond haar ontdekkingen vooral op talentenjachten en dankzij adviezen van har talloze kennissen in de muziekwereld, die haar geregeld tipten als een nieuw talent ergens in een café optrad. Daarbij luidde haar adagium dat de gemiddelde huismoeder bij het horen van zo’n nieuwe artiest ‘als vanzelf moest kunnen meezingen als ze de meubelen aan het afstoffen was’.

Wegens een ontslagronde bij Dureco stond Annie de Reuver na twee jaar alweer op straat. Ze stapte over naar Telstar, de platenmaatschappij van smartlappenkoning Johnny Hoes, en plugde in 1969 diens platen bij de radio- en tv-afdelingen van de omroepen in Hilversum. In de jaren zeventig woonde De Reuver een deel van het jaar aan de Spaanse Costa Blanca (gemeente Denia), waar ze gastvrouw en huiszangeres was in het restaurant La Marquesa. Daarna maakte ze verzoekplatenprogramma’s voor de TROS en Radio Rijnmond. In 1987 produceerde ze een plaat van een nieuwe ontdekking: Manke Nelis met het nummer Kleine Jodeljongen.

Begin jaren negentig besloot Annie de Reuver met pensioen te gaan. Hooguit zong ze af en toe een paar liedjes op feestelijke gelegenheden, bijvoorbeeld bij verjaardagen, jubilea en de uitreiking van onderscheidingen. Zo zong ze ook zelf toen ze op een avond in 1994 zowel de Zilveren Erasmusspeld van de gemeente Rotterdam als de eremedaille van de Orde van Oranje-Nassau in ontvangst mocht nemen ter gelegenheid van haar zestigjarig jubileum. De Reuver werd in brede kring bewonderd om haar geëmancipeerde eigenzinnigheid, terwijl ze voor een groot publiek decennialang de zangeres was van onopgesmukte Nederlandse liedjes die klassiekers zijn geworden. Tot op hoge leeftijd trad ze met collega’s die eveneens op leeftijd waren op in bejaardentehuizen, onder de verzamelnaam ‘Toppers van Toen’.

Op 1 januari 2016 overleed Annie de Reuver, 98 jaar oud, in haar Rotterdamse flat aan de gevolgen van een operatie aan haar heup, die ze bij een val had gebroken. Ze werd dood gevonden door Bas van Toor, de clown van het duo Bassie en Adriaan, die samen met zijn vrouw tot haar naaste vrienden behoorde.

Archivalia

Stadsarchief Rotterdam: gezinskaart.

Literatuur

  • ‘Morgen gaat het beter’, tv-documentaire van Henk van Gelder en Guus van Waveren, AVRO, 10-5-1995.
  • Skip Voogd, ‘Annie de Reuver, ladycrooner’, Sena Performers, december 2004.
  • Rein Wolters, Onverbloemd! 90 jaar Annie de Reuver (z.p. 2007).

Illustratie

Annie de Reuver, door onbekende fotograaf, 1959 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).

Auteur: Henk van Gelder

laatst gewijzigd: 24/02/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.