Rijk, Ester van (1853-1937)

 
English | Nederlands

RIJK, Ester van, vooral bekend als Esther de Boer-van Rijk (geb. Rotterdam 29-7-1853 – gest. Amsterdam 7-9-1937), toneelspeelster. Dochter van Samuel Moses van Rijk (ca. 1811-ca. 1861), administrateur, en Adriana Wolfhart (ca. 1813-1892), naaister. Esther van Rijk trouwde op 24-8-1881 in Rotterdam met Henri de Boer (1850-1917), musicus. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Ester van Rijk was het tiende (zelf zei ze het veertiende) en jongste kind in een eenvoudig joods-orthodox gezin in het Rotterdamse Zandstraatkwartier. Haar vader stierf toen ze acht was, en vanaf haar twaalfde moest ze meehelpen op het naaiatelier van haar moeder.

Toneel als roeping

Van jongs af wilde Ester van Rijk naar het toneel. De eerste stappen in die richting zette ze via het dilettantentoneel. Haar rollen leerde ze op het atelier, met de tekst op schoot. Toen ze in 1867 debuteerde in De jager, de huzaar en het oestermeisje van C. Alex van Ray, viel haar spel zo op dat zij ook bij andere amateurgezelschappen werd gevraagd. Op negentienjarige leeftijd won ze bij een wedstrijd voor amateurgezelschappen de prijs voor beste actrice. Hierna kreeg ze een engagement aangeboden bij het vooruitstrevende Rotterdamse gezelschap van Le Gras, Van Zuylen en Haspels. Esters moeder verzette zich heftig tegen de plannen van haar dochter voor een loopbaan als actrice, maar regisseur Antoine le Gras wist haar verzet te breken. Van Rijk, voortaan Esther met een ‘h’ omdat dat chic stond, speelde in 1874 haar eerste rol als professioneel actrice in Emma Berthold van J.J. Cremer. Lang bleef zij Rotterdam trouw. Een kort intermezzo in Antwerpen bij het gezelschap van Victor Driessens mislukte omdat ze heimwee kreeg.

In 1881 trouwde Esther van Rijk met de Amsterdamse trombonist Henri de Boer, die ze op de Groningse kermis had leren kennen. Een jaar later volgde zij hem naar Amsterdam, waar hij een betrekking kreeg bij het operagezelschap van J.G. de Groot. Datzelfde jaar werd hun dochter Sophie (Fietje) geboren. In die tijd openbaarden zich bij haar man de eerste verschijnselen van een ziekte die hem zou verlammen. Al snel kon hij niet meer werken en was Van Rijk kostwinner van het gezin, dat veel zorg vroeg.

In Amsterdam speelde Esther de Boer-van Rijk enkele seizoenen bij het gezelschap van de Salon des Variétés. Na enkele jaren van kluchten en vaudevilles ontwikkelde het zich tot een avant-gardetheater dat stukken bracht van schrijvers als Ibsen, Zola en Strindberg. Het waren voor die tijd hypermoderne stukken over de alledaagse werkelijkheid, waarin acteurs zo natuurgetrouw mogelijk moesten spelen. Het bleek echter financieel gezien geen succes en het gezelschap van de Salon ging failliet.

Van Rijk sloot zich vervolgens aan bij het net opgerichte (1893) gezelschap De Nederlandsche Tooneelvereeniging (NTV). De NTV had een ideële doelstelling: de acteurs kozen zelf het bestuur en bij problemen hadden zij de laatste stem. Bij de NTV had ze naar eigen zeggen de mooiste jaren van haar leven. Ze ontplooide zich tot de actrice die zij in de geschiedenis van het Nederlands toneel zou blijven: de vertolkster van vrouwenrollen van Herman Heijermans. Het begon met de rollen van Ester in Ghetto (1898) en Engel in Het zevende gebod (1899).

Kniertje

In 1900 speelde Esther de Boer-van Rijk voor het eerst de rol die voor altijd met haar naam verbonden zou blijven: Kniertje in Op hoop van zegen. Meer dan 1200 keer zou ze als Kniertje met een pannetje soep over het toneel schuifelen. Ook in twee verfilmingen (1918 en 1934) speelde zij deze rol. Andere rollen in stukken van Heijermans volgden: onder andere dienstbode Annemie in De meid (1908), Jeanne in Beschuit met muisjes (1910), dienstbode Brigitta in Nocturne (1910) – door Heijermans aan haar opgedragen –, Eva in Eva Bonheur (1917) en Moeke in Van ouds ‘De Morgenster’ (1923). Dit laatste stuk, door Heijermans speciaal voor het gouden jubileum van De Boer-van Rijk geschreven, werd geen succes. Daarnaast speelde ze in stukken van Zola, Ibsen, Hauptmann, Simons-Mees en Van Eeden.

In 1912 ging de NTV failliet en nog datzelfde jaar stichtte Heijermans een nieuw gezelschap: NV Nederlandsche Tooneelvereniging. Dankzij enkele successen van vooral zijn eigen stukken en het feit dat hij eigen geld in het gezelschap stak, kon het tot 1922 blijven bestaan. Toen stond Van Rijk, inmiddels 69 jaar oud en sinds 1917 weduwe, weer zonder gezelschap. Altijd door geldzorgen geplaagd was zij gedwongen te blijven spelen. Zij stichtte een eigen gezelschap, waarmee zij door heel Nederland reisde: Tournee Esther de Boer-van Rijk, in 1924 voortgezet als Gezelschap Esther de Boer-van Rijk. Het speelde vooral Heijermans’ successtukken Op Hoop van Zegen, Eva Bonheur en De meid. Ondanks haar voortdurende geldzorgen zette Van Rijk zich in voor liefdadigheidsacties. Dit varieerde van de Vereeniging tot nazorg van tbc-patiënten ‘Zonnestraal’ tot collectes voor het pensioenfonds voor toneelspelers. En trots als ze was op haar joodse achtergrond, zette ze zich ook in voor joodse organisaties en zionistische acties.

Vanaf 1924 vervulde Van Rijk gastrollen bij diverse gezelschappen, tot ze in 1927 bij Het Schouwtooneel kwam. In de jaren 1933-1937 had zij weer haar eigen gezelschap, het De Boer-van Rijk Ensemble. Behalve in stukken van Heijermans schitterde zij in die tijd vooral in stukken van J. van der Poll. Tot vlak voor haar dood bleef ze spelen. Na een operatie besloot zij te stoppen. Vlak voor haar dood bezocht ze nog het toenmalige Palestina, waar haar kleindochter op een kippenhouderij werkte. Haar afscheidstournee, die haar nog één keer door het hele land zou voeren, ging niet door. Esther de Boer-van Rijk stierf op 7 september 1937, na een kort ziekbed, thuis op het Oosteinde in Amsterdam. Ze werd 84 jaar oud.

Waardering

Van Rijk dankte haar roem aan de stukken van Heijermans. Maar bij het grote publiek was ze ook enorm geliefd vanwege haar komisch talent en haar rollen in de vele populaire joodse stukken van haar tijd. Recensenten bejubelden haar levensechtheid en haar herkenbaarheid. ‘Men vergat dat ze speelde’, schreven critici. Dat vond Van Rijk zelf ook haar sterkste punt: ‘Mijn tranen zijn altijd écht gebleven’. Tekenend voor haar populariteit waren de vele huldeblijken die ze ontving. Zo bedankten de vissers uit Den Helder haar voor haar spel in Op hoop van zegen, dat misstanden in de visserij zo effectief aan de kaak had gesteld. Haar portret stond op prentbriefkaarten, bekers, luciferstandaards en wandborden. Er waren Esther-sigaren, Esther-tabak en Esther-wol. Hoe populair ze was bleek wel bij haar begrafenis. De begrafenisstoet vertrok vanuit de Stadsschouwburg te Amsterdam, en langs de route stonden duizenden mensen die hun actrice de laatste eer bewezen. De kranten schreven: ‘Nederlands populairste actrice is dood’.

In 2014 wijdde het Joods Historisch Museum een tentoonstelling aan Esther de Boer-van Rijk. Tegelijkertijd verscheen haar biografie, geschreven door Joosje Lakmaker.

Naslagwerken

BWSA; Honig; Joden in Nederland.

Publicatie

Ik kijk terug. Episodes uit mijn leven (Amsterdam 1934).

Literatuur

  • Multatuli, Volledige werken, deel 17 (Amsterdam 1986) 402, 404, 431, 614, 797.
  • H. Heijermans, ‘Mevr. E. de Boer-van Rijk en de Tooneelvereeniging’, Algemeen Handelsblad, 4 en 6-3-1916.
  • E. de Boer-van Rijk, ‘Mijn antwoord aan den heer Herman Heijermans’, Algemeen Handelsblad, 7-3-1916.
  • M.J. Brusse, Esther de Boer-van Rijk. Vijftig jaar tooneelspeelster. Haar herinneringen (Rotterdam 1923).
  • W. van Itallie-van Embden, Sprekende portretten (Rotterdam 1928) 7-19.
  • C. Veth, ‘Esther de Boer-van Rijk overleden’, De Socialistische Gids, 22 (1937) 520-521.
  • J. Meijer, Zij lieten hun sporen achter. Joodse bijdragen tot de Nederlandse beschaving (Utrecht 1964) 219-222.
  • Hans Goedkoop, Geluk. Het leven van Herman Heijermans (Amsterdam 1996).
  • Joosje Lakmaker, ‘Het publiek vergat dat ze speelde. Nederlands populairste actrice: Esther de Boer-van Rijk’, Ons Amsterdam 64 (2012) 334-339.
  • Joosje Lakmaker, Esther de Boer-van Rijk. Hollands populairste actrice (Amsterdam 2014).

Illustratie

Esther de Boer speelt Kniertje in Op hoop van zegen, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam).

Auteurs: Joosje Lakmaker en Paul Post

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 799

laatst gewijzigd: 19/05/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.