Rijndorp, Anna van (1668-1745)

 
English | Nederlands

RIJNDORP, Anna van (ged. Delfshaven 24-8-1668 – begr. Amsterdam 7-7-1745), toneelspeelster en theaterdirectrice. Dochter van Jan Jacobsz. van Rijndorp (1633-1686/1691), toneelspeler, en Geertruyt Bonifaesdr. van Haestrecht (1638-na 1691). Anna van Rijndorp trouwde op 12-3-1690 in Den Haag met Johannes Nozeman (1669-1719), toneelspeler. Uit dit huwelijk werden 3 zoons geboren.

De ouders van Anna van Rijndorp waren toneelspelers in de reizende troep van Jan Baptist van Fornenbergh en bevonden zich in 1668 met dit gezelschap in Delfshaven toen Anna geboren werd. Op 24 augustus werd zij daar remonstrants gedoopt. Ze had een oudere broer, Jacob (1663-1720), die later een beroemd theaterentrepreneur zou worden, en een oudere zus, Catharina (1664-?). Na haar werden nog een zus, Magdalena (1671) en een broer, Wilhelmus (1675) geboren. Het zal in het toneelgezelschap van Fornenbergh geweest zijn, dat Anna haar eerste stappen op het podium zette. In de jaren tachtig verdween de familie Fornenbergh uit het gezelschap. Vader en dochters, onder wie Johanna, hadden het toneel afgezworen.

In 1690 trouwde Anna van Rijndorp in de Hoogduitse kerk van Den Haag met de toneelspeler Johannes Nozeman, die net als zij geboren was terwijl zijn ouders op tournee waren, in Hamburg. Het jaar daarop werd op 14 februari in Den Haag hun eerste zoon, Gilles, gedoopt. Kort daarna verdween Johannes enige tijd, vermoedelijk omdat hij schulden had. Het gezelschap waartoe Anna en Johannes behoorden, maakte in 1693 een tournee naar Hamburg. Daar werd hun tweede zoon, Jacobus (1693-1745), geboren, die later musicus zou worden. In 1695 nam Anna’s man met haar broer de leiding op zich van het voormalige Fornenbergh-gezelschap en vormde de Grote Compagnie van Nederduitse Acteurs, die datzelfde jaar een tournee door de Zuidelijke Nederlanden maakte. Johannes Nozeman bleek echter ongeschikt als leider – hij vergokte veel geld – en Anna van Rijndorp nam haar mans taken over. In 1696 werd in Leiden hun derde zoon geboren, Willem Georgie. De daaropvolgende jaren reisde de Compagnie jaarlijks de kermissen af en bespeelde, vanaf 1699, de schouwburg van Anna’s broer Jacob in Den Haag en vanaf 1704 diens schouwburg in Leiden. Anna van Rijndorp had de leiding over het ‘Haagse’ deel van het gezelschap. In 1703-1704 was de Compagnie op tournee in Duitsland en Denemarken. Anna van Rijndorp zal meegereisd zijn. In 1705 ging Nozeman failliet – een lichtzinnig man, aldus Kossmann (Faustspiel, 126). Waarschijnlijk is het echtpaar hierna uit elkaar gegaan.

Na  haar mans faillissement is Anna van Rijndorp op enig moment naar Amsterdam verhuisd om daar bij de Schouwburg te werken. In april 1713 stond ze daar te boek als toneelspeelster tegen het hoge loon van zes gulden per optreden. Drie jaar later werd dat om onbekende redenen verlaagd tot 5,50 gulden. In 1719 stierf Nozeman in Den Haag, waar hij pro deo werd begraven. In datzelfde jaar ontving Anna van Rijndorp van de Amsterdamse Schouwburg dertig gulden als vergoeding voor het gebruik van haar Romeinse kleren voor twee jaar, en in 1720 zeventig gulden. Kennelijk bezat ze een goede collectie toneelkostuums – naar het zich laat aanzien de collectie die Johannes Nozeman van zijn vader geërfd had. Eveneens in 1720 ontving zij nog een recognitie van 25 gulden.

Anna van Rijndorp stond in 1723 nog steeds op de planken. In dat jaar echter vroeg de toneeldichter Claas Bruin de schouwburgregenten om de rol van Mirza in zijn treurspel De deugdzame hoveling aan Elizabeth Bor te geven en niet aan Anna van Rijndorp, ‘alzo juffr. Nozeman veel te oud is om voor een jonge juffrouw te spelen’ – zij was toen 55 jaar. Tot wanneer Anna van Rijndorp gespeeld heeft, is niet bekend. In 1727, toen in Amsterdam een epidemie woedde, maakte zij ‘ziek van lichaam’ haar testament en benoemde haar drie zoons tot haar erfgenamen (Kossmann, Nieuwe bijdragen, 13, zonder bronvermelding). Zij overleefde haar ziekte, maar keerde waarschijnlijk niet terug naar de Schouwburg. Het lijkt erop dat zij haar organisatorische vaardigheden, opgedaan in haar vroege huwelijksjaren, weer oppakte: in 1734 was ze in Utrecht, waar ze met een zekere J. Jenois (Chênes Disinois), de directie voerde van een Franse reizende toneeltroep (Van Sorgen, 82; Fransen 286). Dat zal de troep zijn die in de Hollandsche Spectator van Justus van Effen vermeld wordt als ‘de excellente Franse en Italiaanse acteurs’, die in de zomer van dat jaar met hun toneeltent op het Vredenburg stonden en er 36 voorstellingen zouden geven.

Vermoedelijk woonde Anna van Rijndorp gedurende haar laatste jaren in bij haar zoon Jacob. In ieder geval overleed zij ‘ten huize van haar zoon Jacob Nozeman’ op de Reguliersgracht, bijna 77 jaar oud. Anna van Rijndorp werd op 7 juli 1745 begraven in de Waalse kerk. Zoon Jacob volgde haar drie maanden later.

Naslagwerken

Coffeng; Te Winkel.

Archivalia

  • Gemeentearchief Rotterdam: DTB, Dopen Delfshaven.
  • Haags Gemeentearchief: DTB, Dopen [Gillis Nozeman]. DTB, Trouwen [van Rijndorp en Nozeman]. DTB, Begraven [Johannes (Jan) Nozeman]. 
  • Het Utrechts Archief: toegang 67 (Familiearchief Huydecoper), inv. nr. 347 [brief van Claas Bruin, 13-12-1723].
  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Begraven 1132, 6v [Anna van Rijndorp]; 1132, 7v [Jacob Nozeman].

Literatuur

  • [Justus van Effen], De Hollandsche Spectator, nr. 286 (23-7-1734) 122.
  • W.G.F.A. van Sorgen, De tooneelspeelkunst te Utrecht en de Utrechtsche Schouwburg (Den Haag 1885) 82.
  • E.F. Kossmann, Das niederländische Faustspiel des siebzehnten Jahrhunderts (Den Haag 1910) 126-127, 133.
  • E.F. Kossmann, Nieuwe bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche tooneel in de 17e en 18e eeuw (Den Haag 1915) 10, 12-13, 160-161.
  • J. Fransen, Les comédiens français en Hollande au XVIIe et XVIIIe siècles (Parijs 1925) 286.
  • Ben Albach, Langs kermissen en hoven. Ontstaan en kroniek van een Nederlands toneelgezelschap in de 17de eeuw (Zutphen 1977) 135, 172 noot 210.
  • Barbara Sierman, ‘De dames van de “dubble vreugtkasteelen”. De toneelactiviteiten van de familie Van Rijndorp’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 58 (2004) 105-128, aldaar 125.
  • Cobi Bordewijk, Juliette Roling en Vic Veldheer red., Wat geeft die comedie toch een bemoeijing! De Leidse Schouwburg 1705-2005 (Amsterdam 2005) 13-14, 18-19, 46.

Auteur: Anna de Haas

 

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 409

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.