Robles, Ellin Maria Agnes (1951-2011)

 
English | Nederlands

ROBLES, Ellin Maria Agnes (geb. Paramaribo 25-4-1951– gest. Amsterdam 2-11-2011), bestuurster, columniste, voorvechtster van dekolonisatie en integratie van immigranten. Dochter van Iwan Antonius Robles (1906-1962), hoofd fiscale recherche, en Jaguelina Anthoinetta Kerpens (1907-1987). Ellin Robles had 20 jaar een relatie met Judith Meijer (geb. 1958), bestuurster in de gezondheidszorg.

Ellin bracht haar vroegste jeugd door in verschillende districten van Suriname, als jongste in een groot gezin (zeven meisjes, twee jongens). Een jonger zusje overleed na een half jaar. Ze groeide op in een gezin dat ze later zelf omschreef als een ‘harmonieuze kleine samenleving’ waarin de kinderen ‘een goed fundament’ meekregen (Banneling, 246). Ten gevolge van een zuurstoftekort tijdens haar geboorte kampte Ellin met een fysieke beperking – ze was licht spastisch en liep onvast. Toen Ellin vijf was, verhuisde het gezin naar Paramaribo. In 1962 logeerde Ellin met een van haar zusjes geruime tijd bij een oom omdat haar ouders in Nederland waren vanwege een ziekenhuisopname van haar vader. Nog hetzelfde jaar stierf hij aan keelkanker en haar moeder, met drie nog schoolgaande kinderen in huis, moest het zien te rooien met een derde van het gezinsinkomen. Ellin was toen elf.

Leergierig en ondernemend

Vanwege haar handicap behandelden de ‘soeurs’ van de lagere school Ellin als een achterlijk kind, maar op de middelbare school ontpopte ze zich tot een leergierige en ondernemende leerling. Ze ging in 1970 rechten studeren aan de Universiteit van Suriname en koos voor de richting Staats- en Administratief Recht. In haar studietijd werd ze actief in de linkse beweging. Al in 1972 trad ze naar buiten met twee stukken in De Vrije Stem (24 en 28-11-1972), waarin ze zich keerde tegen het idee om discriminatie naar het voorbeeld van de Amerikaanse Black Power-beweging met geweld te bestrijden. Ook was ze betrokken bij de rechtswinkel in Paramaribo. Na haar afstuderen (1976) ging ze als juridisch medewerkster werken bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken Suriname.

Ondanks goede carrièrekansen in haar geboorteland besloot Robles in 1979 – ze was 28 jaar – naar Nederland te gaan. Ze had genoeg van het Surinaamse klimaat en van de armoede die er heerste. Zelf zei ze dat ze niet langer wilde zien hoe zesjarige kinderen kauwgum moeten verkopen. (Banneling, 253). Ze vond meteen een administratieve baan bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van de Gemeente Amsterdam. Zelf woonde ze de eerste jaren in de Govert Flinckstraat en daarna achttien jaar op het Begijnhof (Banneling, 287).

Op het moment van de decembermoorden van 1982 was Ellin Robles net voor een lange periode in Suriname om na te denken over de mogelijkheid van remigratie – ze was teleurgesteld over de moeizame integratie van Surinamers in Nederland. Maar in de onrust die na de moorden ontstond, moest ze met haar familie vluchten naar Albina, aan de grens met Frans Guyana. In 1983 keerde ze terug naar Amsterdam, waar ze intussen juridisch medewerkster milieurecht was geworden. In het schooljaar 1983-1984 was ze in New York, waar ze betrokken was bij onderwijsprogramma’s voor kansarme kinderen. In 1985 was ze medeoprichtster van het Gemeentelijk Allochtonen Overleg van Amsterdam – tot 1988 zou ze lid zijn van de kerngroep.

Bestuurster en columniste

Ellin Robles bouwde in recordtempo een indrukwekkende loopbaan op. Na vanaf 1987 beleidsmedewerkster te zijn geweest bij Personeelszaken van de Gemeente Amsterdam kreeg ze in 1991 de opdracht om als interim manager de Amsterdamse Stichting Blijf van m’n lijf te reorganiseren. Ze stelde er orde op zaken en kwam er weer in aanraking met Judith Meijer, die ze al langer kende – ze zou tot haar dood een relatie met haar hebben. In 1992 werd Robles directeur van Het Muziekpakhuis en in 1998 directeur van de Hortus Botanicus in Amsterdam. Toen ze in 2002 directeur werd van Alcides ZO, een grote welzijnsorganisatie, leek dat een kroon op haar werk, maar het liep anders: in 2003 stelde ze financiële misstanden van het bestuur aan de kaak, met het gevolg dat ze op non-actief werd gezet. Ze nam een sabbatical en begon als columniste bij Het Parool. In die hoedanigheid kon ze haar kritische observaties vrij uiten.

Naast haar werk was Robles ook bestuurlijk actief. Zo was ze in 1889-1990 voorzitster van de Stichting Flamboyant (landelijk documentatiecentrum voor zwarte vrouwen) en van 1994 tot 1998 voorzitster van de Stichting Maatschappij Oude en Nieuwe Media, zat ze onder meer in de besturen van Tegen Haar Wil Amsterdam, de Landelijke Ombudsvrouw, Stichting Kinderen van de Vrede, de Muziekschool Amsterdam en Women Inc.

Vanaf 2004 begon Ellin Robles in toenemende mate last te krijgen van haar zwakke gezondheid. Ze had veel fysieke pijn maar leed ook aan depressies en angstaanvallen. Zij zocht hulp bij menswaardig sterven, maar vond geen gehoor. In 2010 besloot ze te versterven, een proces dat ze heeft beschreven in haar boek Banneling. Op 2 november 2011 stierf Ellin Robles thuis, op zestigjarige leeftijd. Op haar nadrukkelijke wens werd ze in besloten kring gecremeerd. Toch waren er honderden mensen aanwezig.

Strijd tegen onrecht

Ellin Robles zette zich haar leven lang in voor gelijke rechten van minderheden, of dat nu vrouwen, allochtonen, immigranten of homoseksuelen waren. Ze organiseerde werkgroepen, mengde zich in discussies en zorgde ervoor dat ze gehoord werd. Alle groeperingen die minder kansen krijgen in de maatschappij konden rekenen op haar steun en niet aflatende inzet. Die hulp kon ook heel persoonlijk zijn. Velen vonden bij haar een warme maaltijd, een luisterend oor en praktische hulp. Zo ontfermde ze zich persoonlijk over de verslaafde dakloze Andy omdat ze zich zijn lot aantrok. Haar strijd tegen onrecht was een persoonlijke strijd. Ze kon zich erg kritisch uitlaten, maar was vooral warm, humoristisch en relativerend. Ter gelegenheid van haar dood prees programmamaker en vriend Guilly Koster haar als een sterke vrouw met een grote mond en een goed stel hersenen: ‘Je zou kunnen zeggen dat ze is overleden aan het besef dat er te veel onrecht in de wereld was voor haar om te bestrijden’ (gecit. RNW in Caraïbisch Uitzicht, 5-11-2011).

Archivalia

Nationaal Archief, Den Haag: fotocollectie Anefo, serie: Verkiezingscampagnes voor de kamerverkiezingen 1989.

Publicaties

Afgezien van haar wekelijkse colums in Het Parool (2004-2007):

  • ‘Afro Sranan is niet reëel’, en ‘Wie heeft schuld?’, De Vrije Stem. Onafhankelijk Weekblad voor Suriname, 24-11-1972 en 28-11-1972.
  • Een aanzet: positieve actie voor zwarte- en migrantenvrouwen in witte (vrouwen)organisaties (Amsterdam 1990).
  • Doen we 't samen of niet: over samenwerking tussen zwarte en migrantenvrouwen (Amsterdam 1991).
  • Tussen behandeling en misbehandeling’’, in: Het klappen van de zweep (Amsterdam/Utrecht 1994) 107-115 [uitgave Blijf van m’n lijf].
  • Banneling (z.p. 2012) [alleen online: URL https://issuu.com/miriamsnijder/docs/banneling_online/1; geraadpleegd 19-9-2016].

Literatuur

  • Anne-Gine Goemans, ‘Een ambitieuze rebel’, VB Magazine (dec/jan. 1994) 27-28.
  • Annemarie Bloemhof, ‘Ellin Robles, onafhankelijk kandidaat voor Groen Links. Het gaat er niet om dat er een zwarte vrouw in de Kamer zit, maar het gaat om wat ze doet’, Vrouwenweekblad, 4-9-1989, 12-17.
  • Bernadette de Wit, ‘Verlammende welzijnsgreep’, De Groene Amsterdammer, 9-8-2003, 20-23.
  • Colet van der Ven, ‘Ik vind het niet erg als mensen me lastig noemen’, Opzij (1991) nr. 11 54-56.
  • Ute Breithaupt, ‘Ellin Robles: “Macht krijg je niet, macht moet je opeisen”’, Binding 6 (1988) 6-7.
  • Guilly Koster, ‘Interview lokale omroep MTNL met Ellin Robles en Ahmed Marcouch’, Boter, kaas en eieren (Amsterdam 2005) [URL https://www.youtube.com/watch?v=m8fVomERiCY&feature=youtu.be; geraadpleegd 19-9-2016].
  • RNW, ‘Activist Ellin Robles (1951-2011) overleden’, Caraïbisch Uitzicht, 5-11-2011 [URL http://werkgroepcaraibischeletteren.nl/activist-ellin-robles-1951-2011-overleden/; geraadpleegd 19-9-2016].

Illustratie

Portretfoto door Suzanne Dorrestein, 2005.

Auteur: Carol Tummers (met dank aan Judith Meijer)

 

laatst gewijzigd: 13/04/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.