Meulen, Albertine Elisabeth van der (1891-1968)

 
English | Nederlands

MEULEN, Albertine Elisabeth van der, vooral bekend als Albertine Schelfhout-van der Meulen (geb. Amsterdam 6-7-1891 – gest. Bloemendaal 6-11-1968), schrijfster, KRO’s radio-moeder. Dochter van Leendert Cornelis van der Meulen (1864-1944), directeur houtimportbedrijf, en Cornelia Wilhelmina Christina van Maanen (1865-1952). Albertine van der Meulen trouwde op 25-2-1914 in Hilversum met Lodewijk Schelfhout (1881-1943), kunstschilder. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.

Albertine van der Meulen werd geboren als oudste van drie in een welgesteld liberaal, Nederlands-hervormd gezin. Haar vader was directeur-eigenaar van het houtimportbedrijf Ambagtsheer & Van der Meulen te Amsterdam, haar moeder was de dochter van een koopman. Met broer Jan en zus Mien groeide ze op in Amsterdam, waar ze op de deftige Elisabeth Wolffschool aan de Prinsengracht zat. Hierna ging ze naar de kostschool voor jonge dames, Hill-House in Hilversum. Na haar eindexamen van het lyceum (1910) volgde ze pianolessen aan het conservatorium aan de Keizersgracht (Het Huis met de Hoofden). Ook was ze actief als vrijwilligster in een kindertehuis in Zandvoort – ze maakte er kennis met de kunstschilder Lodewijk Schelfhout. Toen zij in 1913 korte tijd in Parijs colleges filosofie volgde bij professor Bergson aan de Sorbonne, ontmoette ze hem opnieuw en werd verliefd. Het jaar erop trouwden de twee in Hilversum. Hoewel de van oorsprong katholieke Lodewijk godsdienstloos was, werd het huwelijk toch kerkelijk ingezegend. Het paar vestigde zich in Hilversum, Borneolaan 12. Albertine en Lodewijk kregen vier kinderen: Andreas (1916), Bertie (1918), Paul (1922) en Corrie (1928).

Hulpboekjes en radiopraatjes

Tijdens de Eerste Wereldoorlog huurden Albertine en Lodewijk Schelfhout in Hilversum een grote villa waar zij meer dan zestig Belgische vluchtelingen permanent onderdak, voeding en kleding boden. Na de oorlog reisden ze samen met de twee oudste kinderen, naar Corsica om Lodewijks zuster en haar echtgenoot te bezoeken. Intussen was Albertine Schelfhout onder invloed van haar kennismaking met de filosofie katholiek geworden – in 1919 liet ze zich dopen. Ook Lodewijk zou katholiek worden, maar dat was jaren later.

De naoorlogse jaren twintig stonden voor het echtpaar Schelfhout in het teken van vaak lange kunst- en studiereizen door Frankrijk, Italië, Duitsland, België en Engeland. In de jaren dertig liep de verkoop van het werk van Lodewijk Schelfhout vanwege de crisis fors terug. Albertine probeerde het gezinsinkomen aan te vullen door lezingen te geven over gezin en samenleving. Die lezingen vielen zo op dat zij in 1933 door de KRO gevraagd werd om radiopraatjes ‘voor den rijperen jeugd’ te houden. Haar eerste praatje werd op 12 mei van dat jaar uitgezonden. Langzaam groeide ze uit tot de radio-moeder van de KRO.

Omdat veel luisteraars Schelfhout lieten weten dat ze haar lezingen en radiopraatjes wilden nalezen, kwam ze op het idee om er boekjes van te maken. In een lange reeks publicaties schrijft ze over de pieken van de liefde, de vaak diepe dalen van menselijk gedrag en draagt zij oplossingen aan voor opvoedkundige problemen. Positieve recensies in kranten en tijdschriften joegen de verkoop op tot ongekende hoogten. In ieder katholiek gezin stonden haar werkjes in de kast: Meisje, luister eens! (1936), Ouders, luistert eens (1936) en Jongen, luister eens! (1937). Ze werden bij duizenden gedrukt en verkocht en vertaald, tot in Polen aan toe. Absolute topper was Meisje, luister eens!: hiervan gingen er maandenlang iedere dag minstens duizend exemplaren over de toonbank. In het boekje behandelt Albertine onderwerpen waarover in die preutse jaren nauwelijks werd gesproken. Ze schreef bijvoorbeeld over flirten en vrijen, dansen, getrouwde mannen, roken, verliefdheid, bioscoopbezoek, gemengde verkering en zelfs: hoe krijg ik een man? In het Nederlandse taalgebied werden in totaal bijna vierhonderdduizend boekjes verkocht, in nazi-Duitsland werden de boekjes verboden. Hetzelfde gebeurde na de Duitse inval in Polen.

De oorlog en erna

Eind 1940 kreeg Albertine Schelfhout-van der Meulen van de Duitse bezetter te horen dat ze haar radiopraatjes niet meer mocht houden, vermoedelijk door de zinnen waarmee ze de uitzending ter gelegenheid van Kerstmis had afgesloten: ‘Beste jonge mensen die tezamen een kring vormen die genoemd wordt het radiogezin: bewaar de vrede in jullie harten, in jullie gezinnen, maakt dat er straks in de heilige kerstnacht niemand ontbreekt ... Tot het volgend jaar, als God het wil op 2 januari 1941’ (archief KRO, docid 67227). De bezetter verbood de KRO ooit nog een optreden van de radiomoeder uit te zenden.

Ook de boekenverkoop van Albertine Schelfhout-van der Meulen kwam in de loop van de oorlogsjaren onder druk te staan. In haar boek Eiland van Schoonheid (1941), over de reis naar Corsica die het gezin in 1919 had gemaakt, beschrijft ze heel precies de verwoestingen en gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. In december 1942 zorgde een vernietigende recensie in het SS-weekblad Storm ervoor dat er vrijwel een einde kwam aan de verkoop van haar boeken. De recensent vond dat de schrijfster met veel woorden niets zei en preuts om de pot bleef draaien. Hij fulmineerde vooral tegen het succesboekje Meisje, luister eens! en besloot zijn Germaanse verontwaardiging met de woorden: ‘Breng de jeugd onder leiding van normale, evenwichtige mensen, dit boekje op de brandstapel en de schrijfster met haar achterste in een teil koud water’ (Storm, 18-12-1942).

In 1943 overleed echtgenoot Lodewijk en het jaar daarop kwam de vader van Albertine om bij het bombardement op de Amsterdamse Euterpestraat (thans Gerrit van der Veenstraat). Na de oorlog trad ze nog maar weinig in de openbaarheid. Een enkele keer sprak ze nog voor de radio, maar toen de censor van de KRO bleef ingrijpen in haar teksten en zelfs woorden als ‘verrukkelijk’ en zinnen als ‘het strelen van het koele gras, het liefkozen van de bladeren’ schrapte omdat de jeugd die toch niet of verkeerd zou begrijpen, stopte ze ermee. Iemand anders moest de jeugd maar gaan opvoeden, vond ze – na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog lukte het haar ook niet meer.

Omstreeks 1950 ging Albertine Schelfhout-van der Meulen werken voor Frits Lugt, de bekende Rembrandt-verzamelaar en oprichter van het Institut Neerlandais te Parijs. Zij assisteerde hem onder meer bij het Merkenboek en het Repertoire des cataloques de ventes publiques. Zij deed veel vertaalwerk, corrigeerde drukproeven, hielp bij het inlijsten, het inventariseren en op microfilms overbrengen van de omvangrijke verzameling tekeningen en prenten van de Fundation Custodia. Ieder jaar verbleef ze daarom maandenlang in Parijs, de stad van haar grote liefde: Lodewijk.

De laatste jaren van haar leven verbleef Schelfhout-van der Meulen, die door dementie niet meer zelfstandig kon wonen, in een particulier verzorgingshuis in Bloemendaal. Nog één keer werd ze voor de radio geïnterviewd door Mia Smelt. Het werd een curieus gesprek tussen twee oude, verstrooide dames, dat desondanks door de KRO werd uitgezonden. Op 6 november 1968 stierf Albertine van Schelfhout-van der Meulen in Bloemendaal, op de leeftijd van 77 jaar.

Betekenis

Albertine Schelfhout-van der Meulen is bekend geworden als de ‘radio-moeder’ van de KRO. Via lezingen, boeken en vooral de ether wist ze in de jaren dertig talloze katholieke jongeren te bereiken met haar voor die tijd progressieve boodschap dat het hebben van erotische prikkels en fantasieën volstrekt normaal is. De radio was toen hét medium dat voor hen het meest toegankelijk was. Voor velen zullen haar ‘radiopraatjes’ een bevrijding hebben betekend. De duizenden brieven die zij van hen kreeg, heeft ze in de oorlog allemaal verbrand om repercussies van de Duitse bezetter te voorkomen.

Naslagwerken

Persoonlijkheden.

Publicaties

Afgezien van de hierboven vermelde titels, een selectie:

  • Het groote geheim tusschen moeder en kind (Hilversum 1934).
  • Jongeman, luister eens (Roermond 1938).
  • Nergens en nooit verlegen (Roermond 1939) [voor meisjes].
  • We bouwen een huis (Roermond 1940).
  • De geest van den tijd (Roermond 1940).
  • Nergens en nooit verlegen (Roermond 1941) [voor jongens].
  • Arm zijn is… een klein boekje voor groote meisjes (Roermond 1941).

Illustraties

  • Albertine Schelfhout-van der Meulen, door Godfried de Groot, 1947 (familie-archief).
  • Tekening door Lodewijk Schelfhout, ongedateerd (familie-archief).

Auteur: Andrea Raken

laatst gewijzigd: 30/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.