Schilfgaarde, Johanna Maria Cornelia Bertha van (1850-1937)

 
English | Nederlands

SCHILFGAARDE, Johanna Maria Cornelia Bertha van, vooral bekend als Bertha Waszklewicz-van Schilfgaarde (geb. Zoeterwoude 7-11-1850 – gest. Den Haag 14-12-1937), vredesactiviste, publiciste. Dochter van Jan Johannes van Schilfgaarde (1819-1864), rentenier, en Catharina Cornelia van den Es (1819-ca. 1864). Bertha van Schilfgaarde trouwde (1) op 29-7-1873 in Leiden met Jan Isaak Joseph Levijssohn (1840-1938), medicus; (2) na echtscheiding (1877) op 19-11-1885 in Den Haag met Adam Ernest Waszklewicz (1812-1901), gepensioneerd kolonel van de Nederlands-Indische geneeskundige dienst. Beide huwelijken bleven kinderloos.

Bertha van Schilfgaarde werd geboren als oudste dochter in een adellijke familie. Met drie broers en twee zussen groeide ze op in huize Delfzicht (Zoeterwoude). Het was een rijk milieu. In de overlijdensakte van haar vader – Bertha was dertien jaar toen hij stierf – staat dat hij ‘zonder beroep’ was. Van Schilfgaarde behaalde de akte-examens Franse en Engelse taal- en letterkunde voor het middelbaar onderwijs maar zou nooit voor de klas staan. Haar beheersing van de talen zou haar later wel goed van pas komen in haar contacten met vredesactivisten uit andere landen.

In 1873 trouwde de 22-jarige Bertha van Schilfgaarde met Jan Isaak Joseph Levijssohn, een medicus. Dit huwelijk werd na vier jaar ontbonden. In 1885 hertrouwde ze met de 38 jaar oudere graaf Adam Ernest Waszklewicz, gepensioneerd koloniaal arts met vele medische artikelen op zijn naam. Ze woonden aan de Stationsweg (nr. 83) in Den Haag.

Vredesactiviste

Bertha Waszklewicz was van jongs af aan geïnteresseerd geweest in taal en cultuur en Louis Couperus werd een van haar geliefde schrijvers. Zijn boek Wereldvrede (1895) stimuleerde haar belangstelling voor de vredesbeweging en het internationaal recht. Door zelfstudie vergrootte Waszklewicz haar kennis over vredesvraagstukken. Ze was bemiddeld, hoefde niet te werken en had tijd om te lezen, onder andere de werken van de Franse jurist en vredesapostel Frédéric Passy.

Vanaf 1898 ging Bertha Waszklewicz zich publiekelijk manifesteren als vredesactiviste. Ze nam de leiding op zich van de Nederlandse afdeling van de Ligue des Femmes pour le Désarmement International. In 1898 werd zij presidente van de Nederlandse Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening (NVIO), die onafhankelijk van de Ligue opereerde en een eigen blad uitgaf: Vrede door Recht. Haar opvattingen over oorlog en vrede legde Waszklewicz-van Schilfgaarde neer in een redevoering tijdens de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Den Haag (1898), met als titel Internationale ontwapening: een vrouwenzaak en een vrouwenbelang. Ze betoogde dat de vrouw haar kinderen diende te leren op vreedzame wijze ruzies te beslechten, dus niet door te vechten maar door met elkaar te praten. Hun zonen (de latere politici!) zouden zo opgroeien tot vredelievende burgers en het lot bespaard blijven te sterven op het slagveld.

In de krantenartikelen die Waszklewicz-van Schilfgaarde in deze jaren schreef, is het belang van vreedzaam overleg en arbitrage een terugkerend thema, bevreesd als ze was voor de oplopende internationale spanningen. Haar zorgen betroffen overigens vooral de gewelddadige conflicten in Europa. Om het geweld in Nederlands-Indië (Atjeh-oorlog) bekommerde zij zich minder. Het Nederlands koloniaal bezit, zo schreef zij, was van groot belang voor de welvaart van het moederland en soms vereiste dat militair optreden.

Als vredesactiviste raakte Waszklewicz betrokken bij de voorbereiding van de eerste Haagse vredesconferentie (1899). Doel van deze conferentie was tot internationale afspraken te komen over wapenbeperking: ze kwam aan het hoofd te staan van een Nederlands comité dat deel uitmaakte van een internationale ‘vredeskruistocht’ waaraan politici, wetenschappers en schrijvers hun steun gaven. Maar toen de conferentie in de zomer van 1899 begon, kon Waszklewicz niet veel meer doen dan lobbyen, want alle officiële onderhandelingen verliepen achter gesloten deuren in Huis ten Bosch. Dat neemt niet weg dat ze tevreden was over het resultaat: er werd besloten tot oprichting van een Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag.

Boerenoorlog en Rome

In 1900, een jaar na de conferentie, schreef Waszklewicz het voorwoord bij Den Haag en de Vredesconferentie, de vertaling van het boek van de Oostenrijkse Bertha van Suttner over de conferentie. Opnieuw toonde ze haar toewijding aan de vredesbeweging, maar ook haar grote zorgen over de dan in volle hevigheid woedende (tweede) Boerenoorlog. De Boeren werden in Nederland beschouwd als directe stamverwanten. Ook Waszklewicz was gegrepen door de ‘onzaligen oorlog in Zuid-Afrika’, zo blijkt uit het voorwoord, en na de Haagse conferentie committeerde ze zich aan hun zaak. Nog datzelfde jaar schreef ze een verslag over het bezoek van Boerenleider Paul Kruger aan Europa: Paul Kruger’s tocht (1900). In 1901 publiceerde zij een pleidooi voor de de inrichting van een neutraal gebied in Zuid-Afrika waar vrouwen en kinderen in veiligheid konden worden gebracht zolang de oorlog voortduurde. Datzelfde jaar reisde zij op eigen initiatief naar Londen om bij de koning en de minister van Koloniën (Joseph Chamberlain) te protesteren tegen het Britse optreden tegen de Boeren. Ze werd niet ontvangen, maar tegenstanders van de oorlog zwaaiden haar optreden lof toe.

Op 17 januari 1901 stierf de echtgenoot van Waszklewicz-van Schilfgaarde – voortaan ging ze als douairière door het leven. Niet lang hierna nam ze afscheid van de Vrouwenbond toen deze fuseerde met de Algemeene Nederlandsche Vredesbond. De Boerenoorlog was inmiddels tot een einde gekomen, en ze vertrok naar Rome, werd rooms-katholiek en richtte daar het onderzoekscentrum ‘Institut Catholique International’ op. Onder de naam B. Teresia Pia schreef Waszklewicz-van Schilfgaarde voornamelijk nog artikelen over geloofszaken. In latere jaren raakte ze in de ban van het medium Jesse Francis Shepard, een Amerikaans occult musicus en dichter van wie zij werk vertaalde in het Nederlands. Aan het einde van haar leven keerde ze terug naar Nederland en vestigde zich opnieuw in Den Haag. Ze stierf op 14 december 1937, in de ouderdom van 87 jaar.

Reputatie

Bertha Waszklewicz-van Schilfgaarde wist vele vrouwen te enthousiasmeren voor de door haar opgerichte Nederlandse Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening en was in de jaren 1898-1901 een bekende vredesactiviste in Nederland. Het godsdienstig-staatkundig dagblad De Tijd, waarin zij veel had gepubliceerd, schreef enkele dagen na haar dood dat zij ‘een vrouw van hoge ontwikkeling’ was geweest, die als ‘strijdster voor vrede en recht in de herinnering van velen was blijven voortleven’ (29-12-1937). Haar ideaal van een samenleving gebaseerd op het internationaal recht zag zij verwezenlijkt met de oprichting van een Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag. Met haar vredesactivisme was ze nog geen principiële pacifiste. Zo wees zij niet álle vormen van oorlog af: ze gaf openlijk steun aan de strijd van de Boeren – een ‘broedervolk’ – in Zuid-Afrika en het militair optreden van Nederland in de koloniën had haar volle goedkeuring.

Archivalia

  • Nationaal Archief, Den Haag: collectie 094 Waszklewicz-van Schilfgaarde, 1891-1916.
  • Koninklijke Bibliotheek Den Haag: brieven.

Publicaties

Naast haar bijdragen aan De Tijd en andere kranten en tijdschriften:

  • Paul Kruger’s tocht. Getrouwe beschrijving van oom Paul’s bezoek aan Frankrijk, de Rijnprovincie en Nederland (Den Haag 1900).
  • Plea for the Grant of a Neutral Territory for the Boer Women and Children (z.p. 1901).

Literatuur

  • Frans Netscher, ‘Karakterschets J.M.C.B. Waszklewicz-van Schilfgaarde’, De Hollandsche Revue 4 (1899) 29-47.
  • De Tijd, 29-12-1937.

  • Ellen Bommerljé en Marij Derks, ‘Internationale ontwapening: een vrouwenzaak en een vrouwenbelang. De Nederlandse Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening 1898-1901’, in: Joos van Vugt en Leo van Bergen red., Vredesstreven in Nederland 1894-1960. Een bundel studies (Nijmegen 1985) 24-42.
  • J.H. Rombach, ‘Waszklewicz-van Schilfgaarde’, in: Harold Josephson red., Biographical Dictionary of Modern Peace Leaders (Westport 1985) 1006-1007.
  • Lilly Wanjon, Een vrouw voor vrede en vrijheid. De rol van Bertha Waszklewicz in de internationale beweging 1899-1902 (Masterscriptie Universiteit van Amsterdam 2009).
  • Annemarie van Heerikhuizen, ‘World Peace in the eyes of Bertha von Suttner and Bertha Waszklewicz’, Women’s History. The Journal of the Women’s History Network 7 (2017) 25-31.

Illustratie

Bertha Waszklewicz-van Schilfgaarde, door onbekende fotograaf, 1899 (Koninklijke Bibliotheek Den Haag).

Auteur: Annemarie van Heerikhuizen

laatst gewijzigd: 12/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.