Scholten, Johanna (1874-1949)

 
English | Nederlands

SCHOLTEN, Johanna, vooral bekend als Anna Scholten (geb. Enschede 14-2-1874 – gest. Enschede 21-1-1949), excentriekelinge met eigen tijdschrift. Dochter van Jan Scholten (1839-1901),  textielfabrikant, en Hermina Wilhelmina Blijdenstein (1846-1910). Johanna Scholten bleef ongehuwd.

Johanna Scholten, van jongs af Anna genoemd, groeide op als vijfde van zes kinderen (drie jongens en drie meisjes) in een fabrikantengezin in Enschede – haar vader was firmant bij de textielfabriek J.F. Scholten & Zonen. De ouders waren gelieerd aan bekende Twentse textielfamilies als Lasonder, Ten Cate (vaderskant), Blijdenstein en Stroink (moederskant). Anna's moeder was doopsgezind, haar vader Nederlands-hervormd. De dochters werden opgevoed in het geloof van de moeder. Anna was in haar jeugd nogal ziekelijk en kuurde onder meer in Scheveningen. Haar opvoeding werd in 1891 voltooid door een verblijf bij een senatorenfamilie in Hamburg.

Krans en sanatorium

Anna Scholten werkte een aantal jaren op de administratie van de firma J.F. Scholten & Zonen. Zoals gebruikelijk bij de meisjes en vrouwen van de Twentse fabrikantenelite, waren zij en haar eveneens ongehuwde zus Ida lid van een krans’, waarmee de onderlinge familiebanden werden verstevigd. Ze bleven samen in het familiehuis aan de Hengelosestraat in Enschede wonen en bezaten ook buitenhuis De Horste in Twekkelo. Als grootaandeelhouders van de firma leefden de gezusters van de jaarlijkse dividenduitkering. Ze reden zelf auto en maakten veel buitenlandse reizen. Anna Scholten was geïnteresseerd in kunst, muziek en Duitse literatuur en had als hobby's schaken, fotograferen en tennis. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zette ze zich in bij de opvang van Belgische vluchtelingen. Ook was zij onbetaald actief als sociaal werkster bij de jeugdzorginstelling Hulp der Jeugd.

Bekend is dat Anna Scholten haar verjaardagen groots vierde. Vooral haar vijftigste – door de Enschedese elite haar ‘zilveren bruiloft’ genoemd – was een groot feest. Drie jaar later, in 1927, werd Scholten verliefd op haar KNO-arts Klaas van der Wal. Zij dacht dat de liefde wederzijds was en ging zelfs zover dat zij huwelijksannonces liet drukken en van plan was een advertentie in Tubantia te plaatsen. Vanwege dit excentrieke gedrag lieten haar broers en zusters haar in september van dat jaar gedwongen opnemen op een gesloten afdeling van het luxueuze Sanatorium Bellevue in het Zwitserse Kreuzlingen aan de Bodensee – zelf sprak ze later over het Satan-orium’. Zij kon er wel tennissen en fotograferen en beheerde nog steeds haar eigen financiën. De verhuizing in september 1929 naar Sanatorium Konstanzerhof in Konstanz, waar ze meer vrijheid kreeg, noemde ze een ‘bevrijding’. In juni 1930 werd ze gezond verklaard en kon ze ontsnappen’. Terug in Nederland weigerde ze nog langer met haar zus Ida samen te wonen. Ze kocht een huis voor zichzelf aan de Lansinkweg in Hengelo.

Objectieve en Subjectieve Grepen

Anna Scholten was in 1930, nog tijdens haar verblijf in het sanatorium, begonnen met het vertalen van het werk van de Duitse dichter Fritz Reuter uit het Platduits naar het Nederlands en naar het Hoogduits. Soms bewerkte zij de teksten en gaf ze gedeelten ervan in eigen beheer uit. In 1936 publiceerde Anna Scholten eenmalig het blad THUIT (Twekkeler Horste Uitgave), maar haar grootste project werd het kwartaaltijdschrift, dat ze ook dat jaar begon: Objectieve en Subjectieve Grepen uit Mijne Dagboeken, vanaf het tweede nummer Objectieve en Subjectieve Grepen uit het Leven van A.S. geheten. Vanaf nummer 13 (1939) kreeg het tijdschrift de ondertitel Werelds Periodiek Partijloos Orgaan. Aanvankelijk werd het blad, dat tweehonderd betalende abonnees had, gedrukt in Enschede, later in Amsterdam. Alles deed Anna Scholten zelf: ze schreef artikelen, redigeerde brieven en literaire teksten en gaf het tijdschrift uit. Soms bezorgde ze het persoonlijk of liet ze dat door haar chauffeur doen – nadat ze in 1936 een verkeersongeluk had veroorzaakt was haar rijbewijs ingenomen. In het blad publiceerde ze veel uit haar dagboeken – die aan het eind van haar leven vijfduizend bladzijden telden – en fotoalbums. Verder nam ze stukken op over al dan niet waar gebeurde familiezaken, compleet met foto’s en brieven, publiceerde ze vertalingen van gedichten en schreef ze over literatuur, het koningshuis, genealogie en heemkunde, vaak in het Duits. Ook haar gedwongen verblijf in het sanatorium en haar ‘verloving’ komen vaak aan de orde. Een aparte rubriek is gewijd aan artsen en medische zaken.

Exemplaren van haar tijdschrift stuurde Anna Scholten naar bekende personen zoals prins Hendrik en minister-president Colijn en de bedankbrieven die ze van hen ontving, drukte ze integraal af. Er verschenen zeventien afleveringen – in totaal 1022 (doorgenummerde) pagina’s. Het laatste nummer kwam uit op 23 december 1940. Haar familie was vanwege de vele onthullingen steeds erg verlegen geweest met de uitgave en had geprobeerd zoveel mogelijk nummers op te kopen. Dientengevolge zijn er maar weinig exemplaren over en is er slechts één complete set bewaard gebleven. Deze bevindt zich in de UB van de Universiteit van Amsterdam.

Na 1940 heeft Anna Scholten niet meer gepubliceerd. De laatste jaren van haar leven woonde ze weer in Enschede, waar zij op 12 januari 1949 op 74-jarige leeftijd overleed.

Reputatie

Tijdens haar leven was Anna Scholten een bekende persoonlijkheid in Twente. Met haar excentrieke gedrag sprong zij in het oog. Zo verplaatste zij zich op een grote autoped, waarmee ze iedere ochtend een rondje maakte, samen met haar hondje Fideltje. Tijdens kerkdiensten begon zij soms luidkeels te zingen als zij het niet eens was met de preek. Ze kon ook genereus zijn. Zo schonk ze in 1938 een bedrag van vijfduizend gulden voor het te stichten natuurhistorisch museum in Enschede en ondersteunde zij noodlijdende kunstenaars. In de oorlogsjaren zong zij vaak het Wilhelmus op straat, vooral als zij Duitse soldaten zag.

Anna Scholten komt uitvoerig aan de orde in Horizon City, het familieportret dat achterneef Jaap Scholten in 2014 publiceerde – ook haar nicht Mini ter Kuile-Scholten komt hierin voor. De verzameling brieven, foto's en knipsels met betrekking tot de families Blijdenstein en Scholten die in een oud KLM-koffertje bij hem terecht was gekomen en een belangrijke bron vormde voor zijn ‘onvolledig en historisch niet noodzakelijkerwijs altijd correct portret van een familie…’, was door Anna Scholten aangelegd.

 

Archivalia

  • Diverse archieven van textielfamilies in Enschede. Zie hiervoor Scholten, Horizon City.
  • Museum Twentse Welle, Enschede: materiaal over Twentse textielfamilies.

Vertalingen

  • Fritz Reuter, Gedichte (Konstanz 1930).
  • Fritz Reuter, Aus der Franzosenzeit. Aus dem Plattdeutschen übertragen (Leipzig 1933).
  • Fritz Reuter, Ut de Franzosentid (Konstanz 1934). 
  • Fritz Reuter, De Reis naar België (De Reis nah Belligen) (Konstanz 1934).

Publicaties

  • THUIT [Twekkeler Horste Uitgave] 1 ( 1936) [geen exemplaar bekend].
  • Objectieve en Subjectieve grepen uit mijne dagboeken [O.S.A.S.]; vanaf nr. 2: Objectieve en Subjectieve grepen uit de dagboeken van A.S;vanaf nr. 13 (24-1-1939) met de ondertitel Wereld's Periodiek Partijloos Orgaan; nrs. 1-17 (1936-1940) [aanwezig Universiteitsbibliotheek Universiteit van Amsterdam].

Literatuur

  • Herman Dalenoort, ‘Anna Scholten en het kleine verzet’, Jaarboek Twente 19 (1980) 8-9.
  • Paul Abels, ‘Objectieve en subjectieve grepen uit het leven van Anna Scholten’, Jaarboek Twente 30 (1991) 14-22.
  • George Hartong, ‘Familisme inspireert drie Scholtens tot schrijven’, Jaarboek Twente 35 (1996) 39-42.
  • Tina Hammer-Stroeve, Familiezoet. Vrouwen in een ondernemerselite Enschede 1800-1940 (Zutphen 2001) 114-138 en 180-181.
  • Thea Evers, ‘O.S. Een curieus Twents tijdschrift’, Tubantia, 6-4-2005.
  • Jaap Scholten, Horizon City. Een onvolledig en historisch niet noodzakelijkerwijs altijd correct portret van een familie van opgejaagde menisten, grootindustrielen, kleinwildjagers, landhuizenbouwers, collectioneurs, polygame avonturiers, dromers en dappere vrouwen (Enschede/Doetinchem 2014) [derde druk].
  • Jaap Scholten, ‘De Rozen van Renoir’, Financieel Dagblad, 26-7-2014.

Illustratie

Anna Scholten. Atelier J. Merkelbach, 1927 (Stadsarchief Amsterdam).

Auteur: Lamberthe de Jong (met dank aan Chris Brand)

 

laatst gewijzigd: 30/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.