Schoonheyt, Fernanda Wilhelmina Maria Albertina (1912-1961)

 
English | Nederlands

SCHOONHEYT, Fernanda Wilhelmina Maria Albertina, ook bekend onder het pseudoniem Hans G. Rink (geb. Rotterdam 15-6-1912 – gest. Rotterdam 23-12-1961), journaliste, fotografe, vocht mee in Spaanse Burgeroorlog. Dochter van Jules Alphonse Schoonheyt (1873-1953), handelsagent, en Johanna Maria Luise Gehring (1876-?), eigenares naaiatelier. Fernanda Schoonheyt kreeg 1 dochter.

Fernanda (Fanny) Schoonheyt groeide op als enig kind in een Rotterdams middenstandsgezin. Haar vader, een Brabantse bon vivant, had een technisch bureau, haar van oorsprong Duitse moeder leidde een naaiatelier. Fanda, zoals ze als meisje genoemd werd, had meer belangstelling voor techniek dan voor naaien. Ze was jongensachtig en sportief: op haar veertiende won ze een zwemwedstrijd. Na de lagere school volgde Fanda de Eerste Meisjes hbs, waar ze ook kunstonderwijs kreeg. Schuin tegenover haar school was het redactiegebouw van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en na haar eindexamen, in 1929, vroeg ze of ze daar mocht komen werken. Ze wilde de verslaggeving in, maar moest zich vooral met de filmrubriek bezighouden.

Spaanse Burgeroorlog

In 1932 kreeg Fanny Schoonheyt een secretariële functie bij de Filmliga Rotterdam. Daarnaast publiceerde ze muziekrecensies en gedichten, onder het pseudoniem Hans G. Rink: een verwijzing naar de achternaam van haar moeder. Haar door het tijdschrift Forum afgewezen lofdicht op een Spaanse danseres werd in 1933 wel afgedrukt in Helikon. Schoonheyt woonde op kamers aan de Leuvekade (nr. 36), pal naast hoofd kunstredactie Victor van Vriesland, met wie zij een relatie had. In het voorjaar van 1934 maakte ze een reis naar de Sovjet-Unie  – voor De Groene Amsterdammer schreef ze reportages over het Russische muziekleven. Teruggekeerd mocht ze voor De Groene voortaan ook verslagen van de befaamde Kurhausconcerten schrijven.

Haar journalistieke carrière ging voorspoedig, maar Fanny Schoonheyt was onrustig en reislustig. Eind 1934, op de terugtocht van een bootreis naar Algiers, belandde ze in Barcelona. Ze vond er onderdak in de villa van de Surinaams-Nederlandse schrijver Lou Lichtveld, alias Albert Helman. Al gauw sloot ze zich aan bij linkse organisaties en werkte ze mee aan de voorbereiding van de alternatieve Olympische Spelen, die Barcelona in de zomer van 1936 organiseerde als protest tegen de officiële Spelen in nazi-Duitsland. Bij het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog – op 17 juli van datzelfde jaar – nam Schoonheyt deel aan de bestorming van de kazernes in Barcelona en direct daarop vertrok ze naar het front.

Omdat Fanny Schoonheyt goed met wapens kon omgaan, werkte ze maandenlang als instructrice in een van de opleidingskampen voor rekruten in de buurt van Barcelona. Het Nederlandse consulaat meldde in 1937 dat ze bevorderd was tot luitenant. In juni van dat jaar raakte Schoonheyt gewond bij een ongeluk met een jeep. Hierna zou ze volgens geruchten betrokken zijn geweest bij activiteiten van de Russische inlichtingendiensten in Spanje. In de zomer van 1938 ging ze naar Parijs om daar een opleiding tot pilote te volgen. Tot haar grote teleurstelling slaagde zij er niet in om op tijd haar vliegbrevet te halen – in het voorjaar van 1939 was de Spaanse Burgeroorlog voorbij.

Dominicaanse Republiek

Na de ondergang van de Spaanse Republiek zat Fanny Schoonheyt stateloos en zonder papieren in Parijs. Bovendien raakte ze er zwanger, vermoedelijk van Julio Cesar Lopez Mariani. Met een groep Spaanse ballingen vestigde Schoonheyt zich in februari 1940 in de Dominicaanse Republiek, waar ze beviel van een dochter: Marisa (1940). Ze probeerde een nieuwe carrière als fotografe op te bouwen, maar in december 1947 kreeg ze als ongewenste vreemdelinge problemen met de Dominicaanse autoriteiten en belandde ze in de gevangenis. Met behulp van de Nederlandse consul kreeg ze toestemming uit te wijken naar Curaçao. Ze vestigde zich in Willemstad, waar ze een eigen atelier begon en veel fotografeerde.

Vanwege gezondheidsklachten keerde Fanny Schoonheyt rond 1957 terug naar Rotterdam en trok met haar dochter in bij haar oude moeder in de Saftlevenstraat. Ze deed enkele opdrachten als fotografe, onder andere voor het Scheepvaart Museum en Museum Boymans van Beuningen. Twee dagen voor Kerstmis 1961 overleed Fanny Schoonheyt plotseling aan een hartaanval, in de leeftijd van 49 jaar.

Reputatie

Fanny Schoonheyt was de enige Nederlandse vrouw die daadwerkelijk heeft meegevochten in de Spaanse Burgeroorlog. Linkse Spaanse kranten schreven lovende stukken over haar uitzonderlijke moed en kracht en noemden haar een ‘vooraanstaande antifascistische strijdster’ en de ‘koningin van het machinegeweer’. Ook de Nederlandse kranten besteedden aandacht aan Spanjeganger Fanny Schoonheyt. Zo berichtte De Telegraaf over haar ongeluk in 1937. In datzelfde jaar plaatste Het Leven een foto van haar met als onderschrift ‘Kenau in haar dienstwagen’. Daarna bleef het stil rond Fanny Schoonheyt; bij haar overlijden in 1961 verscheen er slechts één necrologie. In 2011 verscheen er een biografie over deze Nederlandse vrouw in de Spaanse Burgeroorlog.

Literatuur

Yvonne Scholten, Fanny Schoonheyt, een Nederlands meisje strijdt in de Spaanse Burgeroorlog (Amsterdam 2011).

Illustratie

Fanny Schoonheyt in Barcelona, door Agustí Centelles, 1937 (Centro Documental de la Memoria Histórica, Salamanca).

Auteur: Yvonne Scholten

laatst gewijzigd: 11/10/2015

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.