Smulders, Emilie Caroline Henriette Eversdijk (1903-1994)

 
English | Nederlands

SMULDERS, Emilie Caroline Henriette EVERSDIJK (geb. Sidoarjo, Nederlands-Indië, 20-6-1903 – gest. Amsterdam 1-3-1994), juriste, portrettekenares en wereldreizigster. Dochter van Thomas Antonie Eversdijk Smulders (1860-1913), bestuursambtenaar, en Mary Madeleine Beckers (1868-1947), onderwijzeres. Lily Eversdijk Smulders trouwde op 3-11-1931 in Singapore met Robert Traill (1901-1983), werkzaam bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij. Het huwelijk, dat in 1936 werd ontbonden, bleef kinderloos.

Emilie (Lily) Smulders werd in 1903 geboren in Sidoarjo, bij Soerabaja, als oudste van twee kinderen in een welgesteld gezin met diepe wortels in Nederlands-Indië. Haar vader, een assistent-resident ter plaatse, liet na Lily’s geboorte de naam ‘Eversdijk’ (afkomstig uit de familie van zijn vrouw) toevoegen aan zijn familienaam. In 1906 verhuisde het gezin naar Nederland en vestigde zich in Nijmegen, waar Lily de Nutsschool bezocht. Met de vroegtijdige dood van haar vader in 1913 ontstonden er geldzorgen en moest het gezin verhuizen naar een kleinere woning. Lily hield van tekenen en wilde naar de kunstacademie, maar haar moeder zag daar geen toekomst in. Nadat zij met goed gevolg het Nijmeegs gymnasium had doorlopen, ging Lily in 1921 rechten studeren in Leiden. 

Tekenles

In juni 1925 behaalde Lily Eversdijk Smulders haar meestertitel en kort daarna ging zij naar Nederlands-Indië voor een hernieuwde kennismaking met haar geboorteland. Ze besloot er te blijven en een baan te zoeken. Na een korte tijd op het Departement van Financiën in Batavia (Jakarta) gewerkt te hebben werd ze de eerste vrouwelijke Griffier van Strafzaken bij de Raad van Justitie (rechtbank) in Medan op Sumatra. Daar bouwde zij een reputatie op als bekwaam schrijfster van juridische stukken en processen-verbaal. In Medan ontmoette zij Rob Traill, die er in dienst was van de Bataafse Olie Maatschappij. Hun huwelijk, in 1931, betekende het einde van haar loopbaan bij de rechtbank. Tekenen mocht zij niet van haar echtgenoot. Eversdijk Smulders deed haar best zich te plooien in het huisvrouwenbestaan, maar kinderen bleven uit en na vier jaar strandde het huwelijk.

De scheiding in 1936 vormde een keerpunt in het leven van Eversdijk Smulders. Ze was 33 jaar en zou zich voortaan geheel aan de tekenkunst wijden. Daartoe trad ze in de leer bij de Nederlandse schilder Carel Dake op het eiland Bali en tekende ze dagelijks met zwart krijt portretten van mensen uit de kampong. Ze bleek een goede leerling en kon al snel zelfstandig verder. Vanuit een sterk verlangen om het leven in verre streken te leren kennen en een overzicht van de mensheid op papier vast te leggen begon Eversdijk Smulders in het voorjaar van 1937 aan een levenslange ontdekkingsreis. Met potlood, krijt en een dik pak tekenpaper trok zij naar de uithoeken van de wereld en vond er haar modellen onder de plaatselijke bevolking.

Wereldreizen

Tekenend en schetsend bracht Eversdijk Smulders de jaren voor de Tweede Wereldoorlog door in Japan, Korea, China, Hong Kong en Indochina, waar de sfeer gespannen was door de politieke ontwikkelingen. Verschillende keren belandde zij in een Japanse cel omdat de autoriteiten haar aanzagen voor een spionne, maar eenmaal weer op vrije voeten vervolgde zij haar weg. In 1938 had ze in het Peking Institute of Fine Arts haar eerste tentoonstelling. Begin 1940 keerde Eversdijk Smulders naar Nederland terug en het uitbreken van de oorlog maakte voorlopig een einde aan haar reizen. Ze nam les bij de Haagse schilder Jan Franken, die haar met olieverf leerde werken. In 1944 verhuisde ze naar Amsterdam, waar ze persoonsbewijzen vervalste voor het verzet en onderduikers in huis nam.

Na de oorlog hervatte Eversdijk Smulders haar reizend en tekenend bestaan. Tussen 1948 en 1953 drong zij diep door in de Sahara, volgde zij de Nijl van Egypte tot aan Soedan en trok zij twee jaar door Libanon, Syrië, Jordanië, Israël en Irak. Overal verdiepte zij zich in de lokale cultuur en geschiedenis en maakte zij portretten. Ook in dagboeken legde Eversdijk Smulders haar indrukken vast. Tussen de reizen door schreef ze artikelen en hield ze lezingen in eigen land. Kennis overdragen aan de ‘thuisblijvers’ zag ze als een belangrijke opdracht. Vanaf 1958 publiceerde zij ook boeken – omvangrijke reisverslagen die verschillende herdrukken zouden beleven. Voordat reizen toegankelijk werd voor een breed publiek, wist zij met haar portretten en verhalen een brug te vormen tussen de wereldculturen.

Van 1954 tot 1962 bracht Eversdijk Smulders veel tijd door in India. In het buurland Nepal kwam zij in aanraking met Tibetanen die de Chinese onderdrukking in hun land waren ontvlucht. Met dit volk voelde zij een sterke verwantschap en in Nederland zou zij in 1980 een stichting oprichten om Tibetaanse vluchtelingen in Noord-India te steunen. Naarmate Eversdijk Smulders ouder werd, duurden haar reizen korter, maar ze waren niet minder avontuurlijk. Zo trok zij door Oost-Afrika, Peru, Ethiopië en het hoge Noorden van Canada. Pas toen haar gezichtsvermogen in 1977 ernstig achteruit begon te gaan, raakte zij meer gebonden aan huis in de Amsterdamse Vondelstraat (nr. 86). In 1980 verscheen haar boek Anderen zijn anders, waarin haar reisverhalen worden afgewisseld met haar vooroorlogse memoires. Een grote overzichtstentoonstelling van haar levenswerk in het Museon, Den Haag (1990), betekende een late, maar belangrijke erkenning van haar werk als beeldend kunstenares.

In 1994 overleed Lily Eversdijk Smulders thuis, in de ouderdom van negentig jaar. 

Betekenis

Lily Eversdijk Smulders heeft tijdens veertig jaar reizen een omvangrijk oeuvre tot stand gebracht. Meer dan duizend antropologische portretten, olieverfschilderijen, schetsen, litho’s, foto’s en zes boeken van haar hand vormen een historisch document van het leven op plaatsen over de gehele wereld in de twintigste eeuw. Haar kunstzinnige nalatenschap is ondergebracht in de in 1991 opgerichte Tekeningenverzameling Lily Eversdijk Smulders Stichting (’Stichting Lily’). 

Publicaties

  • Waar het Oosten begint (Amsterdam 1958) [in opdracht van KLM].
  • Een Jaar bij de Yogi’s van India en Tibet (Deventer 1960).
  • Wonderlijk Tibet (Deventer 1966).
  • Het Mysterieuze Midden Oosten (Deventer 1970).
  • Anderen zijn anders (Utrecht 1980).
  • Reizen in vergeten werelden (Katwijk 1985).

Literatuur

  • Lily Eversdijk Smulders, ‘De gesluierde mannen in de bergen van Atlantis’, in: Arita Baaijens, red., De Woestijn als Passie. Reisverslagen (Amsterdam 1995) 229-240.
  • Ella Andriesse red, Tussen Tutsi, Turkana en Tuareg. Lily Eversdijk Smulders tekende Afrika (Amsterdam 1997).

Illustratie

Lily Eversdijk Smulders in Japan, door onbekende fotograaf, 1937 (Tekeningenverzameling Lily Eversdijk Smulders Stichting).

Auteur:  Ella Andriesse

laatst gewijzigd: 24/07/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.