© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Stralen, Isabella van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Stralen [13/01/2014]
STRALEN, Isabella van, ook bekend als Isabel de Jesús Christo (geb. Bergen op Zoom? 5-7-1577 – gest. Ieper, België 9-1-1660), karmelietes en kloosterstichtster. Dochter van Jan van Stralen, heer van Merksem en Dambrugge (gest. 1584), buitenburgemeester van Antwerpen, en Catharina van Ekeren (gest. 1591).
Isabella van Stralen was een van de ten minste vier kinderen van Jan van Stralen, een Antwerpse bestuurder, en Catharina van Ekeren. Ze schijnt in Bergen op Zoom te zijn geboren. Onduidelijk is of Isabella haar doopnaam was; mogelijk heeft zij deze naam later als kloosternaam aangenomen. Ze groeide op in een calvinistische omgeving. Haar oom Antoon van Stralen, vóór 1566 meermalen burgemeester van Antwerpen, was in 1568 door de Raad van Beroerten ter dood veroordeeld en haar ouders waren kort voor 1580 tot het calvinisme overgegaan. In 1583 waren zij aanwezig bij de bruiloft van Willem van Oranje en Louise de Coligny. Niet lang hierna werd Filips Marnix, heer van Sint Aldegonde door Oranje aangewezen als de opvolger van haar vader, die buitenburgemeester van Antwerpen was en daarom belast met de verdediging van het platteland. Kort daarop stierf Jan van Stralen, en Isabella’s moeder hertrouwde met Marnix. Na de val van Antwerpen in augustus 1585 vluchtte het gezin naar Souburg bij Vlissingen, waar ook Louise de Coligny zich na de dood van haar man had gevestigd. Toen Isabella’s moeder in 1591 stierf, ontfermde zij zich over het bijna vijftienjarige meisje. Zij verhuisde met De Coligny naar Den Haag en reisde enkele malen met haar naar Parijs, waar Isabella aan het Franse hof werd geïntroduceerd.
Isabella van Stralen bleef in Parijs toen De Coligny in 1603 naar Den Haag terugkeerde. Onder begeleiding van de in datzelfde jaar aangestelde katholieke hofpredikant, de jezuïet Pierre Coton, bekeerde ze zich kort daarna tot het katholicisme. De invloed van Catarina de Gonzaga, weduwe van hertog Hendrik I van Orléans-Longueville, lijkt bespeurbaar in haar belangstelling voor het klooster van de Spaanse of ongeschoeide karmelietessen dat op Gonzaga’s initiatief in juli 1602 in de Rue St.-Jacques was gesticht. Als ‘Isabel de Jesús Christo’ werd zij hier op 20 maart 1606 ingekleed. Al snel werd Van Stralen novicenmeesteres. In 1617 ging zij als priores van het karmelietessenklooster te Amiens naar Bourges en in 1619 naar Nevers om nieuwe kloosters te stichten. Vanuit Bourges stichtte Van Stralen in 1623 een dochterklooster in Ieper. Op 25 september kwam zij hier met 23 medezusters aan, en enkele maanden later (in februari 1624) verwierf ze aan de De Montstraat het eerste van een rij huizen waarin haar ‘Karmel van Ieper’ ruim anderhalve eeuw gevestigd zou blijven. Na een kort ziekbed overleed de 82-jarige priores Isabella hier in 1660. Ze werd begraven in haar eigen kloosterkerk, voor het venstertje waardoor de in strenge clausuur levende zusters tijdens de mis het sacrament kregen aangereikt.
Het leven van ‘Isabella van Jezus Christus’ tot aan 1626 kennen we uit de Spaanstalige autobiografie van haar in 1917 zaligverklaarde ordegenote Ana Garcia. Een Nederlandse vertaling verscheen in 1989. Volgens Garcia zou Van Stralen bij haar inkleding hebben gezegd: ‘Als er kloosters van onze [: protestantse] godsdienst bestonden, sloot ik er mij onverwijld in op’. Garcia meent ook te weten dat Van Stralen als kind al de ‘katholieke gebruiken’ in acht nam, hoewel haar ouders omstreeks haar derde jaar protestants werden. In haar Parijse tijd bij De Coligny zou Van Stralen veel katholieke kerken hebben bezocht en daar steeds voor het ‘tabernáculo’ (sacramentshuis) hebben gebeden. Deze sacramentsverering zou volgens Garcia ook verklaren waarom Van Stralen voor het sacramentsluikje is begraven.
In 1864 gaf kanunnik Pierre de Ram, de eerste rector magnificus van de Katholieke Universiteit van Leuven, een ‘nationale heiligenkalender’ uit met op 9 januari een romantische hagiografie van ‘Isabelle de Jésus-Christ, carmélite à Ipres’. Als nieuw hagiografisch cliché vermeldt De Ram dat Van Stralen haar eigen dood heeft voorspeld. Op deze laatste anekdote na heeft J. Fruytier in 1927 De Rams verhaal overgenomen in het NNBW. De enige reden die zich voor deze Nederlandse ‘canonisatie’ laat denken, is dat Van Stralen in Bergen op Zoom zou zijn geboren. Haar doopakte is daar echter niet gevonden.
Naslagwerken
NNBW.
Archivalia
Historisch Centrum het Markiezenhof, Bergen op Zoom: doopakten [digitaal geraadpleegd].
Literatuur en bronnenuitgaven
- P.F.X. de Ram, Hagiographie nationale. Vies des saints et des personnes d’une eminente piété qui ont vécu dans les anciennes provences belges, deel 1 (Leuven 1864).
- Anna van Sint-Bartholomeus (1549-1626): autobiografie, manuscript A, J. Urkiza en P. de Bois ed. en vert. (Gent 1989).
- J. Smet, De geschiedenis van de Karmel, deel 3B: De Contrareformatie (1600-1750) (Almelo 1995).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.