Strijland, Jenneke (1949-2013)

 
English | Nederlands

STRIJLAND, Jenneke, vooral bekend onder pseudoniem Rascha Peper (geb. Driebergen 1-1-1949 – gest. Amsterdam 16-3-2013), schrijfster. Dochter van Hendrik Johannes Strijland (1921-1997), verkoopdirecteur bij een houtgroothandel, en Janna Cornelia Gladbeek (geb. 1923). Jenneke Strijland trouwde op 6-5-1976 in Amsterdam met Pieter Verbeek (geb. 1947), diplomaat. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren.

Het zat er niet van jongs af aan in dat Jenneke (Jenny) Strijland schrijfster zou worden. Over de schrijversgoudmijn van een ongelukkige jeugd beschikte ze in elk geval niet. Ze stamde uit wat ze zelf ‘een zeer keurig, behoudend en rustig gezin’ noemde (NRC Handelsblad, 24-9-1999). Haar zusje en zij hadden een beschermde jeugd in het gereformeerde Driebergen (Utrecht), waar ze tot de minderheid van niet-gelovigen behoorden. ‘Ik ben een overtuigd atheïst en zal dat – tenzij ik seniel word – ook wel altijd blijven, maar ik was een ernstige zoeker naar verheven waarheden, die ergens te vinden moesten zijn’ zei ze later (NRC Handelsblad, 24-9-1999).

Pittig pseudoniem

In 1968 ging Jenny Strijland aan de Universiteit van Amsterdam Nederlandse taal- en letterkunde studeren. Filosofiestudent en latere topdiplomaat Pieter Verbeek werd haar levenspartner en in 1980 de vader van haar zoon David. Na acht jaar te hebben gewerkt als lerares Nederlands zegde ze in 1983 haar baan op om met haar man mee te gaan naar diens standplaats Wenen. Daar werkte ze aan haar debuut, de verhalenbundel De waterdame, die ze in 1990 bij Uitgeverij Veen publiceerde onder de auteursnaam Rascha Peper. Ze koos voor dit pseudoniem omdat ze het pittiger vond klinken dan haar eigen naam, maar ook omdat haar uitgever haar Amsterdamse buurman was geweest en ze wilde voorkomen dat haar eersteling in een sfeer van roddel en achterklap over vriendjespolitiek beoordeeld zou worden.

Een jaar later kwam Rascha Peper met haar eerste roman: Oesters (1991). Hierin zijn veel sporen van haar autobiografie terug te vinden. Hoofdpersoon Olga, een jonge letterenstudente in het roerige Amsterdam ten tijde van de Maagdenhuisbezetting, krijgt een relatie met een veel oudere man. Vervolgens ontmoet ze Harold, die net als zij in Amsterdam studeert. Met hem trouwt ze en verhuist ze wegens zijn werk naar Wenen. Jaren later wordt Olga ernstig ziek, als gevolg waarvan ze in een ziekenhuis en vervolgens bij een psychiater belandt, die de als een oester gesloten jonge vrouw aan het denken zet over liefde, verlies en verzoening. Al een jaar na Oesters verscheen de door vooraanstaande critici juichend ontvangen novellebundel Oefeningen in manhaftigheid (1992), waarin Rascha Peper afstand nam van het autobiografische schrijven en haar onuitputtelijke fantasie op gefictionaliseerde levensverhalen van anderen losliet.

Romans en korte verhalen

Rascha Peper was 44 toen ze in 1993 haar eerste grote succes oogstte met de psychologische roman Rico’s vleugels, genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. Het verhaal is gebaseerd op een artikel in NRC Handelsblad over het schatrijke, kinderloze Franse echtpaar Martin, dat een eigenhandig verzamelde schelpencollectie had geschonken aan het Amsterdams Zoölogisch Museum. In Rico's vleugels, spannend als een thriller, vertelt Peper het leven van het echtpaar Martin in grote lijnen na, maar geeft er haar eigen draai aan door er een verhaal over huwelijksproblemen en de (verborgen) pedofiele gevoelens van de man in te vervlechten.

Met een snelheid die deed denken aan de productiviteit van de door Peper bewonderde Simon Vestdijk, publiceerde ze twee jaar later de met de Multatuliprijs van de stad Amsterdam bekroonde roman Russisch blauw (1995). Hoofdpersoon is ditmaal de mislukte historicus Lex Grol, die mede doordat hij drager is van de bloedziekte hemofilie, al van jongs af aan is gefascineerd door de moord op de tsarenfamilie van de Romanovs.

Vanaf het begin jaren negentig schreef Rascha Peper, deels vanuit New York, waar ze wegens het werk van haar man een paar jaar verbleef, columns op de achterpagina van NRC Handelsblad. Vooral in deze columns en in haar korte verhalen en novelles manifesteerde zich haar geraffineerde verteltechniek. In 1997 verscheen het verzamelwerk Alle verhalen, dat goed werd ontvangen. Na de verstilde novelle Dooi (1999) duurde het vier jaar voor ze met een nieuwe titel kwam: Wie scheep gaat, een uitwaaierende roman over de tijdens een schipbreuk voor de kust van Marokko (vermoedelijk) verdronken femme fatale Hanna, naar wie drie mannen en een meisje een zoektocht instellen. In een interview in Opzij (1-6-2003) vertelde Rascha Peper dat ze tijdens haar werk aan dit ambitieuze boek door een lichte beroerte was getroffen.

Verstrooiing

Op 10 oktober 2012 kondigde Rascha Peper in haar NRC-column haar eigen dood aan, onder de kop ‘Verstrooiing’. Ze bleek aan alvleesklierkanker te lijden en stierf vijf maanden later. Tot het zover was, zocht ze geen ‘verstrooiing’, zoals de dokter had geadviseerd, maar voltooide ze tussen de chemokuren door de roman waaraan ze al twee jaar werkte.

Op 16 maart 2013 overleed Jenny Strijland. Een paar maanden na haar begrafenis op Zorgvlied aan de Amstel verscheen Handel in veren, een ontroerend verhaal over de frivole weduwe Minke van Heel. Deze bejaarde levensgenieter giet haar medicijnen naar binnen met glaasjes port en schenkt een studerende kleindochter haar schitterendste jurken en intiemste geheimen. Al in het eerste hoofdstuk laat Rascha Peper deze elegante, soevereine dame rustig sterven, net als zij zelf zou doen: in haar eigen huis te midden van dierbare herinneringen. Over die herinneringen en de drang om ze geraffineerd verpakt door te geven voor het te laat is, gaat Handel in veren en in wezen al het werk van schrijfster Rascha Peper.

Naslagwerken

Levensberichten.

Publicaties

  • De waterdame (Amsterdam 1990) [verhalen].
  • Oesters (Amsterdam 1991).
  • Oefeningen in manhaftigheid (Amsterdam 1992) [vier novellen].
  • Rico's vleugels (Amsterdam 1993).
  • Russisch blauw (Amsterdam 1995).
  • Alle verhalen (Amsterdam 1997).

  • Dooi (Amsterdam 1999).
  • Wie scheep gaat (Amsterdam 2003).
  • Stadse affaires (Amsterdam 2006) [verzamelde columns].
  • Fantoompoezen (Amsterdam 2012) [verzamelde columns].
  • Handel in veren (roman) (Amsterdam 2013).

Literatuur

  • Elsbeth Etty, ‘Een verlangen naar knaapjes. Rascha Peper over gedoemde hartstochten’, NRC Handelsblad, 31-12-1993.
  • Elsbeth Etty, ‘Ik wil de wereld op afstand houden’, NRC Handelsblad, 24-9-1999 [interview].
  • Daan Cartens, ‘Onbedwingbare passies. De romans en verhalen van Rascha Peper’, Ons Erfdeel 43 (2000) 184-190.
  • Anke Manschot, ‘Wie zit er nou nog op mijn verhalen te wachten’, Opzij, 1-6-2003 [interview].
  • Elsbeth Etty, ‘Dat boek krijg ik dus niet meer af’, NRC Handelsblad, 19-10-2012 [interview].
  • Minou op den Velde, ‘Schrijfster Rascha Peper: “Ik denk wel dat ik er vrede mee heb om dood te gaan”’, Zin magazine, januari 2013.

Illustratie

Jenny Strijland, door Maartje Geels, 2003 (Hollandse Hoogte).

Auteur: Elsbeth Etty

laatst gewijzigd: 11/12/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.