Jongestall, Sybille van (1641-na 1700)

 
English | Nederlands

JONGESTALL, Sybille van (geb. Hallum, bij Leeuwarden ?-4-1641 – gest. na 19-7-1700), schrijfster van een jeugdgedicht. Dochter van Allard Pieter van Jongestall (1612-1679), raadsheer aan het Friese gerechtshof, en Margareta van Haren (ca.1625-ca.1678). In 1659 trouwde Sybille van Jongestall met Arnold van Vierssen, vanaf 1669 grietman van Haskerland en lid der Gedeputeerde Staten. Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, onder wie ten minste 1 zoon.

Sybille van Jongestall werd geboren op het buitenhuis Ondersma-state, als oudste van zeven kinderen. Haar ouders behoorden tot de kern van de culturele elite van Leeuwarden. Op veertienjarige leeftijd schreef zij een antwoordvers voor de destijds bekende Friese dichter Simon Abbes Gabbema. Hij had haar een lofdicht gestuurd waarin hij haar paardrijkunst bejubelde. In haar reactie hanteerde Van Jongestall de in de zeventiende eeuw gebruikelijke bescheidenheidstopen: ze zou zijn lof niet waard zijn. Als hij al iemand wilde prijzen, moest hij zich richten tot vorsten of het vaderland, zo betoogde ze, of hij zou zich moeten wenden tot een andere dichteres: de Gronings-Friese schrijfster Sybille van Griethuysen, van wie toen al diverse publicaties waren verschenen.

Gabbema vond Van Jongestalls verwijzing kennelijk zo aardig, dat hij zijn vers en haar antwoord aan Van Griethuysen voorlegde. Zij reageerde op 10 februari 1657 en speelde de gedichten vervolgens door aan de Groningse dichtende koopman Johan van Nyenborgh (1621-circa 1670), die ze alledrie opnam in een uitgave van zijn eigen werk.

Anderen pakten eveneens de pen op ter ere van de veelbelovende Van Jongestall. De gerenommeerde dichter Gysbert Japix uit Bolsward schreef bijvoorbeeld naar aanleiding van Gabbema’s lofdicht en Van Jongestalls antwoordvers twee Friestalige gedichten die hij opnam in zijn eigen werk. En de Friese Klaas Pieter Hoeckstra vervaardigde het vers ‘Op het paerde rijden van de juffr. S. van I.’. Op deze manier kwam Van Jongestall in verscheidene dichtbundels voor, en is haar naam als amazone én als dichteres overgeleverd. Kennelijk meende men destijds dat de prestaties van dit wonderkind bekend dienden te worden.

Over het leven van Sybille van Jongestall is verder niets bekend. De enige documenten die tot nu toe zijn gevonden, zijn een akte van scheiding en deling van de boedel die haar aangetrouwde nicht Titia van Vierssen achterliet en een boedelinventaris van haarzelf. De akte betreffende de nalatenschap van haar nicht ondertekende zij, inmiddels weduwe geworden, in 1692 of 1693, haar eigen boedel is in 1700 opgemaakt. Het is niet bekend wanneer Van Jongestall is overleden. In de negentiende eeuw werden de Friese gedichten van Japix naar aanleiding van het vers van Gabbema op Van Jongestall en haar reactie daarop door Willem Bilderdijk in het Nederlands vertaald. Deze aandacht zal ertoe hebben bijgedragen dat Van Jongestall bekend is gebleven als dichteres, ook al is er maar één gedicht van haar overgeleverd.

Naslagwerken

Van der Aa; Lauwerkrans; NBAC.

Archivalia

Tresoar, Leeuwarden: 9056 HsMM; Familiearchief Thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg inv.nr. 606; Boedelarchief nr. 2868 sign. y72a, 126.

Publicaties

  • Een titelloos antwoorddicht aan Simon Abbes Gabbema, in handschrift bewaard gebleven in de brievencollectie van Gabbema (PB Leeuwarden: 9056 HsMM) en destijds in druk verschenen in de bloemlezing Klioos kraam (Leeuwarden 1657) en in Johan van Nyenborgh, Het wonder-toneel ofte lust-hof der histori-paerlen (Groningen 1657).

Literatuur

  • J.H. Brouwer, ‘Dichttournooi’, Saxo Frisia 3 (1941) 55-62.
  • Annelies de Jeu, ’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum 2000) 98, 107-108.
  • Philippus Breuker, ‘Vrouwelijke kunstenaars en hun kringen in het midden van de zeventiende eeuw’, in: Veerle Mans, Philippus Breuker en Peter Karstkarel, Margareta de Heer (circa 1600-circa 1665): dé Friese kunstenares van de 17de eeuw (Leeuwarden 2002) 41-56 [over Sybille Jongestall en haar moeder: 45-46].

Auteur: Annelies de Jeu

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.