Ullman, Geertruida Margaretha (1875-1962)

 
English | Nederlands

ULLMAN, Geertruida Margaretha (geb. Veendam 5-4-1875 – gest. Veendam 21-10-1962), onderwijzeres, verzette zich tegen ontslag vanwege zwangerschap. Dochter van Jacob Ullman (1844-1906), hoofdonderwijzer, en Geesje Hazewinkel (1849-1922). Geertruida Ullman trouwde op 26-10-1903 in Veendam met Willem Bieze (1870-1948), onderwijzer. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.

Geertruida Margaretha Ullman – roepnaam Truitje of Trui – groeide op als enig kind van het hoofd van de openbare school aan de Kleine Laan in Veendam. Na de lagere school ging ze naar de Normaalschool in haar woonplaats en in april 1893 haalde ze de akte van bekwaamheid voor onderwijzeres. Een jaar later begon ze aan de openbare school aan het Beneden Oosterdiep in Veendam. Intussen studeerde Truitje verder: in augustus 1899 haalde ze in Den Haag de akte van bekwaamheid voor lager onderwijs in de Franse taal.

Zwangerschap

In 1903 trouwde Geertruida Ullman met collega-onderwijzer Willem Bieze. Toen zij in het voorjaar van 1904 zwanger bleek te zijn en zich een aantal keer ziek moest melden, vroeg ze per 1 mei verlof aan. Ze verklaarde bereid te zijn om op eigen kosten een plaatsvervangster te laten werken in de weken na de bevalling. Het college van B&W en de schoolopziener keurden het verlof goed omdat ‘eene vrouw, zwanger zijnde, physiek in de klasse zeer dikwijls veel minder waard zal zijn dan anders’ (gecit. Bijl, 299). Maar dat niet alleen: in het belang van het onderwijs én de huishouding van betrokkene stelden B&W aan de gemeenteraad voor om haar per 1 juli 1904 te ontslaan. En zo geschiedde. De gemeenteraad besloot met tien tegen drie stemmen onderwijzeres Bieze-­Ullman wegens haar zwangerschap eervol ontslag te verlenen.

Geertruida Bieze-Ullman en haar echtgenoot tekenden bij de gemeente bezwaar aan omdat zwangerschap volgens hen geen wettige grond voor ontslag was. Vanuit het hele land kreeg ze steunbetuigingen: onder meer van het hoofdbestuur van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers (BvNO), het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap (NOG), het bestuur van de Vrije Vrouwenvereniging in Amsterdam en de Vereeniging ter Behartiging van de Belangen der Vrouw in Rotterdam. Ook ontving Bieze-Ullman persoonlijk een brief van Wilhelmina Drucker. In al deze brieven werd instemmend betoogd dat het moederschap geen reden voor ontslag kon zijn.

De Gedeputeerde Staten van Groningen, die het gemeentebesluit aangaande het ontslag van Bieze-Ullman moesten goedkeuren, wonnen advies in bij de schoolinspectie van Groningen. De schoolinspectie vond dat de onderwijzeres (Bieze-Ullman dus) bij haar trouwen zelf bij de gemeente had moeten vragen naar de gevolgen van het huwelijk voor haar werkbetrekking. De schoolinspectie nam het haar kwalijk dat zij ondanks ‘duidelijke wenken’ niet zelf ontslag had aangevraagd. Ook het gemeentebestuur van Veendam verwees naar de vroeger heersende gewoonte dat een onderwijzeres bij het aangaan van een huwelijk zelf ontslag nam. Toch keurden de Gedeputeerde Staten het gemeentebesluit af: het kwam voort uit de vooronderstelling dat een onderwijzeres die moeder werd veel meer absent zou zijn, maar dan moest eerst bewezen worden dat het onderwijs leed onder haar moederschap. Ze verklaarden het besluit daarom onwettig.

De gemeenteraad ging hiertegen in beroep bij de koningin, met het argument dat Bieze-Ullman – intussen op 26-7-1904 bevallen van een zoon – nu haar verplichting als moeder had. Abraham Kuyper, minister van Binnenlandse Zaken, stelde de gemeenteraad in het gelijk en gaf in december 1904 met een Koninklijk Besluit goedkeuring aan het ontslag van de onderwijzeres in Veendam. Als gemeentebestuur en de schoolinspectie oordeelden dat het moederschap een nadelige invloed had op het onderwijs, hoefde dit volgens de minister niet te worden bewezen.

Na haar ontslag heeft Geertruida Bieze-Ullman niet meer voor de klas gestaan, maar haar echtgenoot bleef als onderwijzer aan de school aan het Beneden Oosterdiep verbonden. Op 20 mei 1909 werd een dochter geboren en datzelfde jaar verhuisde het gezin naar een huis aan het Beneden Oosterdiep, vlakbij de school. Drie jaar later (op 9-8-1912) kreeg Bieze-Ullman nog een zoon. Over haar verdere leven is weinig bekend. Bieze-Ullman bleef in Veendam wonen. Zij stierf er op 21 oktober 1962 in haar slaap, in de ouderdom van 87 jaar.

Betekenis

Onderwijzeres Bieze-Ullman weigerde om zelf ontslag te nemen toen ze zwanger was. Het gemeentebestuur zag zich gedwongen haar te ontslaan, maar omdat er in die tijd nog geen wettelijke grond voor haar ontslag was, kon zij zich hiertegen verzetten. De kwestie die Bieze-Ullman met haar verzet in gang zette, kreeg een lange nasleep. Aanvankelijk bood het Koninklijke Besluit van minister Kuyper een precedent voor andere gemeenten om zwangere onderwijzeressen te ontslaan. In 1924 kreeg het ontslag van gehuwde onderwijzeressen een wettelijke basis met het Koninklijk Besluit dat bepaalde dat alle vrouwelijke rijksambtenaren onder de 45 jaar bij hun huwelijk automatisch eervol ontslag kregen – voor gemeenteambtenaren werd ontslag slechts aanbevolen. Vanaf 1933 was ontslag van huwende ambtenaressen bij wet geregeld. Dat duurde tot 1958. Toen pas werd ontslag van huwende onderwijzeressen in de Wet op het Lager Onderwijs verboden.

Archivalia

Groninger Archieven: Verslag van de Gedeputeerde Staten aan de Staten der Provincie Groningen, 1904.

Literatuur

  • Het schoolblad. Wekelijksche Courant voor Lager, Middelbaar en Gymnasiaal Onderwijs (1904).
  • Anne van Schaik, Honderd jaar vrouwen in overheidsdienst (Amsterdam 1998).
  • Greetje Bijl, Loopbaan en levensloop van onderwijzers en onderwijzeressen. Sociale mobiliteit, huwelijk, inkomen, benoemingen en ontslag in het openbaar lager onderwijs in Groningen, ca. 1850-1920 (2014) [proefschrift Rijksuniversiteit Groningen].

Illustratie

Geertruida Ullman door onbekende fotograaf, ongedateerd (particuliere collectie).

Auteur: Greetje Bijl

laatst gewijzigd: 09/02/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.