© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: A.G. van der Steur, Steur, Sara Maria van der, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Van_der_Steur [13/01/2014]
STEUR, Sara Maria van der (geb. Haarlem 1-10-1868 – gest. Haarlem 14-2-1962), oprichtster en leidster van een tehuis voor gehandicapte kinderen in Temanggoeng (Java). Dochter van Emanuel van der Steur (1834-1915), huisschilder en aanspreker, en Margaretha Meeuwig (1840-1928), winkelierster in manufacturen. Sara Maria van der Steur trouwde op 3-6-1903 in Haarlem met Dominicus Graafstal (1871-1927), leider van het tehuis te Temanggoeng. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 2 dochters geboren.
Marie van der Steur groeide op in Haarlem als vierde van tien kinderen. Toen zij nog thuis woonde werkte zij als hulp bij verschillende Haarlemse gezinnen. Haar oudere broer Johannes (1865-1945) was middernachtzendeling en lid van de zevendedags baptisten. In 1892 vertrok hij naar Nederlands-Indië om in Magelang (Midden-Java) een militair tehuis te stichten. Enkele maanden na aankomst nam hij enkele halfbloed kinderen in zijn huis op die niet meer door hun inlandse moeder verzorgd konden worden. Dit was het begin van het weeshuis Oranje-Nassau, waar tussen 1893 en 1943 zevenduizend weeskinderen zouden wonen. Meteen vroeg hij zijn moeder of een van zijn zusters hem kon komen helpen. Er kwam een telegram terug: ‘Marie komt’.
Zo vertrok Marie van der Steur in september 1893 naar Indië om in Magelang de zorg voor de meisjes over te nemen. Daar noemden de kinderen haar al snel ‘Moe van der Steur’, zoals ze haar broer ‘Pa van der Steur’ noemden; zelf stonden ze bekend als ‘Steurtjes’. In het militaire tehuis van haar broer leerde Marie de KNIL-sergeant Dominicus (Do) Graafstal kennen, met wie ze zich in 1894/95 verloofde.
In 1902 keerde Marie van der Steur wegens ziekte terug naar Nederland en in juni 1903 trouwde zij in het kerkje van de Haarlemse zevendedags baptisten met Do Graafstal, die met verlof was. Het echtpaar woonde enkele maanden in Doorn, waar Graafstal werd opgeleid in veeteelt en landbouw. Ook gaf hij her en der spreekbeurten over het werk van zijn zwager. In januari 1904 gingen Do en Marie, voortaan ‘moe Graafstal’ genoemd, terug naar Java, ditmaal naar Temanggoeng, zestig kilometer van Magelang. Haar broer had daar een verlaten koffieonderneming gekocht (Gambang Waloh), waar hij een aantal pupillen wilde opleiden voor landbouw en veeteelt. Dit mislukte echter – de jongens trokken meer naar militair werk – en het echtpaar Graafstal besloot zich toe te leggen op geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen. De jongens werden zo goed mogelijk opgeleid voor veeteelt en landbouw of het leger, de meisjes voor huishoudelijk werk. Jarenlang had het echtpaar Graafstal gemiddeld dertig à veertig personen in huis, van wie tweederde hulpbehoevend was. Voor de geboorte van haar eigen kinderen – twee zoons en twee dochters tussen 1904 en 1910 – reisde Marie Graafstal per draagstoel naar het militair hospitaal in Magelang.
In 1911 beëindigde het echtpaar Graafstal het werk in Gambang Waloh en het gezin verhuisde naar Magelang. Graafstal was aan het eind van zijn krachten en het oudste kind moest naar school. Nadat haar man hersteld was, gingen Marie en hij in 1912 naar Temanggoeng, waar ze zich vestigden als medewerkers bij het internaat van ds. Horstman. Enkele jaren later, in 1918, betrokken ze een eigen huis en huurden met regeringssubsidie twee buurhuizen om Horstmans werk zelfstandig voort te zetten, opnieuw met gehandicapten. In 1926 breidde hun werk zich uit tot de armenkolonie Pangoensen (Noord-Java), opgericht door zuster Jansz, waar ook Maries zuster Anna veertien jaar werkte. Op 7 februari 1927 werd Graafstal ernstig ziek (de pest) en twee dagen later overleed hij. Tot haar internering in maart 1943 zette Marie Graafstal haar werk in Temanggoeng voort, eerst met hulp van de waterstaatsingenieur Adriaanse, later bijgestaan door de heren Hage en Burggraaf, schoolhoofden in Magelang. Na het overlijden van haar broer (16-9-1945) keerde ze op 3 mei 1946 terug naar Nederland en ging weer in Haarlem wonen. Afgezien van haar verlofperiode van 15 maanden had zij in totaal 53 jaar in Indië gewerkt. Bij Koninklijk Besluit van 24 december 1948 werd Marie Graafstal-van der Steur onderscheiden met de medaille Broeder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, als ‘gewezen directrice tehuis van de Ver. Tot Verzorging van zwakzinnige kinderen te Temanggoeng’.
Op 1 oktober 1953, de 85ste verjaardag van Marie Graafstal, werd de Bond van Oud-Steurtjes in Nederland opgericht. Tot haar dood was ze het middelpunt van deze vereniging van oud-pupillen van haar broer en hun kinderen, die samenkwam in het kerkje van de zevendedags baptisten aan de Haarlemse Parklaan. Dankzij haar pakkettenactie ten behoeve van verdrukten en misdeelden in Indonesië en haar werk voor spijtoptanten bleef ze een bekendheid. In die tijd schreef zij ook haar memoires onder de titel ‘Terugblik’.
In 1960 kreeg Marie Graafstal-van der Steur nog even landelijke bekendheid door een optreden in Bert Garthofs TV-programma Anders dan anderen.‘Men kon aan alles merken dat deze nog steeds zo vitale vrouw de unieke kans om naar de televisie te komen maar voor één ding had aangegrepen: het Nederlandse volk erop te wijzen dat onze landgenoten in Indonesië hulp verdienen’, aldus een der persverslagen.
De Visser Neerlandia-prijs, haar toegekend door het Algemeen Nederlands Verbond ‘als blijk van waardering voor haar menslievende arbeid ten dienste van verweesde en hulpbehoevende kinderen in Indonesië, als voortzetting van haar vroeger lofwaardig werk aldaar’, heeft ze niet meer zelf in ontvangst kunnen nemen. Marie Graafstal-van der Steur overleed op 14 februari 1962, drie dagen voor de uitreiking, op 93-jarige leeftijd. Ruim tweehonderd personen, onder wie veel ‘Steurtjes’, waren op 19 februari aanwezig bij haar begrafenis in Haarlem.
Literatuur
- Moe Graafstal, Terugblik (z.p. z.j. [ca. 1950?]), 22 pag. [stencil in familiebezit].
- Tjalie Robinson, ‘Moe Graafstal: een leven met de Steurtjes’, Elsevier’s Weekblad, 7-5-1960.
- v.C., ‘Een pleegmoeder was jarig…’, De Spiegel (okt. 1955) 18-19.
- Piet Grootendorst, ‘Marie v.d. Steur: een leven lang op het pad der barmhartigheid’, De Telegraaf, 20-9-1961.
- H.B. Bos, ‘Overweldigende verjaardagviering van onze Moe Graafstal t.g.v. haar 93ste verjaardag te Haarlem op 30 september 1961’, De Kleine Bode (sept./okt. 1961) 4-8.
Illustratie
Ongedateerde portretfoto van Marie Graafstal-van der Steur en haar broer Johannes, door onbekende fotograaf (privécollectie).
Auteur: A.G. van der Steur
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.