Verbruggen, Adriana (1707-1791)

 
English | Nederlands

VERBRUGGEN, Adriana (ged. Den Haag 29-3-1707 – gest. Amsterdam ?-10-1791), bloem- en fruitschilderes. Dochter van Jan Willem Verbruggen (1670-1739), raadsheer in het Hof van Brabant, en Adriana d’Oude. Van Adriana Verbruggen is geen huwelijk bekend.

Adriana Verbruggen kwam uit een aanzienlijke patriciërsfamilie. Haar grootvader van vaderszijde, Willem Verbruggen, was burgemeester van Vlissingen en Zeeuws gecommitteerde in de generale rekenkamer. Haar vader was raadsheer bij het Hof van Brabant, haar oom Rutger Verbruggen zat in de Hoge Raad en diens vrouw, Anna Marguerite des Marets, was verwant aan Daniel des Marets, intendant van de Engelse koning.

Volgens Jacob Campo Weyerman, behalve kunstenaarsbiograaf zelf ook bloemschilder, ging Adriana Verbruggen in de leer bij Johannes Vollevens II. Christiaan Kramm, die zich later voor zijn schildersbiografieën op Weyerman baseerde, noemt echter Johannes Verkolje als haar leermeester. Een verschrijving? Vollevens was een succesvol portretschilder die veel ‘aanzienlijke luiden’ als klant had, niet alleen aan het hof maar ook ‘regenten van steden, raden van de Ed. Hove van Holland en de Hoge Raad, en predikanten van Den Haag, nevens hunne geëerde familien’ (Van Gool). Het is goed mogelijk dat de familie Verbruggen via deze kanalen in contact kwam met Vollevens. Adriana kreeg bij hem tekenles, aanvankelijk om goed patronen voor haar borduurkunst te leren maken. Het tekenen ging zo goed, dat de ‘leergrage’ Verbruggen zich aan het penseel waagde. Ze kopieerde, aldus Weyerman, twee historiestukken van Mattheus Terwesten, voordat ze bloemstukken vervaardigde naar het werk van twee andere succesvolle tijdgenoten, Coenraat Roepel en Rachel Ruysch.

Adriana Verbruggen is op een gegeven moment verhuisd naar Amsterdam, waar zij eind oktober 1791 overleed, 84 jaar oud. Haar lichaam werd overgebracht naar Den Haag en op 1 november daar in de Grote Kerk bijgezet.

Volgens Weyerman had Adriana Verbruggen veel talent. De twee gekopieerde bloemstukken naar Roepel werden door kunstkenners zeer gewaardeerd, ‘zo wegens de keurige navolging der konsttaferelen, als wegens hare konstige behandeling, oordeel, en daar in aangewende vlijt’. Naar aanleiding van haar bloemstuk naar Ruysch oordeelde hij dat Verbruggen haar roemrijke voorbeeld nog eens zou overtreffen.

Dat Adriana Verbruggen het niet bij kopiëren heeft gelaten, getuigt een fruitstilleven uit 1739. In 1740 werd in Den Haag een fruitstuk van haar geveild voor 37 gulden (Hoet, nr. 153) en in 1809 kwam via een erfgenaam van de Haagse kunstverzamelaar Adriaan Leonard van Heteren een stuk met een mandje met fruit in koninklijk bezit. Het bewuste fruitstilleven werd op 4 augustus 1828 geveild, waardoor het niet in het Rijksmuseum maar in particulier bezit kwam.

Naslagwerken

Van der Aa; Kramm; Lexicon van Noord-Nederlandse kunstenaressen; Petteys; Scheen; Thieme; Weyerman; Wurzbach.

Archivalia

  • Haags Gemeentearchief: DTB-registers.
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Verbruggen (coll. Van Rijn).
  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Boete op begraven buiten de stad.

Literatuur

  • G. Hoet, Catalogus of Naamlyst van schilderyen, met derzelver pryzen, deel 2 (’s-Gravenhage 1752) 451-462 [nr. 153].
  • P. Terwesten, Catalogus of Naamlyst van schilderyen, met derzelver pryzen (’s-Gravenhage 1770) 31, nr. 95.
  • E.W. Moes en E. van Biema, De Nationale Konstgalerij en het Koninklijk Museum. Bijdrage tot de geschiedenis van het Rijksmuseum (Amsterdam 1909) 190-194 aldaar 151 [nr.121].
  • G.H.C. Breesnee, ‘De Haagse kunstverzamelaars Adriaan Leonard van Heteren en Willem Lormier en hun voorgeslacht’, Jaarboek Die Haghe (1948/49) 119-138.
  • C. Bille, De tempel der kunst of het Kabinet van den heer Braamcamp, deel 1 (Amsterdam 1961) 108-110 [collectie H. van Heteren].
  • H.P Fölting, De vroedschap van ’s-Gravenhage 1572-1795 (Pijnacker 1985) 164 en 188-189 [H. van Heteren].
  • Th.L.J. Verroen, ‘“Een verstandig ryk man”. De achttiende-eeuwse verzamelaar Adriaan Leonard van Heteren’, Leids Kunsthistorisch Jaarboek 4 (1985) 154, nr. 153.
  • F.H.A. Rikhof, Inventaris van de archieven van het Rijksmuseum te Amsterdam en zijn voorgangers 1807-1945 (Amsterdam 1989) 7, nr. 92.

Auteur: Mariël Ellens

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 466

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.